Door de overwinning van Standard tegen Sint-Truiden is Racing Genk, dat zaterdag gelijkspeelde tegen KV Oostende, twee punten teruggeslagen in de strijd om Europees voetbal.

Het was geen goed weekend voor Genk.

KoenDaerden : “Verre van. We hebben het enorm laten afweten en dat kan wel eens beslissend zijn. We hebben het op één week tijd niet meer in eigen handen.”

Twee keer moésten jullie winnen om de kans op Europees voetbal veilig te houden : tegen GBA voor de beker en nu tegen Oostende in de competitie. Twee keer liet Genk het daarbij afweten. Hebben jullie een probleem in het omgaan met druk ?

“Ik weet het niet. De één zal er wel wat beter mee om kunnen gaan dan de ander, maar zulke dingen weet je al van voor je bij Genk tekent. Pas in een mindere periode zie je pas of iemand er staat of niet en het is zo dat er bij ons te veel zijn die verantwoordelijkheid afschuiven. We zijn een jonge en bedeesde groep, maar als we Europees voetbal willen, moet dat er volledig uit. We moeten meer smeerlapkes worden, voor onszelf en voor de tegenstander. Want het gaat nu te gemakkelijk voor hen. Het is zo dat ik na vijf of tien minuten al het gevoel kreeg dat we van achteren uit veel korter moesten dekken en riep dat de linies meer moesten aansluiten. Wij verzuimden dat, dus Oostende kreeg te veel ruimte. In de tweeënnegentigste minuut werd het nog eens duidelijk dat we weer in onze zestien stonden. Het wordt de hoogste tijd dat we eens iets doén als er op iets gewezen wordt in plaats van alleen ja te knikken. Dat is ook aangekaart in een gesprek met de trainer de dag na de wedstrijd. We leren niet uit onze fouten en daar heb ik zelf ook problemen mee.”

Vaststelling is ook dat jullie, ondanks de veertien treffers van Vandenbergh, moeilijk scoren. Een tegenstander áfmaken lijkt niet aan Genk besteed, waardoor een tegentreffer vaak puntenverlies betekent.

“Tegen Oostende zijn we er de eerste vijftien, twintig minuten een aantal keren goed doorgekomen, maar dan blijkt onze laatste pass niet zuiver, zelfs als we er de tijd voor krijgen. Terwijl we, met alle respect voor Oostende, die 2-1-voorsprong tegen tien man hadden moeten afmaken en organisatorisch goed blijven staan. Maar daarin hebben we het laten afweten : twintig seconden voor affluiten hadden we nog balbezit, maar dan leveren we de bal zomaar in, terwijl je die had moeten bijhouden. Gert Claessens zette druk, maar liet zich uitkappen terwijl we al op onze zestien stonden. Tja, dan vraag je om problemen.”

Waardoor jullie, zoals wel al vaker gebeurde, een wedstrijd in de laatste minuten winnen of verliezen. Hoe verklaar je dat ?

“Een wedstrijd duurt negentig minuten : die tijd heb je om op voorsprong te komen. Dat heeft de trainer ons van bij het begin duidelijk gemaakt, dat je een wedstrijd moet opbouwen in plaats van in het eerste halfuur alles open te gooien omdat je meteen 2-0 voor wil staan. Eerst goed staan en dan kansjes meepikken door gepast druk te zetten om de wedstrijd naar je hand te zetten, dat is de boodschap. Maar opbouwen is ook de kansen dié je krijgt, afmaken en de tegenstander vastzetten in plaats van achteruit te kruipen zoals tegen Oostende.”

Je hebt bij Genk de meeste assists op je naam staan, maar je speelde dit seizoen al vaker centraal op het middenveld in plaats van links. Voel je je centraal niet beperkt in je actieradius ?

” Mwa… De meeste assists heb ik van links gegeven. Daar kan je meer je man opzoeken en makkelijker diep gaan staan, terwijl ik centraal meer de ondersteuning van Justice (Wamfor, nvdr) moet verzorgen. De trainer vindt dat er niet te veel mensen constant voor de bal moeten staan en ik kan daar perfect mee om.”

Standard heeft behalve twee punten meer in de rangschikking ook de topschutter in de ploeg en beschikt over de, op Club Brugge na, beste verdediging van eerste klasse. Welke troeven kan Genk daar de komende drie wedstrijden nog tegenover zetten ?

“Ik denk niet dat de topschutter of het aantal tegendoelpunten ertoe doen op het einde. Dat we straks met een punt meer eindigen dan hen is het belangrijkste. Het enige wat we nu nog kunnen doen, is negen op negen halen en hopen dat de andere ploegen iets halen tegen Standard.”

Raoul De Groote

‘Er zijn er te veel die hun verantwoordelijkheid afschuiven.’