De F1-debutanten worden alsmaar jonger.

Pas negentien was de Spanjaard Jaime Alguersuari, toen hij vorige zondag zijn eerste F1-koers mocht rijden, als vervanger van SébastienBourdais bij Toro Rosso. Goed voor een nieuw record dat bijna drie decennia overeind bleef, want op 31 augustus 1980 was de Nieuw-Zeelander Mike Thackwell 19 jaar en 182 dagen oud toen hij in Canada met een Tyrrell startte. Alguersuari (19 jaar en 125 dagen) deed dus een zucht beter.

Natuurlijk zijn piepjonge rijders in de F1 geen nieuw fenomeen. Fernando Alonso en Sebastian Vettel waren ook geen twintig toen ze debuteerden. Alleen is de context nu anders. Sinds dit seizoen is het immers verboden om tussen de races te testen. Jonge kandidaten voor de F1 moeten dus op de wintertests wachten om de broodnodige ervaring op te doen. In tegenstelling tot Alonso en Vettel had Alguersuari nog geen kilometer F1 gereden toen hij vorige vrijdag in Boedapest aan de vrije trainingen begon.

“Dit is helemaal verkeerd”, zei Felipe Massa een dag voor zijn ernstige crash nog. “Ik debuteerde op mijn 20e en stapelde de fouten op. Wegens veel te jong. En dan had ik al de hele winter kunnen testen.” Een veroordeling die om enige nuance vroeg: Massa heeft immers dezelfde manager ( Nicolas Todt, de zoon van Jean) als Bourdais, die bij Toro Rosso op straat werd geschopt voor Alguersuari.

Maar Massa was lang niet alleen met zijn twijfels. “Ik vind niet dat de F1 een school mag zijn waar jonge rijders de stiel leren”, zegt Mark Webber, net als Al-guersuari op de loonlijst van Red Bull, eige-naar van Toro Rosso. “Neen, dit is helemaal verkeerd.” En gevaarlijk ook, zo wilden andere rijders niet officieel gezegd hebben maar sisten ze wel tussen de kiezen.

Alguersuari, afkomstig uit Barcelona, liet er zich ondertussen niet door raken, “ik krijg een kans en grijp ze.” Terwijl teambaas Franz Tost van Toro Rosso bleef herhalen dat zijn nieuwe rekruut “zeer getalenteerd” is. Wat ook wel klopt, Alguersuari werd in zijn eerste seizoen Britse F3 meteen kampioen. Alleen zijn er wel meer getalenteerde rijders, die bovendien meer ervaring hebben en dus rijper zijn voor de F1. Zoals, waarom niet, de Belg Bertrand Baguette die Alguersuari tien dagen geleden twee keer klopte in de formule Renault 3.5, naast de GP2 die andere officiële wachtkamer van de F1. Maar het was wel de piepjonge Spanjaard die promotie kreeg.

Natuurlijk heeft dat te maken met de centen: Red Bull heeft een peperduur programma om jonge autoracers op te leiden, en moet af en toe eentje ervan in de F1 droppen om die investering te verantwoorden. Zoals (terecht) geschiedde met Sebastian Vettel, maar begin dit seizoen iets minder logischerwijs met de Zwitser Sebastien Buemi, die in de aanloopklassen nooit potten wist te breken. En dat Alguersuari vorige vrijdag voor het eerst in zijn leven met een F1-wagen door de bocht moest, was blijkbaar ook geen beletsel om hem te promoveren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content