Bert Smeets is de bezieler van Magic Foot, een uniek voetbalproject in Limburg dat doet denken aan de academies van Jean-Marc Guillou (maar er zich ook van onderscheidt). ‘Ik zeg altijd: jullie kind heeft er een vader bij, een sportieve vader.’

B ert Smeets is sinds 1992 actief in de topsport, vooral als individueel begeleider van judoka’s. Wanneer de twintigjarige Gella Vandecaveye doorbreekt met WK-goud in Hamilton, behoort hij tot haar entourage. Personal coaching is zijn dada en in 2004 begint hij ook jonge voetballertjes te begeleiden. “De uitdaging voor mij is om met een individuele benadering in een collectieve sport aan de slag te gaan”, zegt hij. “Om te kunnen functioneren in een ploeg, moet je ook als individu optimaal func-tioneren. Vaak loopt het daar al fout.”

Het initiatief slaat aan en Smeets stampt “een zondagsschooltje” uit de grond in Riemst, waar ook zijn praktijk als osteopaat en psychomotorisch therapeut is gevestigd. Enkele omliggende voetbalclubs in het zuidoosten van Limburg, waaronder Tongeren, verlenen hun medewerking, maar omdat de spelertjes tijdens de week weer naar hun clubs verdwijnen en hij er dan geen vat meer op heeft, besluit Smeets een eigen ploegje op te richten. Hij organiseert schoolsportdagen, ziet naar eigen zeggen 800 kinderen passeren en selecteert er veertien. Formeel worden ze aangesloten bij STVV, dat na vijf jaar eigendomsrechten kan laten gelden. Voetballen echter doen ze uitsluitend in het blauw-witte shirt van Magic Foot.

De eerste jaargang zit er inmiddels op. “Onze jongens zijn niet dé toptalenten, die zitten al in de clubs, maar een halve ploeg kan wel al mee op het niveau van de eerste klasse. Dat geeft ons de moed om door te gaan, maar wel niet langer onder de vlag van STVV. Wij willen doorgroeien naar een volledig onafhankelijk instituut en hebben onze jongens uitgeschreven”, aldus Smeets, die eerder met het ontslag van Thomas Caers als hoofd opleidingen van STVV zijn aanspreekpunt verloor.

Voor de tweede jaargang, die nu start, verwelkomt hij een vijftiental nieuwelingen. “Daarvan zijn er zich negen zelf komen presenteren. We hebben zelfs kinderen moeten weigeren. In totaal zullen we nu 31 jongens hebben, waaronder ook enkele jonge Belgen van Roda, MVV en Fortuna Sittard. De oudste is geboren in 1993, de jongsten zijn van 1997.”

Nergens beter dan thuis

Thomas Caers is inmiddels adjunct-directeur van de nieuwe Belgische academie van Jean-Marc Guillou, maar blijft betrokken bij Magic Foot. Niet alleen als peter van het project, maar ook – in overleg met de academie – als trainer. Verwonderlijk is dat niet. Magic Foot, dat hoofdzakelijk gebruikmaakt van de sportinfrastructuur in Bilzen, vertoont opvallende overeenkomsten (maar ook verschillen) met de JMG Academie. Allebei distantiëren ze zich nadrukkelijk van wat er in club- en bonds-verband gebeurt.

“De leefwereld van het kind staat centraal bij ons”, zegt Smeets. “Wij trainen de kinderen wanneer ze veel tijd hebben. Onder het schooljaar is dat op vrijdagavond, de hele zaterdag en op zondagvoormiddag. Op woensdag spelen we een wedstrijd. Tijdens de schoolvakanties hebben we stages en schakelen we over op een regime van vier volle dagen per week en een wedstrijdje in het weekend. Nu iedereen gestopt is, zijn onze jongens in groepjes van vier aan het trainen. De vooruitgang die je dan ziet, is niet te beschrijven. Overigens is onze opleiding heel breed. We gaan ook zwemmen met de jongens, ze krijgen judoles, yoga en dansles ook, we laten ze klimmen en trekken het bos in. Het is geen eenzijdige opleiding, wij willen er echte atleten van maken.”

Smeets rekende uit dat hij op jaarbasis aan 600 trainingsuren komt. Beduidend meer dan de clubs en amper een zestigtal minder dan de JMG Academie. “Toch laten we onze jongens genoeg rusten ook. Clubs hebben daar weinig oog voor. Kwantitatief zitten we dus goed, maar ook kwalitatief proberen we ze met professionals te omringen. Ik gebruik niet graag het woord ‘gediplomeerd’, wel ‘professioneel’. De dag dat trainers een diploma hebben, denken ze vaak dat ze de wijsheid in pacht hebben en zijn ze niet meer coachbaar. Wij hebben één trainer als bediende in dienst, die we zelf hebben opgeleid. Daarnaast nodigen we in functie van de noden gasttrainers uit voor een thematraining.”

Net als Guillou huldigt Smeets het principe ‘geen school, geen voetbal’. “Wij doen ook aan studiebegeleiding”, zegt hij. “Rapporten en toetsen worden opgevolgd en ze krijgen ook studie bij ons. Sommige jongens hebben meer schooldiscipline binnen ons project dan voorheen. Het verschil met Guillou is dat wij ons aanpassen aan het reguliere schoolsysteem.”

De JMG Academie wil inderdaad meer dan een voetbalinstituut zijn. Ze zal zelf onderwijs organiseren en de kinderen opvangen in een internaat. Smeets is benieuwd wie er uiteindelijk de stap zullen zetten. “Allemaal jongens die ze in de steden van de pleintjes hebben geplukt? Vooral kansarmen voor wie dit een geschenk uit de hemel is? En hoeveel echte Belgen? In Afrika staan mensen te springen om in een systeem te stappen dat onderwijs aanbiedt, maar hier?”

De kinderen in de JMG Academie zullen ook van over heel België komen. Smeets: “Wij zeggen: laat een kind in zijn omgeving. Vaak zie je dat spelers in gastgezinnen de verkeerde beslissingen nemen omdat je er minder vat op hebt. Het worden prooien. Wij willen de internaatsituatie thuis creëren. Een halfuur rijden, is het maximum. Kinderen zitten nergens beter dan thuis, maar we gaan wel hun omgeving beïnvloeden zodat ze op tijd eten krijgen, goed eten ook, en op tijd naar bed gaan. Wij verplichten hen om ’s middags een uur te slapen. De ouders moeten daar toezicht op houden.”

Smeets geeft toe dat ouders voor een grote psychologische drempel staan alvorens ze hem hun kind toevertrouwen. “Wij hebben een grote impact op zo’n gezin. Naarmate de tijd verstrijkt, groeit echter de tevredenheid. Waarom? Ze zien hun kind veranderen, er is rust in het gezin, geen stress en gecross meer na de dagtaak, de schoolprestaties gaan erop vooruit, hun kind is blij. We betrekken de ouders er ook echt bij: op zaterdag komen ze in een beurtrol koken. Zo zien ze ook wat er met hun kinderen gebeurt. Het is een kwestie van vertrouwen. Ik zeg altijd: jullie kind heeft er een vader bij, een sportieve vader. En ondanks veel aanbiedingen van clubs is maar één jongen hier op eigen houtje vertrokken.”

Bomen en groeispurten

Fundamenteel hebben Magic Foot en de JMG Academie heel wat gemeen in hun opleidingsfilosofie. Veel trainingsuren, professionele trainers, kleine groepjes. En geen competitie. “Heel belangrijk”, weet Smeets. “Een voetballertje van Standard dat op zaterdag naar Lokeren moet, is een hele dag onderweg voor misschien maar een halfuurtje voetbal. Het tijdverlies is enorm. Bovendien zie je ook bij de jeugd nog weinig technische passeerbewegingen. De prestatiedruk is al zo hoog dat de jongens bang zijn foutjes te maken, waardoor velen er niet in slagen de aangeleerde technieken in de wedstrijdvorm te automatiseren.”

Bij Magic Foot wordt erop toegezien leerproces en wedstrijdniveau synchroon te laten verlopen. “De wedstrijd is een evaluatiemoment om te zien wat ze kunnen toepassen van wat ze hebben geleerd. Wij vergelijken het individu met zichzelf, niet met anderen. Kinderen, ook de onze, spelen altijd om te winnen, maar voor ons is dat niet belangrijk: het gaat om de opdrachten die ze meekrijgen, zowel individueel als collectief. Technisch liggen we nu al tegen geen enkele tegenstander onder, wie we ook uitnodigen.”

Techniek, spelintelligentie, motivatie en attitude zijn de voornaamste aandachtspunten. “Op mentaal vlak zijn er progressiemogelijkheden waar niets mee wordt gedaan”, is Smeets overtuigd. “Intelligentie is óók een plastisch gegeven. Je hebt slimme kinderen, maar die niets doen met de prikkels die hen worden aangereikt. Wij steken dat in de term ‘coachbaarheid’. Jongens die goed kunnen voetballen, maar niet coachbaar zijn, interesseren ons niet.”

Net als de JMG Academie rekruteert Magic Foot niet op gestalte. “Maar geloof me,” zegt Smeets, “de realiteit in onze eerste klasse is anders: je komt alleen bomen tegen. Wij houden rekening met groeispurten, dus hebben we ook kleine jongens. Ik heb van twee jongens een prognose laten maken hoe groot ze zullen worden. Als je weet dat iemand maar 1m70 zal worden, moet je er geen centrale verdediger van maken.”

Kinderen die onderweg afhaken, worden niet aan hun lot overgelaten. “Wij proberen nazorg te leveren”, aldus Smeets, daarin bijgetreden door zijn zakelijke rechterhand Rudi Wouters: “In onze eerste klasse start je als jonge voetballer in een afvallingskoers. Het is een survival of the fittest: als er één overblijft van een generatie, vinden clubs al dat ze goed hebben gewerkt. Onze ambitie is om élk kind op de juiste plaats te krijgen. Dat weerspiegelt zich ook in de groepsgeest: bij ons zie je geen kliekvorming. In een afvallingskoers zijn het allemaal concurrenten.”

Het klinkt zo mooi dat je je afvraagt waarom niet iedereen het aanpakt zoals Magic Foot. “Het is niet alleen een verhaal van middelen”, weet Smeets. “In clubs is veel mogelijk, alleen is hun organisatie niet kindvriendelijk. Om te beginnen al door die competitie in het weekend. En omdat ze niet met professionele mensen werken. Wat dat betreft, hebben we een grote achterstand tegenover de ons omringende landen.”

Dit is de derde en laatste aflevering van een minidossier naar aanleiding van de buitenlandse overname van Lierse SK. De eerste aflevering (over de nieuwe Egytische eigenaar Maged Samy) verscheen op 2 juli, de tweede (over Vincent Dufour en de Belgische JMG Academie) op 9 juli 2008.

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content