Michael Boogerd en Nico Mattan stoppen met koersen.

Michael Boogerd (34) stopt aan het einde van dit seizoen met wielrennen. Na veertien jaar in het profpeloton – waarvan twaalf bij Rabobank – draait de Nederlander nog altijd mee aan de top. Maar zelf acht hij de tijd rijp om ermee te kappen. “Het zat er al enige tijd aan te komen. Ik wil het moment vermijden dat ik moet leren omgaan met minder presteren. Het is geen dramatische beslissing.”

Boogerd won in zijn carrière twee etappes in de Tour (Aix-les-Bains in 1996 en La Plagne in 2002) en eindigde als vijfde in het eindklassement in 1998. Toch onderhield hij steeds een haat-liefdeverhouding met de Tour, omdat hij maar moeilijk kon omgaan met de druk van klassementsrijder. “Als het niet goed gaat, is de Tour de ergste wedstrijd die er bestaat.”

Boogerd haalde overwinningen in de Amstel Gold Race (1999), de Brabantse Pijl (2001 en 2003) en Parijs-Nice (1999) en werd drie keer Nederlands kampioen (1997, 1998, 2006). Een echte killer was hij nooit. Toch is Boogie al jarenlang met voorsprong de populairste renner van Nederland. Dat heeft alles te maken met zijn welbespraaktheid én aanvallende manier van rijden. “Ik zie mezelf als een artiest : ik wil het publiek entertainen. Mensen zien liever een renner die stoempend, snotterend en blazend voor de overwinning koerst – en eventueel strijdend ten onder gaat – dan een afwachtende coureur die in het wiel van de winnaar tweede wordt.”

Ook voor Nico Mattan (35, Cyclingnews) wordt 2007 zijn laatste jaar op de fiets. Zijn veertienjarige verblijf in het profpeloton wordt gekenmerkt door pieken en dalen. Mattan begon in 1993 als stagiair bij Lotto, waar hij de flamboyante Frank Vandenbroucke leert kennen. Mattan wordt de steun en toeverlaat van VDB, zowel in als naast de koers. In 1996 haalt Vandenbroucke zijn maatje naar Mapei, in 1999 volgt de gezamenlijke overstap naar Cofidis.

In januari van dat jaar worden er hartritmestoornissen vastgesteld bij Mattan. Hij krijgt de raad om de competitiesport op te geven. Een Amerikaanse hartchirurg zet even later het licht weer op groen. Maar zijn gezondheidsproblemen zullen Mattan voor altijd veranderen. “Ik kijk nu heel anders tegen het leven aan. Ik ben niet meer zo maniakaal met die fiets bezig, wil af en toe profiteren.” Mattan wordt nóg bijgeloviger dan hij al was en legt al zijn vertrouwen in Bernard Sainz, een man met een bijzonder kwalijke reputatie in het peloton.

Pas wanneer de wegen tussen hem en VDB in 2000 scheiden, ontdekt Mattan dat hij meer kan dan alleen maar knechten. Hij wint twee keer de proloog van Parijs-Nice (2001 en 2003) en het eindklassement in de Driedaagse van De Panne (2001). Na een snipperjaar als wegkapitein bij Bodysol-Brustor komt Mattan in 2005 door de grote poort weer binnen bij Davitamon-Lotto. In Gent-Wevelgem haalt hij even onverwacht als omstreden zijn grootste overwinning binnen.

Al zijn ze op geen enkele manier met elkaar te vergelijken, een ding staat vast : na het pensioen van Michael Boogerd en Nico Mattan zal het peloton toch ietsje grijzer worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content