International Gaby Mudingayi is aan zijn derde seizoen bezig in Rome en kon voor eerst een volledige voorbereiding meemaken.

Met temperaturen van bijna veertig graden is het bloedheet in de Italiaanse hoofdstad. Het beroemde Stadio dei Marmi is normaal gezien een geliefkoosde pleisterplaats van joggers en nieuwsgierigen, maar als Gaby Mudingayi (25) er aankomt, is het zo goed als verlaten. De Belgische middenvelder spreidt een brede glimlach tentoon, ook al maakte hij de avond voordien (28 juli) de verplaatsing naar Southampton niet mee. Omwille van een lichte enkelblessure gaf de medische staf er voorzichtigheidshalve de voorkeur aan om hem niet te selecteren. Zo kreeg hij meteen een extra dagje vrij tussen de twee voorbereidingsstages in Kapfenberg (8-27/7) en Fiuggi (5-19/8).

Het is de eerste keer sinds hij voor Lazio speelt, dat Mudingayi de voorbereiding helemaal kan meemaken. Het eerste seizoen (2005/06) kwam hij met een blessure over van bij Torino en vorig seizoen was hij net hersteld van een scheenbeenbreuk na een drieste tackle van Fabio Cannavaro. “Ondanks mijn kleine enkelblessure is alles tot nu toe uitstekend verlopen”, zegt hij lachend.

We zagen vooral foto’s waarbij de coach jullie op zijn fiets begeleidde tijdens boslopen …

Gaby Mudingayi : “Tijdens de voorbereiding moet je nu eenmaal hard werken. Het is de enige manier om genoeg basisconditie op te bouwen. We hebben inderdaad veel in het bos gelopen, maar we hebben meer gedaan dan dat. De eerste voorbereidingsstage was vooral gericht op het opbouwen van uithoudingsvermogen, in Fiuggi werken we meer op het tactische vlak. Maar ook in Oostenrijk hebben we ’s namiddags veel met de bal getraind. We hebben bovendien ook in zaal getraind en we hebben heel wat wedstrijden gespeeld, eerst tegen lokale amateurploegen en daarna tegen stevige tegenstanders zoals Stuttgart, West Ham, Southampton, Arsenal en Atlético Madrid. Dat zijn belangrijke tests in afwachting van de derde voorronde van de Champions League.”

Een gevleugelde uitspraak van Trond Sollied is dat boslopen geen zin hebben omdat er op een voetbalveld geen bomen staan.

“Tja. Daar ben ik het niet mee eens. Bij zo’n hitte is het toch aangenamer om in het bos te lopen dan om je dood te zweten op het veld. Stel dat we ons in Rome hadden moeten voorbereiden bij een temperatuur van veertig graden. In de winter is een bosloop misschien minder aangewezen, maar nu is het toch leuker om de bergen in te trekken omdat de temperatuur er wat aangenamer is. De laatste twee jaar hebben we trouwens op dezelfde manier gewerkt en dat heeft goede resultaten opgeleverd. Na een iets mindere start zijn we vorig seizoen trouwens almaar sterker geworden. Zelf heb ik ondertussen ook geleerd om beter te doseren. In het begin ging ik soms te diep. Nu doe ik alle oefeningen in een strak tempo zonder echter in het rood te gaan. Onze voorbereiding vind ik trouwens over het algemeen iets minder hard, omdat alles in het teken staat van de wedstrijd in de derde voorronde van de Champions League op 15 augustus. Het aftellen met het oog op die partij is al enkele weken geleden begonnen, want we willen absoluut doorstoten naar de groepsfase. Uit de resultaten van mijn tests blijkt alvast dat ik in prima conditie ben.”

Waardering

Jouw eerste jaar hier was matig omwille van aanhoudende blessures, maar vorig jaar speelde je de pannen van het dak. Hoe komt dat ?

“Gewoon omdat ik geblesseerd was toen ik de overstap maakte van Torino naar hier. Het heeft vijf maanden geduurd voor een scheurtje in mijn kniepees volledig hersteld was. De juiste diagnose werd immers pas gesteld door dokter Ferret, de vroegere arts van de Franse nationale ploeg. Enkel door zijn echografie kwam die goed verborgen blessure aan het licht. Hij heeft me ook goed verzorgd en ik ben niet meer hervallen. Uiteindelijk heb ik in mijn eerste jaar toch ook veertien matchen gespeeld en één keer gescoord. Ik begon op het einde van het seizoen echt goed op dreef te komen maar op drie speeldagen van het einde, op 22 april 2006, liep ik na een woeste tackle van Fabio Cannavaro in de partij tegen Juventus een scheenbeenbreuk op. Hij heeft me achteraf wel een paar keer gebeld, zelfs toen hij in Duitsland bezig was aan het WK.”

Stel je de aanvoerder van de Squadra niet te sympathiek voor, als je dat zo zegt ? Want als ik me goed herinner, heeft hij je enkel gebeld omdat hij moest van de clubleiding …

“Dat hele verhaal is een eigen leven gaan leiden omdat Walter Veltroni, de burgermeester van Rome, zich er ook mee bemoeide. Ik heb de beelden van de bewuste fase nooit gezien, maar ik heb wel van verscheidene mensen gehoord dat ze zich afvroegen waarom Cannavaro zo driest tegen mij tekeerging, terwijl ik niet eens in zijn zone speelde. Ik zal hem bij gelegenheid toch eens vragen wat hem bezield heeft. Het was alsof hij het met voorbedachten rade deed. De kranten hadden de dagen voordien wel geschreven dat ik goed in vorm was en als ex-speler van Torino de wedstrijd als een derby beschouwde, maar dat kan niet rechtvaardigen wat hij deed. Ik weet in ieder geval nog dat het enorm pijnlijk was. Het was alsof er een trein over me heen denderde.”

90 minuten plezier

In je tweede seizoen was je onmisbaar. Je speelde 28 wedstrijden. En toen een schorsing dreigde, spaarde de coach je in het vooruitzicht van de derby. Is de tegenslag van het eerste jaar de enige verklaring voor die metamorfose ?

“Zeker niet. Die metamorfose was de vrucht van hard werken, zowel fysiek als tactisch. Ik ben ervan overtuigd dat wie hard werkt, ook altijd vooruitgang boekt. En bij Lazio is het de gewoonte om hard te werken. Maar ondanks de druk is een match hier ook 90 minuten plezier.

“Toen ik bij Torino kwam, wist ik eigenlijk niet wat voetballen echt is. Bij Gent heb ik dat plezier in ieder geval nooit ervaren, zelfs niet op training. Ik kreeg er constant kritiek. Als je hier hard werkt, weet je dat de mensen dat ook zien en dat het uiteindelijk zal lonen. Bij Gent hebben ze nooit in mij geloofd. Henk Houwaart stuurde me naar de beloften en Patrick Remy viste me daar op en stelde me op in een bekerwedstrijd. Maar toen Remy vertrok, pendelde ik weer tussen de A-kern en de invallers. Herman Vermeulen geloofde wel sterk in me en stelde me als interim-coach altijd op. En Jean-François de Sart riep me op voor de selectie van de min-21-jarigen. Torino merkte me trouwens op in een match met de beloften. Ondertussen boekte ik in Italië technisch en tactisch een enorme vooruitgang, maar ook mijn zelfvertrouwen is toegenomen.”

Is het nog altijd woede die je drijft omdat je in Gent geen erkenning kreeg ?

“Neen, maar dat heeft me wel fel geholpen.”

Je cijfers voor 2006/07 zijn in elk geval erg overtuigend : 2284 speelminuten en 90 op 101 duels gewonnen.

“In Italië analyseren ze alles en in dat duelklassement, dat werd gewonnen door Gennaro Gattuso, werd ik derde. Wie tweede was, weet ik niet meer. De tactische oefeningen lonen in ieder geval, want daardoor weet ik nu waar de bal naartoe zal gaan.”

Zelfverzekerder

Ook je passing is sterk verbeterd : 770 goede passes op 967. Hoe verklaar je die goede score ?

“Ik heb altijd veel ballen gerecupereerd, maar ik was me ervan bewust dat ik daar dan niet altijd iets goeds mee deed. Ik heb er dus hard aan gewerkt om de kwaliteit van de passing te leren verzorgen. Vaak oefen ik na de training nog bij door de bal tegen de muur te kaatsen. Hij moet terug in de voet komen. Is dat niet zo, dan is de pass niet goed. Ook in dit geval is de verbetering te danken aan hard werken, maar ook aan een toegenomen zelfvertrouwen.”

Wat verwacht je van het komende kampioenschap ?

“De voorbije competitie was een beetje bizar omdat Juventus er niet bij was, maar de titel van Inter was ruimschoots verdiend. Inter had veruit de meest complete ploeg. Ik begrijp trouwens nog altijd niet dat Inter in de Champions League niet voorbij Valencia is geraakt. Ook dit seizoen zullen ze ongetwijfeld een hoofdrol vertolken. Omdat sommige teams, waaronder ook Lazio, vorig seizoen met een handicap moesten beginnen, mikte Inter heel sterk op een goede start. Dat is gelukt en daarna konden de Milanezen op hun elan doorgaan. Met Lazio hoopten we stiekem op een ticket voor de UEFA Cup en uiteindelijk zitten we in de Champions League. De komende competitie wordt ongetwijfeld een stuk spannender van vorig jaar. Er zijn heel wat titelkandidaten en de ploegen die nu gepromoveerd zijn, hebben meer middelen dan de teams die uit de Serie A verdwenen zijn. Meer dan ooit zullen teams uit de top van de klassering schrik moeten hebben van de kleintjes.”

Overloop de teams eens.

“Ik denk dat Lazio het wat lastiger zal hebben dan vorig jaar, maar eigenlijk zijn we verplicht bij de eerste vijf te eindigen. Juventus is bij de elite teruggekeerd en heeft enkele goede spelers gekocht, zoals Tiago. De kracht van dat team is echter vooral dat spelers als Gianluigi Buffon, David Trezeguet en Mauro Camoranesi gebleven zijn, want dat zijn heel sterke voetballers. Roma zou zijn prestatie van afgelopen seizoen kunnen herhalen, temeer omdat ze dit jaar een sterkere bank hebben. Milan zal ongetwijfeld ook een stuk sterker voor de dag komen, want de kern is niet veranderd, Massimo Oddo is nu goed geïntegreerd en Ronaldo wil er alles aan doen om te bewijzen dat hij niet versleten is.”

Milan zou ook concrete belangstelling voor jou hebben gehad en je zelfs de Ringhio – de bijnaam van Gattuso – van Lazio hebben genoemd …

“Mijn manager, Giovanni Bianchini, is inderdaad benaderd door Milan. Onze voorzitter, Claudio Lotito, die erom bekend- staat altijd te krijgen wat hij wil, riep me samen met mijn manager bij zich. Hij liet duidelijk verstaan dat hij me niet wilde laten vertrekken.”

Tegelijk zou hij een vraagprijs van 7 miljoen euro op je hoofd hebben gezet.

“Als Milan me echt had gewild, hadden ze zich daardoor niet laten afschrikken. Maar ik vraag me af waar al die verhalen en bedragen vandaan komen. Tijdens de voorbereiding op de wedstrijd van de Rode Duivels tegen Portugal stond in de Gazzetta dello Sport dat Milan 8 miljoen voor me zou betalen, terwijl mijn manager me toen duidelijk maakte dat ik niet bij Lazio weg mocht.”

Managers die niet belust zijn op een grote transfer, naar een club als Milan dan nog, dat komt maar heel zelden voor …

“Ja, maar we werken toekomstgericht. Als ik opnieuw een sterk seizoen speel en kan uitblinken in de Champions League, zal mijn waarde verdriedubbelen. En dan kan ik beginnen denken aan een aanzienlijk beter contract dan nu.”

Is het daarom dat je je contract met Lazio, dat tot 2009 loopt, nog niet hebt verlengd ?

“Neen, helemaal niet. Ik geloof in de aanpak van mijn club om jongeren vertrouwen te schenken en ze te laten doorgroeien. Wellicht zal ik in januari met het clubbestuur rond de tafel gaan zitten om over een contractverlenging te praten.”

Een slotwoordje ?

“Ik ben Michel Louwagie eeuwig dankbaar voor de trap onder de kont die hij me gegeven heeft door te verklaren dat ik niet goed genoeg was voor Gent. Zo heeft hij een enorme bijdrage geleverd aan mijn progressie.” S

Door Nicolas Ribaudo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content