KLAAR VOOR EEN BOERENJAAR

© BELGAIMAGE

Een opkomst van ruim 10.000 toeschouwers, voetbal van de bovenste plank en een eerste plaats in het klassement. Met de derbywinst tegen Kortrijk lichtte Zulte Waregem een tipje van de sluier op van wat er dit seizoen op til is.

Ondanks de aangekondigde hittegolf staan de habitués trouw op post voor de enige openluchttraining van de dag op Zulte Waregem. Het zijn jonge zestigers, getooid in korte broek en sandalen, de trendy zonnebril losjes over de oren en nonchalant leunend tegen hun koersfietsen. ‘Gehoord mannen? Bobke heeft alweer zijn C4 gekregen. In zijn plaats zou ik een alledaagse job gaan zoeken.’ Een paar keer per week verzamelen de ‘directeurs’, zoals ze door een staflid van Zulte Waregem genoemd worden, langs de zijlijn van het tweede oefenveld aan de Zuiderlaan. Met de spelers wordt spontaan een hoofdknikje uitgewisseld. En zo gaat dat het hele seizoen door. Het is elke dag opendeurdag op Essevee, enkel op vrijdag zijn de trainingen gesloten voor het publiek. Maar de omheining en het groene dekzeil rond het hoofdveld hebben ook een ander doel: vermijden dat joggers of wandelaars zomaar het veld zouden oversteken om de andere sportsites te bereiken.

Gemoedelijkheid als voedingsbodem voor succes. Het bevestigt alleen maar het volkse karakter van de club. Daar verandert zelfs het nieuwe state-of-the-artoefencomplex – bouwjaar 2015 – niets aan. Sammy Bossut heeft het ooit anders gekend. ‘In mijn eerste jaren moesten we fitnessen in een klein hokje of in de kineruimte. De ontbijtzaal was een kamer van zes meter op zes waar we met de hele kern moesten samenhokken. Toch was het altijd plezant op de club. Het is te zeggen: we hebben het altijd plezant proberen te maken.’

REPLICA

Bij Zulte Waregem beseffen ze maar al te goed dat je met gezond boerenverstand en werkkracht alleen niet succesvol kan zijn in een alsmaar meer veeleisende competitie als de Jupiler Pro League. Professionalisering is dus geen vies woord meer in Waregem. Het zit hem in de details: propere kleedkamers, een verzorgd ontbijt, elke middag een warme sportmaaltijd, interviews die goed geregeld zijn en zelfs yogalessen op vrijwillige basis. Met dien verstande dat Leye en co op het einde van de maand vijftig procent aanwezigheid moeten kunnen voorleggen. ‘De spelers moeten met een goed gevoel aankomen en vertrekken op de club. Ze moeten aan niets anders denken dan voetbal’, meent perswoordvoerder Cedric Tack.

De eerste plaats maakt voorlopig weinig los bij de spelersgroep. Dat is althans het officiële discours richting de buitenwereld. Vooral Francky Dury doet de koppositie af als een momentopname. Een noodzakelijk kwaad om zijn droom – Europees voetbal spelen in het vernieuwde Regenboogstadion – na te jagen. Maar zelfs een leprapatiënt voelt in zijn dikke teen dat er iets te gebeuren staat in Waregem dit seizoen. Na een beetje aandringen durft Eddy Van den Berge, de eeuwige compagnon de route van Dury en aan zijn veertiende seizoen toe aan de Gaverbeek, enkele parallellen te trekken met de ploeg die drie jaar seizoenen geleden op een zucht van de titel strandde. ‘De verdediging van toen bestond uit Davy De fauw, SteveColpaert, Karel D’Haene en Bryan Verboom. Drie Vlamingen. Met De fauw en Timothy Derijck zie je dat min of meer terug. Ik ontwaar nog gelijkenissen met toen: een goed uitgebalanceerde kern, een sterke bank, complementaire spelers. We hebben profielen die dicht aanleunen bij hun voorgangers. Lukas Lerager doet mij qua loopvermogen en actieradius denken aan Jonathan Delaplace. Het enige type dat we missen is Thorgan Hazard.’

Heeft Dury dan louter een replica gebouwd van de ploeg die met Hazard, Junior Malanda en Leye bijna Belgische voetbalgeschiedenis schreef? Van den Berge ziet nog een ander aspect: de enorme leergierigheid van de ploeg. ‘Ik maak na elke wedstrijd voor elke speler een compilatie van zijn beste acties en ik stuur hen het clipje op via e-mail. Ik kan je garanderen dat de vraag naar die filmpjes groot is. Ik denk dat een voetballer veel gemakkelijker zijn eigen fouten zal erkennen als hij geconfronteerd wordt met beelden. In de compilatieruimte?hangt niet toevallig de zin: succes is de optelsom van gemaakte fouten.’

OVERUREN KLOPPEN

Soms zegt één beeld inderdaad meer dan tien krantenknipsels of diepteanalyses. Onder Dury is het al jaren de gewoonte dat spelers en technische staf na een training en voor de aftrap van een wedstrijd een cirkel vormen voor een moment van verbroedering. Een door Dury aangeduide speler roept daarna luidkeels: ‘Voor Zulte Waregem!’ Of een variant daarvan. Wat volgt, is een welgemeende oerkreet van de hele groep. Dury geniet zichtbaar van die momenten van samenzijn. Hij weet dat die enkele procentjes op het einde van het seizoen het verschil kunnen maken tussen play-off 1 en een stek in de buik van het klassement. Je moet hem niet leren hoe je op zeer korte tijd een groep moet smeden. Zijn mantra: met duidelijke regels ruim je misverstanden uit de weg. Vorig seizoen werd er al eens gezondigd tegen enkele basisregels en moest er ingegrepen worden om een speler opnieuw op het juiste pad te krijgen. Dit seizoen is een herhaling van dergelijke stoten bijna uitgesloten.

Dury heeft naar eigen zeggen een makkelijk te managen kern. Maar de Arsène Wenger van Zulte Waregem – acht jaar jonger, maar dezelfde diepe groeven in het gezicht, dezelfde uitstraling, dezelfde welbespraaktheid – is met de jaren vooral ook rustiger geworden in de omgang. Op het veld is zijn fanatisme er niet minder om geworden. Terwijl hij de kegels minutieus neerzet, laat hij de sproeiers overuren kloppen. Elk plukje gras moet besproeid worden. Intussen observeert hij van onder zijn petje hoe zijn assistenten de training leiden. ‘Ik laat veel ruimte aan mijn staf om zich te ontplooien’, vertelt Dury. ‘Wat heb ik aan assistenten die langs de zijlijn staan te niksen? Dat zou pas onverantwoordelijk zijn.’ Dury schiet pas echt in actie tijdens de afsluitende wedstrijdvormen. ‘Durf met links te schieten. Left foot guys. Kingsley, kill the goalkeeper!’ De coach heeft zo zijn eigen manier om de spelers te laten toeleven naar de wedstrijd in het weekend. De oefensessies op dinsdag zijn op maat van wat Dury fun en good feeling noemt. Op woensdag ligt het accent op karakter en mentaliteit. Naar het einde van de week neemt de T1 de controle over de ploeg helemaal over en zijn concentratie en motivatie de sleutelbegrippen.

Wie onder Dury wil voetballen, moet zich door een soort toelatingsexamen wringen. ‘Een speler van Zulte Waregem moet een winnaar zijn’, verklapt Dury. ‘Dat gevoel moet ik hebben als ik hem uitnodig voor een gesprek. Ik moet geen elf aanvoerders hebben in de kleedkamer, maar wie geen leider is moet een perfecte volger zijn. Tijdens het gesprek wil ik geen monoloog houden. Kortom: ik ga op zoek naar een speler met persoonlijkheid en inhoud. Ik heb niets aan een jongen die ja knikt of gewoon met nee antwoordt. Die zijn communicatief te beperkt om op topniveau de nodige coaching of présence aan de dag te leggen om zich te ontwikkelen.’

MISLUKTE PUTSCH

Waar staat Zulte Waregem uiteindelijk voor? Essevee is niet louter meer een West-Vlaamse samentrekking van de letters S en V, het staat voor: everyone, strong, success, engagement, victory, emotions, extra. Algemeen manager Eddy Cordier heeft het DNA van de club op een A4’tje samengebald. De grote pijlers zijn regionale verankering, enthousiasme en ambitie, collectiviteit, continuïteit en toegankelijkheid. ‘We hebben niet de pretentie om de grootste club van het land te willen zijn’, zegt Cordier. ‘Dat kan ook niet in een stadje van 38.000 inwoners. We willen wel de sympathieke uitdager zijn van de topclubs. Mij charmeert het als andere clubleiders ons in interviews een voorbeeld noemen.’

Het geheim van het huidige Zulte Waregem is simpel: leren stappen alvorens te lopen. Het belangrijkste instrument om definitief uit de startblokken te schieten, wordt hoe dan ook het Regenboogstadion. Het nieuwe oriëntatiepunt van Zulte Waregem en bij uitbreiding van heel Waregem is een baken van moderniteit. Als de derde fase van de verbouwingen is afgerond, hoopt het bestuur het budget te kunnen optrekken naar 15 tot 20 miljoen euro. Ruim genoeg om elk seizoen mee te strijden voor Europees voetbal en in een boerenjaar eens de titel mee te grissen. Met de huidige hoogconjunctuur lijken de puzzelstukken perfect in elkaar te schuiven. ‘Van een journalist kreeg ik ooit de vraag waar ik mijn voldoening uit haal’, vertelt Cordier. ‘Simpel: de lachende gezichten in de tribunes, partners die mij een mailtje sturen waarin staat ‘goed bezig’ of de bakker om de hoek die mij feliciteert. Twee jaar geleden was er niets goed. Nu hoor ik niemand klagen over het buffet dat te koud was of dat hun pint te veel schuim bevatte. Ik krijg zelfs telefoon van mensen die mij vragen om hen op tijd te verwittigen wanneer de verkoop van de skyboxen start. Terwijl de nieuwe tribune pas na dit seizoen gebouwd wordt.’

TREKKEN EN SLEUREN

Een avondje aan de Gaverbeek bevestigt een oud vermoeden. Heel Waregem vereenzelvigt zich met Zulte Waregem – 15 tot 20 diehards dagen nog op met vintageshirts van KSV Waregem of een rood-witte sjaal. Met een goeie 10.000 troepen ze samen in het Regenboogstadion voor de altijd beladen derby tegen Kortrijk. Maar de blote basten van sfeergroep South Lane Crew, genoemd naar de Zuiderlaan, kunnen de vele lege zitjes niet camoufleren. In principe was de Vlasico een soort testcase om te zien in welke mate het stadion vol te krijgen is. Cordier: ‘Uit een studie die we hebben laten uitvoeren, blijkt dat ons maximale bereik op 14.000 supporters ligt. We zitten dit seizoen aan een gemiddelde van 8500 toeschouwers. Dat wil dus zeggen dat we bijna 6000 man extra moeten lokken. En we moeten nu al elke dag trekken en sleuren om de mensen naar het stadion te krijgen. Is dat een tijdelijk fenomeen? Ik weet het niet. Maar ik stel vast dat je voor tien euro de hele dag naar voetbal kan kijken op televisie. In hoofdzaak verwacht een fan drie zaken van een stadionbezoek: een comfortabel zitje, zeer makkelijk aan een pintje geraken en propere wc’s. Onze nieuwe tribunes beantwoorden alvast aan alle comfort.’

Misschien hebben ze in Waregem een landstitel nodig om definitief gelanceerd te geraken. Pers en publiek zullen dan automatisch volgen. ‘Onze prestaties wekken sympathie op, maar je moet je plaats kennen’, zegt persattaché Tack. ‘Ik vind het maar normaal dat de topclubs met de meeste aandacht gaan lopen. Hun bereik is gewoon veel groter. Je kan daartegen vechten of creatief zijn en acties op poten zetten die opgepikt kunnen worden door de media. Zoals onze oproep om tegen Charleroi een tribune te vullen met 1101 vrouwelijke supporters. Daarom is het best oké dat we niet tot in de eeuwigheid worden bejubeld omdat we na zeven speeldagen eerste staan. Laat ons maar verder werken in de luwte. Als je stoere taal gebruikt, kan dat enkel als een boemerang terug in je gezicht vliegen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik kreeg ooit de vraag waar ik mijn voldoening uit haal. Simpel: de lachende gezichten in de tribunes.’ – EDDY CORDIER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content