Fernando Alonso toont mentale veerkracht.

Je hoort het niet zelden als in de paddock of elders bij een toog over formule 1 wordt gekeuveld: de auto bepaalt voor 80 procent de prestatie. Of 70 of 90, de meningen lopen uiteen. Maar sinds we Fernando Alonso vorige zondag in Melbourne aan het werk zagen, zijn we zelf geneigd om de balans weer terug te zetten in het voordeel van de rijder. Van de twaalfde plaats op de starting grid naar stek vier in de uitslag: het was inderdaad een knap nummertje. In de eerste race van het nieuwe F1-seizoen perste de Spanjaard eigenlijk meer uit de Renault dan erin zat.

Vorige zaterdag, tijdens de kwalificaties, werd immers bevestigd wat insiders al de hele winter voorspelden: dat Renault er opnieuw niet aan te pas komt. Alonso ging immers pas op de twaalfde startplaats parkeren. Dat brengt het voordeel mee dat Renault de auto van Alonso kon bijvullen met benzine – niet toegelaten voor de top tien op de starting grid – om de strategie voor de race te optimaliseren. En ja, er waren veel uitvallers. Maar wat Alonso vorige zondag met een toch wel kortademige Renault liet zien, konden Giancarlo Fisichella en Heikki Kovalainen vorig jaar op geen enkel moment uit hun mouw schudden. Meermaals ging Alonso met de linkerband op het gras en verraadde daarmee dat hij zowat constant over de limiet van de auto reed, sollend met alle natuurkundige wetten. Maar telkens slaagde hij erin het tuig op de piste te houden. En het moment waarop hij zowel Räikkönen als Kovalainen in eenzelfde manoeuvre te grazen nam, was er eentje om de vingers af te likken.

De 26-jarige Alonso is dan ook een klasbak. Niet alleen omwille van zijn stuurslag, ook met zijn mentale veerkracht maakt hij het verschil. Al vroeg tijdens de wintertests wist de Spanjaard dat Renault hem geen auto zou geven waarmee hij voorin kan meestrijden. En dat terwijl hij de voorbije drie seizoenen steevast voor de titel reed en hem zelfs twee keer (2005 en 2006) binnenhaalde. Er zouden voor minder schouders gaan hangen, maar niet die van Alonso. Die zich trouwens verkneukelde toen hij Kovalainen in de slotronden voorbijreed, nadat de Fin per ongeluk een fout knopje op het stuur had aangeraakt. Zo uitgerekend zijn vervanger belachelijk maken, het was de kers op de taart en een reden om een gebalde vuist op te steken. Want Alonso verteerde nog niet dat hij vorig jaar bij McLaren in de schaduw van Hamilton werd gemanoeuvreerd en bij het huisvuil werd geplaatst. “Ik zal hem eigenlijk wel missen”, liet McLarenbaas Ron Dennis zich vorig weekend in Melbourne ontvallen, toen Alonso ter sprake kwam. “Het kan me niks schelen wat die vent zegt”, reageerde de Spanjaard. Terwijl Renaultbaas Flavio Briatore zich iets verderop in de handen wreef, want als geen ander weet de Italiaan dat Alonso een serieus verschil kan maken: “Dit zou wel eens de voorbode van de wederopstanding kunnen zijn.” Spijkers met koppen. Niets dat ingenieurs en mecaniciens harder en met meer passie doet werken dan een topcoureur die desnoods zijn hoofd voor het wiel legt. Michael Schumacher bewees dat elf jaar lang bij Ferrari.

door Jo Bossuyt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content