Vaak heeft Georges Leekens België en zijn gebrek aan langetermijndenken op de korrel genomen. Maar kwam hij bij een ploeg, dan bleek hij doorgaans zelf de kiemen van een vroegtijdig vertrek te zaaien. Doet hij bij Moeskroen, in België nota bene, beter ?
G eorgesLeekens neemt zijn bochten graag kort. Heel Charleroi is dan ook met verstomming geslagen als hij in maart 1995 zijn vertrek bij de club aankondigt. Vóór de wedstrijd tegen Lommel al declameert hij op Filmnet (het toenmalige Canal+) er getergd door een negatief klimaat en tegenvallende resultaten bij Sporting de brui aan te geven. Het bestuur licht Leekens pas ná de wedstrijd in, de spelers de ochtend daarop. Na Charleroi wou hij, verklaarde hij in Knack, “in zichzelf investeren, rapporten opmaken over andere sporten als basket en volley, naar het buitenland gaan, Italiaans leren, mijn eigen knowhow bijwerken, mezelf corrigeren”. Maar nog geen twee maanden later tekent hij bij Moeskroen. Het is, leert wat volgt, Georges Leekens ten voeten uit.
Moeskroen, dan nog in tweede klasse, biedt Leekens een contract van vijf jaar aan en schuift hem ruime bevoegdheden toe. Niet alleen wordt hij er trainer, hij mag er ook een professionele structuur uitbouwen rond de ploeg. Ruime bevoegdheden en professionele structuur : het zijn woorden die hem als muziek in de oren klinken. “Het financiële aspect speelt niet zo’n grote rol”, zegt hij bij zijn aanstelling, “de functie spreekt mij wel aan. Ik ben 47 jaar nu en ik word die trainerscontracten met clausules beu. Dit is misschien een mogelijkheid om daar uit te stappen en mij te settelen. Ik krijg hier de kans om iets op te bouwen, dat is voor mij belangrijk, daarom ook dat contract over vijf jaar. Ik zie het veel ruimer dan alleen maar voetbaltechnisch. Je moet iets creëren. En vooral : iets meer werken. Want dat zal ik altijd blijven beweren : in België werkt men niet genoeg, is men te snel tevreden. Het probleem in dit land is dat we te veel spreken en te weinig werken. Er waren voor mij ook mogelijkheden in het buitenland, maar familiaal zag ik dat niet zitten en het gezin gaat voor.”
Leekens brengt een positief elan en doet wat hij moet doen : hij leidt in het seizoen 1995-’96 Moeskroen naar winst in de eindronde. En dat is nog maar het begin, want in januari 1997 staat Leekens in eerste klasse alleen aan de leiding met Moeskroen, dat drijft op de traptechniek van DominiqueLemoine en het ontluikende talent van de Mpenza‘s. Die prestatie wekt bewondering, want niemand had er de ploeg vooraf toe in staat geacht.
“Ik ben altijd een clubspeler geweest en die lijn trek ik ook als trainer door”, zegt Leekens in januari 1997. Maar : “Het engagement dat ik vorig seizoen ben aangegaan, heb ik ondertussen al voor een groot deel waargemaakt”, zegt hij in diezelfde week, amper twee jaar na zijn aanstelling. “Je zou kunnen zeggen dat ik mijn vijfjarig contract vroegtijdig heb ingelost. De opdracht in het vijfjaarcontract was om binnen een jaar of drie te promoveren en dan een degelijke eersteklasseclub te worden. Georges Leekens is vervangbaar bij Moeskroen. In mijn contract staan clausules die het mij mogelijk maken om op te stappen.”
Opstappen doet Leekens dan ook. En met veel lawaai. Midden in het seizoen komt van de bond het verzoek om bondscoach te worden en daar is Moeskroen, net nu het koploper is in de competitie, niet over te spreken. Er wordt nog wel even gepoogd een tussenoplossing te vinden met Leekens als trainer van Moeskroen én depanneur van de nationale ploeg, maar hij doet nog even de tactische bespreking van Anderlecht-Moeskroen en is dan toch weg.
Multifunctioneel, heet zijn job als bondscoach én technisch directeur bij de bond, waar hij een contract tot 2000 onderschrijft. Maar in maart 1998, nauwelijks een jaar na zijn aanstelling, klinkt het : “Het wordt tijd om te delegeren. Ik moet en ik wil mijzelf vervangbaar maken. Daar ben ik volop mee bezig. Maar ik wil niet praten over weggaan, want dat kan verkeerd geïnterpreteerd worden.” Maar toch. “Het leven heeft mij geleerd niet te ver vooruit te denken. In mijn diepste binnenste blijf ik een clubtrainer. Tot mijn vijfenvijftigste ga ik door als coach. Ik pin mij niet vast op termijnen of contracten. Ik blijf zolang ik mij goed voel. Rond mijn vijfenvijftigste wil ik sportief directeur worden en aan begeleiding doen.”
Het WK in Frankrijk mondt uit in een roemloze aftocht en een scheldschandaaltje met Enzo Scifo op de koop toe. De sfeer is verziekt en Leekens diept zijn frustratie over België nog eens op. “Ik wil beleid hebben, visie in de diepte. Als ik beoordeeld word op een resultaat of een slechte tactische zet, zeg ik : arm België, doe zo voort. Koffertje. Dàààg. En veel succes !”
Aldus geschiedt het ook en in september 1999 is Georges Leekens weer clubcoach. In België nog wel en uiteraard “omwille van de ambitie, want voor geld en prestige doe je het niet, dan moet je naar het buitenland”. Het werd Lokeren. “Hier kan je iets opbouwen. Ik heb het opzetten van professionele structuren altijd belangrijk gevonden, ook toen ik vijftien jaar geleden in het trainersvak ben gestapt. Je kan û ingeval je daar geen aandacht aan schenkt û wel kortstondige succesjes boeken, maar die kan je niet bestendigen.”
Maar na het vertrek van topspits SouleymaneYoula vraagt hij zich een jaar later al openlijk af of zijn toekomst nog wel bij Lokeren ligt. “Ik moet,” zegt hij in september 2000, “mijn ei kwijt kunnen en er plezier aan beleven. Als ik het niet leuk meer vind, hoeft het voor mij niet meer. Dan stap ik gewoon naar de voorzitter, shakehands en dat is het. Het makkelijkste zou zijn dat ik het afstap en elders aan de slag ga waar ik grof geld kan verdienen. Maar zo zit ik niet in mekaar.”
Hoewel. Het loopt een beetje zoals in Moeskroen : Leekens laat in maart een invallerswedstrijd van Lokeren aan zich voorbij gaan en trekt op uitnodiging liever naar Roda JC-NAC. Want Roda JC lijkt hem wel iets. Maar Roda kiest voor JanvanDijk.
Leekens zal, zegt hij terloops, nog eens met Lokeren praten of er aan zijn aflopend contract een vervolg kan komen en daarbij, ofschoon het voor Lokeren al een uitgemaakte zaak is dat hij vertrekt, “de belangstelling van Roda niet uitspelen”. Faut le faire.
RogerLambrecht echter weet als geen ander weet hoe je een te hard opgepompte band moet doorprikken : “We zijn tevreden over het organisatorisch werk dat Leekens verrichte. We hadden echter verwacht dat hij met dit spelersmateriaal meer zou bereiken. We willen ook een trainer die van ’s ochtends tot ’s avonds op de club is. Dat was niet het geval met Leekens, die hier per week slechts zestien uur was. Zo was maandag als vrije dag heilig voor hem.”
Leekens is furieus. “Dit aanvaard ik niet. Misschien ben ik wel te veeleisend, allicht lag daar het probleem. We hebben in die tijd (twee jaar, nvdr) met een beperkt budget een leuk ploegje opgebouwd. Afscheid nemen doet altijd pijn, maar ik kan met opgeheven hoofd zeggen dat ik iets achterlaat. Lokeren beschikt nu over een stevige en professionele structuur. Ik ga nu de tijd nemen om alles eens op een rijtje te zetten. Iets wat ik al na de Rode Duivels had willen doen. Ik denk dat het buitenland de enige mogelijkheid is voor mij, of men moet het in België wat breder beginnen te zien.”
Maar België blijft België, dus het wordt het buitenland : in september 2001 tekent Leekens uitendelijk alsnog bij Roda JC, dat Van Dijk ontsloeg. En wat zegt Georges Leekens ? “Ik moet hier de meubelen redden, stap voor stap weer opbouwen. De bedoeling is dat Roda een subtopper of iets meer wordt. Daar is tijd voor nodig en daarom tekende ik ook voor drie jaar. Hiermee vond ik de goed gestructureerde club die ik zocht. Hier wil ik oud worden, want ik zou wel eens op langere termijn willen bouwen.” Liever dan voor drie jaar had NolHendriks hem dan ook voor één jaar als trainer zien tekenen met de mogelijkheid om nadien technisch directeur te worden. Maar die boot hield Leekens wel af, merkte Hendriks schamper op. “Zulke dingen moet je natuurlijk pas definitief beslissen als het goed gaat met de club. Laten we eerst de moeilijkheden oplossen”, aldus Leekens.
Want daar, in dat kortetermijnsucces, is Leekens goed en dat bewijst hij ook : hij loodst de ploeg naar de achtste finales van de Uefacup, voorbij Bordeaux. Een historische stunt, schrijft DeTelegraaf. In de competitie echter blijft Roda onderaan bengelen en l’histoire se répète : Leekens wekt net als in Lokeren wrevel bij de voorzitter, die hem slap en lui noemt en aanwrijft dat hij te weinig aanwezig is. De verwijten komen er nadat Leekens zich bij gebrek aan resultaten, net als in Charleroi, laatdunkend over het niveau van de groep had uitgelaten.
De sfeer verziekt en een vertrek lijkt nabij. “Het gaat er voor mij om dat we allemaal aan hetzelfde doel werken : aan wat goed is voor Roda. Anders krijgen we chaos. En als we dat niet samen kunnen afspreken, is het simpel : dan is het shakehands en ben ik weg.” Weg ging hij dan ook, met “de dingen die gebeurd zijn” als excuus.
Leekens lonkt zowaar naar België, want hij liet, zo laat hij optekenen, al een buitenlandse aanbieding liggen. Over vermeende interesse van Standard doet hij wat geheimzinnig, maar uiteindelijk is het toch een buitenlandse aanbieding waar Leekens op in gaat : die om bondscoach te worden van Algerije. Het is nog maar eens in alle opzichten beginnen van nul, stelt hij na zijn aantreden vast. “Ik heb hen duidelijk gemaakt dat er nieuwe fundamenten gemetseld moeten worden, dat ik in wezen fundamenteel werk ga verrichten, dat er een heel nieuwe structuur in en rond de nationale ploeg moet komen. Op dit moment ben ik constant planningen aan het opmaken, maar straks moet ik kunnen delegeren.”
Alleen, voelt Leekens, kan straks wel eens heel veraf zijn. “Er is nog een verschrikkelijk lange weg te gaan, maar zo’n ommekeer kan je niet forceren, dat heb ik wel gemerkt. Ik ga heel hard werken, maar ik kan niet alleen aan die kar trekken, daarvoor heb ik hulp nodig. Als ik die niet krijg en niet word gevolgd, dan is het beter om te stoppen. Uiteindelijk offer ik veel op, want mijn privé-situatie is niet makkelijk en mijn familie blijft in België. Maar ik wil daar niet over klagen, ik heb ervoor gekozen.”
Bovendien weet hij waarover hij spreekt. Zestien maanden leefde hij vanaf 1992 bij Trabzonspor aan de Zwarte Zee. “Een andere wereld”, noemde hij het daar toen. Maar hij zag er het avontuur van in, omdat hij er niet alleen trainer was, maar ook de infrastructuur van de club mee mocht ontwerpen. “Maar familiaal,” verklaarde hij bij zijn vertrek uit Trabzon, “was het niet vol te houden. Dicht bij huis aan de slag kunnen, heeft ook zijn charmes.”
Toch tekende hij een contract voor vier jaar, tot januari 2007, dat wel na twee jaar wederzijds opzegbaar is. Hij krijgt er de kans iets uit te werken, maar in juni van dit jaar interpreteert Leekens zijn verbintenis anders :”De taak is met negen op negen volbracht. Voor mij is dit missionaccompli. Ik heb de bondsmensen laten weten dat ik het mentaal moeilijk heb. Na de laatste aardbeving was ik drie dagen onbereikbaar voor mijn familie. Ik wil rustig nadenken over hoe het nu verder moet met mijn professioneel leven. Na zes maanden hard werken in moeilijke, soms gevaarlijke omstandigheden ben ik aan vakantie toe.”
Twee dagen na zijn laatste interland met Algerije wordt hij in Moeskroen voorgesteld als ” grand patron“, zoals voorzitter Jean-Pierre Detremerie het noemt. Georges Leekens is inmiddels 54 en tekende een contract voor drie jaar plus twee jaar optie.
door Raoul De Groote
‘Ik word die trainerscontracten met clausules beu.’ (Mei 1995)
‘In mijn contract staan clausules om op te stappen.’ (Januari 1997)
‘Ik ben altijd een clubspeler geweest en die lijn trek ik ook als trainer door.’ (Januari 1997)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier