Eigenlijk had deze overhandiging van de Gouden Schoen in Liverpool moeten plaatsvinden, aangezien het in dienst was van de Reds dat Luis Suárez zijn 31 doelpunten maakte. Maar de Engelse club had weinig zin in een feestje voor een voetballer die een jaar geleden maar met moeite in eigen rangen kon worden gehouden en deze zomer niet meer. En eigenlijk had de prijs ook moeten worden overhandigd, op vraag van Luis Suárez zelf, door Steven Gerrard, de aanvoerder van de Reds. Maar de club gaf de middenvelder geen toestemming voor een trip naar Catalonië. Gerrard las wel een videoboodschap in, die tijdens de plechtigheid werd afgespeeld.

Dat alles maakte dat het feestje in Barcelona plaatsvond en dat Kenny Dalglish de eregenodigde was. Het was de Schot die de Uruguayaan als trainer naar Liverpool haalde, in de zomer van 2011. “We hadden een spits nodig, en liepen de markt af. Toen in een vergadering met de sportieve cel de naam van Luis viel, zei ik direct: doen. Ik had gezien wat hij bij Ajax deed, hij is een garantie voor doelpunten.”

Dalglish ontdekte een innemende voetballer. “Hij kwam bij ons, aan de zijde van Sofía, zijn vrouw. Zijn dochtertje was ongeveer een jaar. Een echte familieman. Op het veld gefocust, ernaast rustig. In zijn eerste match, tegen Stoke City, scoorde hij meteen. Bangelijk.”

Hoe hij was in de kleedkamer? Daar weten we weinig over. Dalglish: “Dat hoeven jullie ook niet te weten. Hij heeft soms een zeer individuele stijl, maar is toch gericht op het collectief. Ik ben geen man van statistieken, maar ik las ergens dat hij vorig seizoen bij ruim vijftig procent van alle goals van de Reds was betrokken. Ofwel maakte hij ze zelf, ofwel bracht hij ze aan. En dan zie je dat zijn vreugde even groot is als een ander scoort. Het gaat niet over him scoring, maar us scoring.”

Neen, over Suárez geen kwaad woord, daar is Dalglish niet het type voor. Een club haalt een speler en moet er dan goed voor zorgen, vindt hij. “Tot er iets gebeurt wat niet langer te verdedigen is.” Maar: geen kwaad woord, zelfs niet als we wat prikkelen en zeggen dat de meeste goals toch vielen tegen kleinere tegenstanders. Hij scoorde niet tegen Manchester City, Chelsea en Arsenal. Dalglish, scherp: “Wat bedoel je? Is Manchester United een kleine ploeg? Hij scoorde op Old Trafford. Is Everton een kleine ploeg? Hij scoorde in beide derby’s. Is Tottenham een kleine ploeg? Hij maakte er drie. Voor Liverpool is élke match a big game!”

Suárez droeg dus met waardigheid zijn nummer zeven, het nummer dat ook Kevin Keegan op de rug had? Dalglish: “Ach, daar waren wij niet mee bezig. De mythe van rugnummers is iets van vandaag. Niet bij ons. Zo lang wij indertijd een nummer lager hadden dan elf zaten we goed. Met een nummer dat hoger was, had je een probleem.” (lacht)

Suárez was vorig seizoen ploegmaat van Simon Mignolet. De oogjes van Dalglish blinken als Big Si ter sprake komt. “Great goalkeeper. Debuteerde sterk en houdt die lijn aan. Ook dit seizoen. Ik kan me zo een paar wedstrijden herinneren waarin hij beslissend was.” Algemeen zegt Dalglish onder de indruk te zijn van de Belgen. “Geregeld zijn ze bij de besten in de Premier League. Ze hebben allemaal sleutelrollen in alle grote clubs. Het kan niet anders dan dat dit op termijn ook een enorm effect moet hebben op de nationale ploeg. Ik zag ze in de vorige kwalificaties tegen Schotland. Indrukwekkend!”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content