Jij en Luciano kenden elkaar al van klein af, wie heeft uiteindelijk de eerste stap gezet om iets te beginnen ?

“Ik was zestien en hij negentien, ik kwam geregeld bij hem thuis om zijn nagels te verzorgen. Ik kluste in mijn vrije tijd wat bij als manicure. Ik heb hem op een dag gewoon gevraagd of ik hem een kus mocht geven… En het mocht ! Ik droomde er eigenlijk al langer van om hem eens te kussen, maar ik heb altijd gedacht dat dat iets voor op zijn vrijgezellenfeest zou zijn.”

Beschrijf Luciano eens ?

“Een zacht karakter, heel lief, en razend ambitieus. Minpuntje is zijn ongeduld. Gaan wandelen of winkelen is bijvoorbeeld niet aan hem besteed. Het is ook wel soms lastig dat hij ’s avonds altijd moe thuiskomt, waardoor hij nog weinig doet.”

In Brazilië leefden jullie in een klein dorpje, slaat de verveling daar snel toe ?

“Ik studeerde enorm hard. Een diploma behalen is in Brazilië nog veel belangrijker dan elders, want zelfs met een diploma raak je er bijna niet altijd aan deftig werk. Als ik iets van mijn leven wilde maken, moest ik studeren. Ik deed rechten, aan een universiteit in de dichtstbijgelegen stad.”

Hoe kwam je bij rechten terecht ?

“Dat zit in de familie. Mijn grootvader was advocaat. Ik vond het zelf ook interessant, want ik kom graag op voor anderen, ik beschouw het als mijn plicht om anderen te beschermen. Uiteindelijk heb ik mijn studies maar anderhalf jaar volgehouden. Ik heb alles opgegeven om in België Luciano te komen opzoeken.”

Je blijft dus niet permanent in ons land ?

“Nee, nee, ik heb een toeristenvisum dat slechts drie maanden geldig is, daarna keer ik terug naar Brazilië. Ik zou graag blijven, maar het kan niet anders. In juni volgend jaar plannen we te trouwen, op die manier kan ik in België blijven.”

Bevalt ons land je ?

“Jazeker, al moest ik me toch even aanpassen aan het weer. Het is hier zo koud ! Ik had zelfs geen regenjas mee, dat hebben we in Brazilië nooit nodig. En ik heb hier in België voor het eerst in mijn leven sneeuw gezien ( wijst naar een foto op de computer). Ik vond dat witte tapijt prachtig. Over de Belgische bevolking kan ik weinig zeggen, door het taalprobleem kom ik immers weinig in contact met de Belgen.”

Je spreekt geen Engels of Nederlands, is het dan moeilijk aanpassen ?

“Ja, de taal is een probleem. Ik ben vast van plan om Engels te leren. In Brazilië kregen we wel les op school, maar dat is onvoldoende om het te spreken. Voor mijn integratie in België valt dat nog mee, want we leven hier in een soort Braziliaanse gemeenschap. Ik heb een heleboel vrienden en vriendinnen die Portugees praten. Zo trek ik bijvoorbeeld vaak op met Monica, de vriendin van Victor, of met de vriendin van Tailson. Bij Germinal Beerschot lopen nu ook een paar Brazilianen rond en met Daniel Cruz kan ik Spaans praten.”

Waar vul je de dagen mee ?

“Ik doe het huishouden en ’s avonds kook ik voor Luciano. De typisch Braziliaanse keuken : veel met rijst en lamsvlees. Maar ik moet toegeven dat de Belgische keuken mij bevalt : die frietjes ! Heerlijk ! Om die frieten er weer af te krijgen, ga ik geregeld naar de fitness hier in de buurt. Voor de rest ben ik totaal niet sportief aangelegd.”

Hou je van voetbal ?

“Ja, zeker sinds Luciano profvoetballer is. Ik ga elke wedstrijd mee, en dan ben ik bloednerveus. Ik durf niet eens te kijken wanneer er een bal in zijn richting gaat. Mijn favoriete Braziliaanse voetballer, op Luciano na, is Ronaldinho.”

door Matthias Stockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier