Wint Iljo Keisse op 25 november zijn zesdaagse in Gent ? ‘Het is iets complexer dan alleen maar op de pedalen duwen’, zegt Daniël De Maertelaere, die de carrière van de pistier tot nog toe begeleidde.

Daniël De Maertelaere : “Ik kwam indertijd de kleine Keisse tegen en de kleine Keisse was aan het zwalpen. Hij zag het niet goed meer zitten omdat hij blijkbaar niet goed genoeg was om in de toenmalige selecties mee te rijden. Meer bepaald in de achtervolging. Ik onderhield een goede band met zijn vader, zo is de samenwerking er gekomen. Tussen pot en pint heb ik toen eens gezegd : ‘Je bent verkeerd bezig met Iljo, dat ís geen achtervolger, hij gaat zich daarin kapot rijden.’ Op zijn vijftiende kwam hij naar hier en ondertussen is hij bijna 25 en, denk ik, niet zonder succes gebleven. Hij heeft tot nu toe alles gewonnen wat hij wou winnen. Europees kampioen, Belgisch kampioen, zesdaagsen …

“Wat ik als mijn job beschouw, is sportbegeleiding. Meer dan trainer zijn. Mensen die iets willen bereiken in de sport adviseren. Niet alleen zeggen hoeveel vitamine C je moet nemen of hoeveel kilometers je moet lopen, maar weten wat je kan, wat je eruit kan halen, wat je kan bijschaven en of je ervan kan leven.

“Welke evolutie ik Iljo heb zien doormaken ? Dat is relatief eenvoudig uit te drukken : van niets tot Europees kampioen. Maar de evolutie ligt op twee vlakken. Ik heb, denk ik, mijn steentje bijgedragen in het léren koersen. En twee : fysiek moet je het natuurlijk ook nog kunnen. Als je het gewoon qua capaciteiten bekijkt, is Iljo Keisse geen supertalent. Hij is vooruitgegaan door wilskracht. Ik noem hem soms een serreplantje : je moet het met veel zorg omringen, maar zodra het te veel of te weinig water krijgt, is het zijn tel kwijt. Dat is bij Iljo ook zo. Hij rijdt goed en zal dat waarschijnlijk nog wel een paar jaar doen, maar er mag niet veel mee gebeuren. Iljo is een jongen zonder over-capaciteiten, niet iemand die een slechte dag kan compenseren met zuiver talent.”

Gokspel

“De voorbereiding was een voorbereiding uit noodwendigheid. Als je niet echt aan de top staat, kan je niet van de zesdaagsen leven. Dus heb je in België een ploeg nodig die mecenas speelt. Alle pistiers in België zitten bij Chocolade Jacques. Maar dat mecenaat kent natuurlijk zijn grenzen. Kijk naar Dimitri De Fauw : geen resultaten gehaald op de weg en zijn contract loopt dit jaar ten einde. Ik heb Iljo gezegd dat hij zich dat niet kan permitteren. Het volstaat om zoals MatthewGilmore één keer te vallen en het is gedaan. Je kan daar rekening mee houden door te zorgen dat je ook op de weg eens in de krant komt. Daar zijn we dit jaar in geslaagd : we gokten op drie overwinningen om bij de top twintig in België te zitten. Iljo heeft twee overwinningen en een derde plaats in Kuurne-Brussel-Kuurne. Dat heeft dus een andere voorbereiding gevraagd om kilometers te maken.

“Fysiek word je sterker door meer op de weg te rijden : je krijgt meer macht, meer uithoudingsvermogen, maar je boet in aan snelheid. Dus was de training die hij dit jaar volgde, erop gericht te compenseren wat hij in die wedstrijden verloor. Dus nog meer op snelheid om de nadelen van het groot verzet op de weg te compenseren. Maar hij kan nog tien of vijftien jaar mee in de zesdaagsen. Daar moeten we ons geen zorgen meer over maken, dat lukt wel. Ik zie op dit moment niet in wat Iljo in een zesdaagse te kort zou komen.”

Olympische Spelen

“Een van de grote dilemma’s volgend jaar is : wat doe je met de Olympische Spelen ? Ik ben niet zo euforisch als sommigen. Als je een volledig jaar aan die Spelen moet opofferen en je wordt daar vijfde, is dat prachtig, maar je bent er niks mee. Ik vind : je bent eerste of je staat met lege handen. Iljo’s contract loopt tot eind volgend jaar, dus kan je niet alles op één paard zetten of je moet zeker zijn dat je er alle middelen voor kan krijgen. Maar die zijn er niet. Structureel zie ik niks tevoorschijn komen en tijd zat is er niet. Je moest daar eigenlijk volop mee bezig zijn. Al is het maar met gestructureerd rusten ( lachje).

“Voor alle sporters op die leeftijd zijn de Olympische Spelen jé van hét. Niet alleen voor de sfeer en de eer, maar ook omdat een medaille of een goede uitslag gelijkstaat met een droom. Financieel ook natuurlijk. Dat komt overeen met vier jaar wereldkampioen worden. Dus streven ze daar allemaal naar. Dat is het grote probleem : dat het niet zo simpel is als het op het eerste gezicht lijkt. Niet iedereen is daarvan overtuigd.

“Iljo rijdt nu zesdaagsen en hij wint er één ( Amsterdam, nvdr). Daarom denkt men : hij zal nu wel een van de besten zijn. Mis. Dat wereldje bestaat uit pakweg dertig renners, die mekaar allemaal door en door kennen. Je kan je afstemmen op wie er een slechte dag heeft, wat harder duwen, een ronde pakken en weten dat ze je niet meer kunnen terughalen. Maar op de Olympische Spelen kom je tegenover een bende mensen te staan die je nog nooit bent tegengekomen, maar die allemaal kunnen koersen. En je hebt een halfuurtje om je titel te behalen. Je kan bovendien je krachten snel verspelen als je verkeerd reageert op een onbekende renner die iets onderneemt. Ik krijg de indruk dat de mensen van het beleid daar licht overheen gaan. Het is maar een spelleke, stuur hen er maar eens naartoe. Een goed voorbeeld is het Europees kampioenschap ploegkoers van vier weken geleden. Het is pas na lang aandringen dat ze uiteindelijk beslist hebben om Keisse en KennyDe Ketele eens samen te laten koersen.”

Keisse-De Ketele

“Ik ken De Ketele niet, over zijn kwaliteiten ga ik geen oordeel vellen, maar Iljo heeft nu de status dat hij met de betere zesdaagserenners mag rijden. Dat heeft De Ketele nog niet. Keisse-De Ketele, dat zal misschien wel werken in een zesdaagse van Hasselt, waar er niet veel van afhangt, maar in de serieuze – Gent, München, Ber-

lijn … – gaat dat waarschijnlijk niet lukken. De Ketele komt eraan, maar voorlopig staat hij in alle zesdaagsen nog op de zevende, achtste plaats. Dat ligt uiteraard niet altijd alleen aan hem, maar het betekent wel dat zijn status in het milieu nog niet is wat die zou moeten zijn.

“De Ketele is twee jaar jonger dan Iljo en Iljo had twee jaar geleden het koersinzicht nog niet dat hij nu heeft. De Ketele heeft dat dus ook nog niet. Men heeft mij gezegd : De Ketele hing op het Europees kampioenschap drie keer rond zijn kader gedraaid. Wel, dat is omdat ze mekaar niet begrijpen. Koersen is veel meer dan op pedalen duwen.

“In de ploegkoers los je elkaar tachtig, negentig keer af. Als je telkens twee meter te kort komt om direct in het wiel te zitten, sta je twee ronden achter. Dan spreek ik nog niet van conditie, concurrentie of inzicht. Dat is op mekaar afgestemd zijn. Je kan aflossen door de vingers ineen te haken, de polsen of de handen : daar moet je op oefenen om elkaar te vinden. In de atletiek oefenen ze vier jaar om dat stokje door te geven, dus het is een utopie te denken dat je dat op de piste op veertien dagen kan. Je moet de kleinste details geautomatiseerd krijgen. Dát zijn de zaken waar de bond zich mee bezig zou moeten houden.”

Keisse-Bartko

“Met Bartko beschikt Iljo over een uitstékende ploegmaat. Daar werkten we al een jaar of drie naartoe. We hadden een min of meer theoretische carrière uitgestippeld en ik zei hem toen al : je toekomst ligt in Duitsland. Je hebt in België Gent en nog een halve zesdaagse in Hasselt, in Frankrijk is er Grenoble, financieel niet echt interessant. In Nederland beginnen Amsterdam en Rotterdam goed te draaien, terwijl Maastricht wat van hetzelfde niveau is als Hasselt. In Duitsland heb je München, Berlijn, Dortmund, Bremen én Stuttgart. Tja dáár ligt het, hé. En als je kijkt naar de Duitsers die daarin rondrijden, zie je er een aantal dat volk trekt, maar alleen staat : Bartko, Beikirch, indertijd Kappes … Dus moet je daar vissen.

“Met Bartko heeft hij een uitstekende ploegmaat gevonden omdat die complementair is. Sterke vent, want twee keer wereldkampioen achtervolging en olympisch kampioen. Iljo is eigenlijk opgeleid om snelheid te krijgen omdat hij niet sterk genoeg is om die achtervolging aan te kunnen. Net die snelheid mist Bartko. Die combinatie maakt een goede ploeg. Het nadeel van Bartko is dat hij zich als achtervolger en krachtmens onwennig voelt op kleine pistes. Die hellingen zijn veel steiler. Omdat zij meestal met een grotere versnelling dan anderen rijden en elke bocht bergop is, dreigen ze zichzelf daarin kapot te rijden. Met een kleine versnelling verteer je dat beter. Daartegenover staat dat je op grotere pistes langer aan dezelfde snelheid kan rijden. En in Duitsland zijn het allemaal grote pistes. Dus is het goed dat hij Bartko als ploegmaat heeft.

“Ik heb hem vorig jaar gezegd : probeer met Bartko een contract te maken, zodat je één of twee jaar elke zesdaagse met hém rijdt. Maar Iljo durft dat dus niet. Want, zegt hij, ‘stel dat ik eens niet goed ben en hij zit met mij aan zijn been …’ Daar kan ik in komen, maar je kan ook omgekeerd redeneren. Bartko kan ook eens een mindere dag hebben en dan zit hij met hém aan zijn been. Anderzijds loopt hij met het idee dat De Ketele ooit eens met hem zal moeten rijden en als hij een contract met Bartko heeft, kan dat niet. En zo zijn er duizend argumenten waardoor hij twijfelt.

“Mondeling is er afgesproken dat hij het hele seizoen met Bartko zou rijden, maar – en dan begint het – met uitzondering van de zesdaagsen waar de organisator niet PatrickSercu is. En vermits ze aan elkaar geen verantwoording af te leggen hebben, kan het dat Bartko niet neen zegt als ze hem aan Beikirch koppelen. Iljo heeft nog niet de status dat ze het eerst aan hem vragen. Het gevolg is dat Bartko niet in Hasselt of Maastricht zal rijden als Keisse daar met De Ketele rijdt. Dat gaat Bartko niet plezant vinden. Ik bedoel : het is iets complexer dan op de pedalen duwen.”

Een trui en een mooie fiets

De Maertelaere : “Zijn vooruitgang zal vooral in het mentale moeten liggen. In het begin dat hij koerste, kwam het niet in hem op om een koers te winnen. We hebben het er eerst in moeten stampen dat koersen geen zin heeft als het alleen maar dient om je eigen ego te bevredigen. Een truitje aantrekken en op een mooie fiets rijden is niet hetzelfde als beroepsrenner zijn. Hij moest leren winnen. Pas toen hij een paar keer won, heeft hij de smaak te pakken gekregen.

“Als je het spel op langere termijn wil blijven meespelen, moet je jezelf ook profileren. Dat doet hij op dit moment eigenlijk niet. Iljo heeft een zeer grote gave die, naar mijn gevoel, ook zijn grootste handicap is : hij wil met iedereen overeenkomen. Als jij hem iets vraagt, gaat hij dat met veel plezier willen doen, maar als ik hem het tegenovergestelde vraag, gaat hij dat ook met veel plezier willen doen. Dan heeft hij dus een probleem, hé ( grijnst).

“Een voorbeeld : mondeling is overeengekomen dat hij met Bartko de meeste zesdaagsen ging rijden, maar in Dortmund koppelen ze hem aan ErichMohs. Dat is blijkbaar een talent, maar slechts 21. En Iljo zegt : ’t is goed. Het resultaat is dat hij op een ronde of tien eindigt. Eigenlijk zou hij dan naar mijn gevoel moeten zeggen : als het niet met Bartko kan, rij ik niet. Maar, ja, dat is een gok die je neemt.”

Oorlogsverklaring

“Hij zou de zesdaagse van Gent moeten kunnen winnen ? Ja. Maar gaat hij ze ook winnen ? Dat blijft afwachten. Je moet de wereld durven aanzien zoals hij is. Kijk, het was duidelijk dat SlippensStam als plaatselijke renners de grote favorieten waren in Amsterdam, Risi, dat is bekend, wil altijd in het begin zo snel mogelijk zijn zesdaagse winnen. Dus blijven er twee mogelijkheden : of je speelt het spel mee en je wordt derde of je verklaart de oorlog en dat heeft hij gedaan ( Keisse won in Amsterdam, nvdr). Risi won intussen in Dortmund maar simpel wordt het zeker niet in Gent.” S

door raoul de groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content