Komend weekend start de competitie in de eerste klasse. Sport/Voetbalmagazi-ne stelde elke club één vraag en kreeg evenveel antwoorden, nog voor één keer genummerd volgens de klassering van het afgelopen seizoen.

1. Anderlecht

In een paar dagen waren alle abonnementen uitverkocht, waardoor het stadion nu al vol zit. Ook qua sponsoring is jullie huiswerk af. Hebt u nu als commercieel directeur een jaar vakantie ?

Chris Lioen, commercieel directeur : “Verre van. Nu al moeten we praten over de verlenging van contracten voor businessseats en loges, en over de nieuwe mogelijkheden tot sponsoring, dankzij de invoering van ledboardingpanelen langs het terrein. Door die nieuwe technologie beschikken we over extra mogelijkheden om bedrijven in beeld te brengen. We waren volzet qua sponsoring, maar door dit nieuwe systeem komt er extra ruimte vrij. Jammer is dat we door de snelle uitverkoop van de abonnementen geen extra acties meer kunnen opzetten voor families. Ons stadion zit heel het seizoen vol, het heeft geen zin meer om nog nieuwe mensen aan te trekken. De maximumcapaciteit is 24.500 plaatsen, er zijn 21.000 abonnementen verkocht, maar we hadden er makkelijk 30.000 tot 33.000 kunnen verkopen. Een mogelijke verhuis of uitbreiding van de stadioncapaciteit blijft dus aan de orde, maar momenteel beweegt er op dat vlak niets. Helaas.”

2. Standard

Wie van de Standardspelers snapt het Frans van Boskamp ?

Eric Deflandre : “Iedereen begrijpt wat Johan Boskamp bedoelt. De taal zorgt niet voor problemen. Hij toont dat hij grote inspanningen deed om Frans te leren en hij praat het ook. Hij durft fouten maken. Zijn accent is speciaal, maar dat is het accent van een Braziliaan die Frans praat ook. Een aantal spelers voor wie het Nederlands niet de moedertaal is maar die de taal wel kennen, hebben wél problemen om het Nederlands van Boskamp te verstaan. Er is niet echt één taal dominant bij dit Standard. Boskamp gebruikt een mix van Nederlands, Frans en Engels, Dembele of Conceiçao vertalen dat naar het Portugees. Het lijkt ingewikkeld, maar we verliezen echt geen tijd met allerlei vertalingen van de oefeningen of opdrachten. Standard is een team met veel nationaliteiten en de trainer begreep al snel dat hij zich daaraan moet aanpassen.”

3. Club Brugge

Hoe anders is het om bij een topclub te voetballen ? Waaraan voel je het verschil ?

Timothy Dreesen, overgekomen van Lierse : Aan het niveau op training. Het ritme ligt hoger, het niveau van de medespelers ook. De passing moet verzorgder, de balcontroles ook. Trainer en medespelers maken je daar ook meteen op attent. Op termijn word ik daar beter van, van dagelijks met betere spelers te oefenen. Ook buiten het veld heb je meer mogelijkheden. Er zijn hier meer ruimtes voor verzorging, meer kinesisten en meer dokters. Bij Lierse maakte ik maar één of twee trainingen van Ferrera mee. De voorbereiding op zich verloopt overal wel ongeveer hetzelfde. Fysiek is het niet zwaarder dan bij Lierse, mentaal wel. Je moet de hele tijd geconcentreerd zijn. Ik pik dat wel op. Er wordt ook meer van spelers individueel verwacht dan bij een club als Lierse, terwijl ook het doel voor het team een stuk hoger ligt, maar ook daaraan pas ik me wel aan.”

4. AA Gent

Hoe probeert AA Gent na het vertrek van publiekslieveling Mbark Boussoufa ontgoochelde fans te overtuigen om dit seizoen toch een abonnement te kopen ? Waarom is ook komend seizoen de verplaatsing naar het Ottenstadion de moeite waard ?

Patrick Lips, pr-man : “Een echte supporter supportert niet voor één speler, maar voor een club. Vorig jaar zag Club Brugge na het vertrek van publiekslieveling Timmy Simons het aantal abonnementen stijgen. Ook nu verkoopt Club, na een tegenvallend seizoen, meer seizoenskaarten dan vorig seizoen. Het klopt dat de meeste mensen die ons zien, vragen wat we nu zullen doen en de hoop uitspreken dat we nog een naam aantrekken. Wat ons betreft, is Marcin Zewlakow een naam.

“Mensen vergeten vlug. Toen Boussoufa hier aankwam, lachte men ons uit. ‘Wat hebt ge nu gekocht, een speler van 1.50 meter ?’ De meeste supporters waren cynisch, ik hoor ze nog zeggen : ‘Hij heeft wel bij Ajax gespeeld, maar ze hebben hem daar niet gehouden, zo goed zal hij ook wel niet zijn. ‘ Typisch Gents is dat soort cynisme. Twee jaar later zijn de meesten die twijfels vergeten. Ze moeten zich ook nu geen zorgen maken : Georges Leekens zal wel iets bedenken.”

5. RC Genk

Resulteerde het vertrek van sterkhouders als Koen Daerden en Steven Defour in een daling van de abonnementenverkoop ?

Erik Gerits, assistent-directeur : “Het vertrek van Daerden en Defour kost ons geen abonnementen. We kennen wel een lichte terugval. Dat we tussen 500 en 2000 abonnementen minder zullen verkopen dan vorig jaar, komt vooral omdat we de afgelopen drie jaar geen goed voetbal brachten. Twee jaar geleden camoufleerden we dat nog door na de play-offs tegen Standard in extremis derde te worden, maar ook toen was het voetbal niet goed. Als we straks op overtuigende wijze Europees voetbal halen, haken mensen niet langer af. Onze telefoontjes naar mensen die hun abonnement niet verlengen, leveren drie antwoorden op : er is ten eerste minder spektakel, ten tweede maken de wedstrijdverschuivingen door Belgacom de planning voor mensen onoverzichtelijk. En nog een belangrijke reden is het financiële aspect. Wij zitten in een regio met veel werklozen en laaggeschoolden. Alles wordt duurder, men moet snoeien in het budget. Vaak wordt het kiezen tussen een vakantie en een abonnement bij Genk. Als je sportief succes hebt, willen mensen zich nog eens pijn doen, maar als er op het veld niet veel te zien is, vervalt dat argument.”

6. Zulte Waregem

Hoe anders is het om na achttien jaar profvoetbal in een semiprofclub te spelen waar pas om drie uur getraind wordt ? Kan je nu wat langer slapen ? En lukt het om het West-Vlaams wat te verstaan ?

Geert De Vlieger : “Met twee kinderen is bijslapen al jaren niet meer aan de orde. De taal is geen probleem. Mijn ouders en de hele familie De Vlieger zijn afkomstig uit West-Vlaanderen, de meesten wonen nog steeds in de streek van Tielt. Ik kan dus vaker op familiebezoek. Thuis praatten we altijd West-Vlaams, in dat ene jaar Harelbeke kon ik dat nog eens opfrissen.

“Qua trainingsregime en trainingsintensiteit scheelt het niet zo veel met wat ik de laatste jaren gewend was en met wat ze in Engeland steeds vaker doen : één lange trainingssessie per dag. Alleen vindt die hier later op de dag plaats dan in Engeland, al hoor ik dat ook Club Brugge het steeds vaker bij één namiddagtraining houdt. Die dagindeling geeft me wat meer vrijheid om bepaalde dingen die ik nodig heb, zelf in te vullen. Na achttien jaar profvoetbal heb je wat meer verzorging en stretching nodig. Dat bouw ik voor mezelf in tijdens de extra uren die ik daarvoor ter beschikking heb.”

7. Germinal Beerschot

Twee jaar geleden werd de Belgische spelers gevraagd om Portugees te leren om de integratie van de Brazilianen te vergemakkelijken. Dat liep niet goed af. Is Spaans praten met de Argentijnen een garantie op meer succes ?

Kurt Van- dooren : “Echt Spaans praten wij, Belgen, nog niet, maar het was ook niet zo dat we twee jaar geleden een stoomcursus Portugees kregen. We leerden alleen de sleutelwoorden in het voetbal. De taal die je praat, is niet het belangrijkste, als je maar dingen samen doet. Dat gaat beter dan twee jaar geleden. Iedereen heeft zijn lessen getrokken uit wat toen verkeerd liep. De Argentijnen staan veel meer open om zich te integreren, de wil om Nederlands of Engels te leren, is groter bij hen, merken we uit de vragen die ze ons stellen. Op stage werd ook extra aandacht besteed aan het groepsgebeuren. Het is niet zo dat de Argentijnen samen aan één tafel zitten en de Belgen aan een andere. De trainer zorgt ervoor dat iedereen in contact komt met iedereen. Op dat vlak hebben we een goeie teambuildingsstage achter de rug. Twee jaar geleden verliep het allemaal veel stroever.”

8. Lokeren

Vorig jaar bloeide Aristide Bancé mede door jouw inspanningen helemaal open en werd topschutter met vijftien goals. Wie maakt na het vertrek van Bancé de goals voor Lokeren ?

Rudi Cossey, assistent- trainer : “Een echte diepe spits die goed is voor vijftien doelpunten hebben we momenteel niet. We verloren niet alleen Bancé. Hij, Drulic en Bouchouari maakten samen meer dan de helft van onze goals. Voorlopig testen we een paar centrale spitsen. Vergeet niet dat we bij Bancé ook tweeënhalf jaar moesten wachten op zijn volledige ontwikkeling. Pas de laatste zes maanden toonde hij ten volle wat hij in zich had. Bij Afrikanen speelt tijd altijd een rol. Daarom zie ik niet meteen iemand die nu al klaar is om op dezelfde manier op een verdediging te wegen. Met Traoré hebben we wel een ander type spits, vrij doelgericht, iemand die rond een centrale spits kan zwerven. Dat geldt ook voor Tambwe, die makkelijk scoorde met de invallers. Het wordt afwachten hoe hij de stap naar het eerste elftal verteert. Misschien moeten we anders gaan spelen, zoals onder Put, toen drie opkomende middenvelders onze goals maakten, omdat we met Bangoura iemand hadden die met de rug naar doel kon spelen. Tambwe zal het de verdediging van de tegenstander erg moeilijk maken, omwille van zijn werkkracht, maar vooral omwille van zijn aanwezigheid in de zestien. Van hem verwachten we veel.”

9. Westerlo

De vorige jaren stond Westerlo bekend als de club met de beste kleedkamer. Wie zorgt na het vertrek van David Paas, Chris Janssens en Mario Verheyen voor de sfeer ?

Marc Wagemakers : “Het klopt dat de laatste jaren een paar sfeermakers verdwenen, maar het blijft hier leuk. Wij hebben waarschijnlijk nog altijd de beste kleedkamer in eerste. De echte lolbroeken van de laatste jaren waren David Paas en Toni Brogno. Mario en Chris sprongen wel mee op de trein als er lol getrapt werd, maar ze waren niet de mannen die de boel in gang staken. Als Toni en David in de buurt waren, keek je maar het best uit. Na hun vertrek zijn we een stuk geruster. Op dit moment is het qua grappen nog rustig : we hebben zwaar getraind en zijn allemaal moe. Jefke Delen en Nico Van Kerckhoven roeren zich straks wel, samen met mij. Niet dat ik hier gitaar speel, dat is al heel lang geleden. Ik zing wel graag in de kleedkamer. Met Bart Van den Eede is er nog een zanger bijgekomen. Bart kent na een paar jaar Nederland alle Nederlandse schlagers, ik moet me nog even aan zijn repertorium aanpassen. De buitenlanders kennen die liedjes niet. Niet dat ze gillend naar buiten lopen als wij aan het zingen slaan, maar hun blik verraadt dat ze denken dat wij zo gek zijn als een achterdeur. Dat is natuurlijk niet zo.”

10. Brussels

Vorig jaar riep Johan Vermeersch dat hij Brussels per seizoen drie plaatsen vooruit wil zien gaan. Volgens die planning moeten jullie in mei zevende worden. Zit dat er een beetje in ?

Alain Haydock :“Nee. Ons seizoensresultaat van vorig jaar was in meerdere opzichten uitzonderlijk. Niemand, ook de voorzitter niet, had vooraf verwacht dat we als tiende zouden eindigen, op drie punten van de zesde plaats. Vermeersch weet dat we daar een stap verder zetten dan voorzien. Er zat zelfs meer in. Bleef De Camargo in januari bij ons, haalden we tien punten meer en eindigden we als vijfde. Deze kern kan tussen plaats acht en twaalf eindigen. Met zo’n resultaat zal Vermeersch ook al content zijn. Na De Camargo zijn we nu ook Michaël Niçoise en Ibrahim Kargbo kwijt. Brussels deed geen zotte dingen om hen te vervangen. Iedereen zal tevreden zijn met een seizoen zonder degradatiezorgen en met dezelfde mentale ingesteldheid als vorig jaar.”

11. Charleroi

Andere sportclubs zoals basketclub Spirou, volleybalclub Les Dauphines of zaalvoetbalclub Action 21 draaien mee in de politieke, financiële en juridische problemen van de stad Charleroi. Blijft het voetbal buiten schot ?

Bernard Van Dyck, schepen van sport van de stad Charleroi : “Het is niet omdat iedereen denkt dat alles in Charleroi met mekaar samenhangt, dat het voetbal ook bij het schandaal betrokken is. Elk geval is anders. Bij Spirou gaat het om een klein probleem, bij de volleybalclub om een heel klein probleem en bij Action 21 is niemand in staat van beschuldiging gesteld. Tot het tegendeel bewezen is, is er in het voetbal niets aan de hand. Sporting ontvangt geen subsidies, de stad stelt ook geen personeel ter beschikking. Over het financiële beleid van de club kunnen we niets zeggen, de stad heeft daar geen inzage in en beschikt ook niet over het recht dat te vragen. Op het eerste gezicht lijkt op het beleid van Abbas Bayat niets aan te merken.”

12. Roeselare

Roeselare stond vorig jaar bekend als een team dat vooral thuis het verschil maakte en meer aandacht had voor karakter dan voor mooi voetbal. Borduurt de nieuwe trainer daarop voort of krijgen we straks een ander Roeselare te zien ?

Martijn Monteyne : “Van Dennis van Wijk was geweten dat hij graag de lange bal hanteerde. De nieuwe trainer verwacht dat we er meer voetballend uitkomen, dat we meer aandacht besteden aan de combinaties. Hij vindt dat niet alleen de nieuwe spelers, maar ook voldoende jongens die hier al waren, zich lenen tot dat soort spel. Voor ons is dat even wennen, een nieuw leerproces doormaken. Onbewust waren we gewend geraakt aan de vorige manier van spelen. Stap voor stap moet dat eruit, met de week gaat dat beter. Dat we vorig jaar vooral thuis punten pakten, komt misschien omdat we onbewust iets meer behoudend of met minder zelfvertrouwen aan de aftrap kwamen op verplaatsing. Hopelijk kunnen we dat nu bijsturen.”

13. Cercle Brugge

Na een anoniem seizoen moest Cercle zich naar het einde nog reppen voor het behoud. Waarom krijgt het komende seizoen meer kleur ?

Denis Viane : “Uiteindelijk haalden we maar drie punten minder dan Roeselare, dat volgens iedereen een geslaagd seizoen maakte. Wat ons seizoen hypothekeerde, was een moeilijke start, met één op achttien. Op het einde hebben we wel als team gereageerd en samen geknokt. Als we dit jaar een betere start nemen, komt het allemaal goed. Dat zou moeten, want er zijn weinig wijzigingen aan de kern gebeurd, waardoor we meer automatismen hebben. Als we een goeie start nemen, iets kunnen tonen in de beker en in die twee wedstrijden (tegen Club) die voor ons zo belangrijk zijn, gaan wij dat niet aanzien als een anoniem seizoen. Misschien geven wij bij Cercle aan het woord ‘anoniem’ een andere inhoud dan de meeste mensen. Wij weten dat we met de voeten op de grond moeten blijven. Wij moeten niet te hoog van de toren blazen en roepen dat we in de linkerkolom zullen eindigen. Als we onze start missen, wordt dat heel moeilijk.”

14. Moeskroen

Een jaar geleden verliet je, samen met Jean-Pierre Detremmerie, Moeskroen. Jij keerde terug. Is Moeskroen nog zichzelf zonder hem ?

Alexandre Teklak : ” Detremmerie is geen voorzitter meer, maar dat hij nog altijd deel uitmaakt van de club, voel je zodra je op het stadion komt. Wie dat betwijfelde, moest zijn mening herzien toen Detremmerie op het eind van afgelopen seizoen in geen tijd een financiële oplossing vond. Iedereen binnen deze club weet dat Moeskroen alles aan hem te danken heeft : het stadion, Futurosport, de hele infrastructuur draagt zijn stempel. Nadat hij ons aan een nieuwe licentie hielp, stelde hij zich ook opnieuw kandidaat voor de gemeenteraadsverkiezingen. Hij is weer helemaal terug.”

15. Sint-Truiden

Waarom speelt Sint-Truiden na twee moeizame seizoenen straks niet tegen degradatie maar eindigt het comfortabel in de middenmoot ?

Guy Mangel- schots, technisch directeur :”Wij zullen zeker in de middenmoot eindigen. Niet alleen omdat we die ambitie verplicht zijn aan onze supporters, maar omdat we meer kwaliteit en meer evenwicht in deze selectie brachten. Daarom eindigen we straks in de linkerkolom. Met kwaliteit denk ik aan Van Houdt en Hendrikx die op een hoger niveau hun strepen verdienden en oud genoeg zijn om de anderen mee te trekken en respect af te dwingen, iets wat een jongere moeilijker kan. Er is meer evenwicht links, rechts en vooraan, waar we vorig seizoen heel beperkt waren. Namen van mogelijke uitblinkers noem ik niet. Van de jongens die hier vorig jaar waren, weten we dat ze veel beter kunnen dan wat ze toonden. Als Kalisa na een lange blessure weer helemaal fit geraakt, kan dat een van onze beste aanwinsten worden.”

16. Beveren

Hoe raar is het om in de kleedkamer plots weer allemaal blanke gezichten te zien en Nederlands te horen ?

Barry Boubacar Copa : “De sfeer is niet veranderd. De eigenheid van een club heeft voor mij niets te maken met nationaliteit, kleur of taal. Soms klikt het wonderwel tussen mensen met een verschillende culturele achtergrond. Dat het Frans niet langer de voertaal is in de kleedkamer, is geen probleem voor de Ivorianen. Ik begrijp dat het bestuur na twee mindere jaren een andere richting uitgaat en teruggrijpt naar een regionale verankering. De Ivorianen voelen zich daardoor niet geviseerd. Toen we in 2003/04 een rustig seizoen draaiden en de bekerfinale haalden, viel niemand over de massale aanwezigheid van Ivorianen in de ploeg. Niet nationaliteit maar kwaliteit telt.”

17. Lierse

Traditioneel staat Lierse garant voor doorstroming van jong talent. Vorig jaar toonden Timothy Dreesen en in mindere mate Thomas De Corte zich. Van welke jonge spelers verwacht u dat ze komend seizoen hun visitekaartje afgeven ?

René Trost, trainer : ” Kane Develer, Seth De Witte en Yoni Buyens gaan op basis van wat ik al van hen zag zeker een aantal wedstrijden in het eerste elftal spelen. Bob Peeters zal Kane bij de hand nemen. Bobs komst is absoluut een zegen voor de ontwikkeling van die jongen. Kane beschikt over een onmiskenbaar torinstinct, kan heel onberekenbaar uit de hoek komen in de zestien meter, heeft een goed kopspel en kan ook iets met de bal aan de voet. Waar De Witte zal spelen, op het middenveld of de linkerkant, kan ik nog niet inschatten. Die jongen heeft veel wilskracht, een behoorlijke balbehandeling en leert heel snel. We moeten alleen opletten dat we hem niet opbranden, maar hem de tijd geven om de stap van de vierde naar de eerste klasse te verteren. Buyens viel me vorig seizoen al op, maar raakte geblesseerd net toen ik hem wilde laten spelen. Ik vind hem heel nuttig op het middenveld omdat hij in één, maximaal twee tijden speelt. Vroeger was ik fan van Barcelona, dat op het middenveld met José Maria Bakero net zo’n type had dat snel de bal liet rondgaan.”

18. Bergen

In alle pronostieken is Bergen kandidaat-daler nummer één. Waarom vergist iedereen zich ?

Jean-Paul Colonval, technisch directeur : “Het is niet omdat we ons niet blind op de transfermarkt storten dat we geen serieus aankoopbeleid voeren. Wie ons nu al veroordeelt, doet dat op basis van gissingen, niet van feiten. Wij weten waar we naartoe willen, maar een club als Bergen kan dat niet in een paar dagen realiseren. Aan spelers die een kans hebben op een contract in een topclub of bij de subtop kunnen wij niet. Onze doelgroep zijn toekomstige talenten of spelers wiens progressie om de één of andere reden onderbroken is. Ons huiswerk is nog niet af, wij nemen onze tijd. Natuurlijk is een goede competitiestart belangrijk, maar we zullen geen domme dingen doen onder de druk om snel te handelen. Eenmaal ons huiswerk af is, mikken we op een tiende tot twaalfde plaats. Omdat we nu geen domme dingen zullen doen, blijft er straks financieel nog wat ruimte over om, indien nodig, tijdens de transferperiode in januari bij te sturen.”

GEERT FOUTRé & PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content