Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Kevin Vandenbergh (25) voetbalt weer in België. Na helemaal te zijn verguisd bij RC Genk, nam hij vorige zomer de wijk naar Nederland, maar bij FC Utrecht kwam hij amper van de bank af. De trainer die hem aantrok, Foeke Booy, was al weg nog voor de start van het kampioenschap en zijn opvolger, Willem van Hanegem, had het niet zo op de Belgische spits begrepen. Germinal Beerschot reikt hem nu de hand: Vandenbergh gaat een jaar op uitleenbasis op het Kiel voetballen.

Hoe is Germinal Beerschot bij jou terechtgekomen?

Kevin Vandenbergh: “Het eerste contact dateert al van januari, halfweg vorig seizoen dus. Mijnheer Anthuenis belde me met de vraag of ik na dat seizoen eventueel voor hen wilde komen voetballen. Ik antwoordde hem dat ik dat wel zag zitten, maar ook dat Utrecht na het tussenseizoen misschien toch wel een rol voor mij zou hebben. Maar dan train je weer en als speler voel je snel of je op één staat bij een trainer. Utrecht ging twee nieuwe spitsen voorstellen. Alle respect daarvoor, elke trainer heeft zijn voorkeuren, maar dan was het misschien beter dat ik verhuurd werd. Zo is de bal weer aan het rollen gegaan.”

Wie heeft vervolgens opnieuw het contact gelegd: jij of Beerschot?

“Daar kan ik niet precies op antwoorden. Alles is via mijn manager gegaan, Jacques Lichtenstein. Ik trainde twee keer per dag met Utrecht en zolang er niets in een beslissende fase zat, wilde ik me uitsluitend daarop concentreren. Ik had de verantwoor-delijkheid helemaal bij Jacques gelegd. Het was óf Germinal Beerschot, óf bij Utrecht blijven. Dat wist hij. Als het met Beerschot zou zijn afgeketst, was het daarbij gebleven. Ik wilde immers niet absoluut weg bij Utrecht. Ik voelde me goed in de spelersgroep en ook naast het veld. Alles wat ik moest hebben, was er. Ik zag dus geen enkele reden om te vertrekken. Vanuit de club heeft men mij ook gezegd dat ze veel respect hadden voor de manier waarop ik met de situatie omging. Van hen moest ik evenmin absoluut weg: ik mocht verhuurd worden, maar een definitieve verkoop was niet aan de orde.”

In de media doken ook de namen op van KV Mechelen, Westerlo, Elche uit Spanje en zelfs een Zuid-Koreaanse club die voor jou belangstelling zouden hebben gehad.

“Dat klopt allemaal, maar een ander buitenland zag ik niet zitten. Ik wilde weer vertrouwen opdoen en volgens mij kan dat alleen bij een club waar ze je al kennen. Stel dat je naar Spanje of, in het extreemste geval, Zuid-Korea vertrekt, weet je niet waar je terechtkomt.”

Een van de redenen waarom je België vorig jaar de rug terugkeerde, was dat je hier in niemands ogen nog iets goeds kon doen. Je snelle terugkeer is er geen door de grote poort. Vrees je de reacties niet?

“Ik moet eerlijk zeggen dat de contacten met de Belgische pers het voorbije jaar al erg goed waren. Er is eens een journalist naar een training van Utrecht komen kijken en die zag mij daar met plezier trainen, ondanks mijn situatie. Dat hij dat opmerkte én ook schreef, vond ik fijn. Ik voelde dat het respect langs beide kanten terug was. Dat vond ik belangrijk. Bovendien heeft het afgelopen jaar mij ook als mens veranderd.”

Malki, Dosunmu, Munyaneza, Kpaka en Verhoeven: het loopt al dik van de spitsen bij Germinal Beerschot en daar kom jij nu nog eens bij. Hoe moet dat gaan?

“Alle ploegen in België hebben wel vijf of zes spitsen. Concurrentie is er overal, van het kleinste ploegje tot de grootste club ter wereld. Overal zal er gevochten moeten worden voor de plaatsen. Nog voor de transfer helemaal in orde was, heb ik kort met Harm van Veldhoven gesproken, maar er is nog genoeg tijd om samen te zitten en het over mijn invulling in de ploeg te hebben. Het belangrijkste blijft dat we als team goed presteren. En dat meen ik.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content