Thomas Bricmont

Sport/Voetbalmagazine trok naar Manchester en beleefde er de blauwgekleurde feestvreugde in het spoor van Citykapitein Vincent Kompany.

Het is 7 pm, ongeveer twee uur na een van de meest onvoorstelbare ontknopingen in de rijke historie van de Engelse Premier League. Liam Gallagher, de zanger van Oasis, stapt uit de lift, kruist daarbij Pierre Kompany, vader van Vincent, en maakt een buiging. Het enfant terrible van de Britse rock scene liet zich tijdens de persconferentie al opmerken met een ” Viva Belgium!” en kan duidelijk niet genoeg krijgen van alles wat Kompany is.

We bevinden ons in de catacomben van het Etihad Stadium en Vincent Kompany heeft net als eerste Belg in de geschiedenis de Premier League gewonnen. Pierre Kompany stapt verder en valt even later zijn zoon in de armen. Met de beker in de hand gaan ze naar de grasmat van een ondertussen verlaten stadion voor een familiekiekje. Ondanks de grootsheid van het moment beleeft Vincent dat het liefst aan de zijde van zijn naasten: echtgenote Carla, dochtertje Sienna, broer François, zus Christel, zijn beste vriend Ro- dyse en zijn vader Pierre. Vanop de tribune schreeuwt een laatste supporter, die nog altijd niet bekomen is van het ongelooflijke matcheinde: ” You’refantastic!”

Voor Vinnie (zijn bijnaam bij de hemelsblauwen van City) waren de voorbije uren de markantste uit zijn carrière. Twee dagen eerder werd hij uitgeroepen tot beste speler van de Premier League, een titel die nog nooit door een speler van City werd gewonnen en die de voorbije vijf jaar altijd naar United was gegaan. “Op een gegeven moment dacht ik: je bent speler van het jaar en je bent niet eens kampioen. Ook al geloofde ik in de goede afloop van deze wedstrijd”, vertelt de aanvoerder van City. “Ik droomde er bij Anderlecht toen ik jong was al van om kampioen te spelen, en vandaag komt die droom uit. Het is de mooiste dag van mijn leven. Wel – om politiek correct te blijven – samen met die van mijn huwelijk en de geboorte van mijn dochtertje”, lacht hij.

Vaandeldrager

Als we één beeld moeten onthouden van het afgelopen seizoen, dan wel dit: Kompany die voor 48.000 toeschouwers, velen van hen in tranen, de kampioensbeker de lucht in steekt. (“Ik heb mijn rug erbij bezeerd, zo zwaar is die cup.”) Een trofee die een grandioos seizoen afsluit, zeker op het collectieve vlak: Captain Fantastic was de chef van een verdediging die in 38 matchen maar 29 goals incasseerde en 17 keer een clean sheet hield. Maar ook individueel was het voor Kompany een boerenjaar: verkozen in het Elftal van de Premier League, verkozen tot Player Of The Year en tot Community Player Of The Year (vanwege zijn sociale betrokkenheid via de caritatieve instanties van de club), de winning goal gemaakt in de derby tegen United (waardoor City weer de kop nam op twee speeldagen voor het einde) en opmerkelijke statistieken: op één na beste tackler uit de Premier League (na Thomas Vermaelen!) met een slaagpercentage van 89 procent, en op één na beste speler in de recuperatie (na Laurent Koscielny, ook van Arsenal) met 83 procent.

“Vinnie verdient veel lof voor zijn prestaties dit seizoen. Hij is een uitstekende aanvoerder”, prijst zijn coach Roberto Mancini. Op zijn 26e is Kompany al een voorbeeld voor zijn ploegmaats. Joleon Lescott, zijn partner centraal in de verdediging, die het twee jaar geleden moeilijk had om zich te integreren na zijn transfer van Everton naar City, bevestigt dat: “Vinnie voetbalt al enkele jaren op een heel hoog niveau. Je weet dat als je naast hem speelt en je even hard je best doet als hij, dat het dan allemaal wel in orde komt.”

Op de ochtend van de wedstrijd tegen QPR vergelijkt The Independent Kompany met Colin Bell, die beschouwd wordt als de grootste speler uit de clubgeschiedenis. Ian Cheeseman, de Citywatcher van de BBC, maakt een andere vergelijking: “Kompany heeft als verdediger zo veel stijl dat het een plezier is om hem te zien oprukken met de bal aan de voet. Zijn passenspel is van een heel hoog niveau, hij raakt de bal altijd kwijt, ook al wordt hij fel onder druk gezet. Daarom doet hij me denken aan Allan Hansen ( de beroemde verdediger van Liverpool uit de jaren zeventig en tachtig, nvdr). Bovendien is het een prachtkerel. Het is een cadeau om met hem te mogen werken: hij is beleefd, staat altijd klaar, zijn opmerkingen snijden hout – wat niet altijd het geval is bij voetballers … ( lacht) Hij heeft in no time het respect gewonnen van alle kernspelers, je merkt dat er naar hem geluisterd wordt. Na zijn onterechte uitsluiting tegen United voor de FA Cup behield hij zijn waardigheid. Topklasse! Of zijn verkiezing tot speler van het jaar terecht is? Er zat zo veel talent in deze groep: Yaya Touré was geweldig, Sergio ‘Kun’ Agüero ook, die bekroning moest wel naar iemand van City gaan. Maar Kompany verdient het omdat hij de vaandeldrager van het team is. Hij is de legende in gegaan.”

Nieuw tijdperk

Volgens de applausmeter behoort Kompany tot de populairste Citizens, samen met coach Mancini en Kun Agüero, wiens late goal voor altijd in het geheugen blijft gegrift. Een rondvraag aan de poorten van het stadion vlak voor de wedstrijd tegen QPR toont wat voor een fenomeen de Belg hier geworden is.

“Hij is absoluut onze leader!”, toetert Chris Paul, een dertiger met de typische look van de Britse lad (oorbel, uitgedund haar, een tattoo met ‘ only God can judgeme‘). “Het is een strijder, hij staat er altijd, belangrijke match of niet. Je voelt ook dat hij de club graag ziet, hij heeft blauw bloed in zijn aderen. Vinnie is het symbool van een nieuw tijdperk, dat ons nog veel plezier gaat geven.”

Wat verderop spreken we met ene Stuart Manning, die volop bezig is zijn fish and chips naar binnen te werken. Zijn haar is geblondeerd als aan het eind van de jaren negentig en hij is bedekt met tatoeages. Samen met zijn vader van 72 zit hij op enkele tientallen meter van de hoofdingang. Trots toont hij zijn shirt met ‘4 KOMPANY’ erop. “Vinnie is een superkapitein”, zegt hij. “Hij leidt op het veld maar ook ernaast. Altijd is hij bereid om de club te vertegenwoordigen. Hij is een beetje old school, met dezelfde waarden als de spelers uit de jaren zestig en zeventig, voor wie het nog iets betekende om deel uit te maken van een club.”

Kompany valt niet alleen in de smaak bij de tough guys. Lauren, een soort Cindy Lauper van de jaren 2000 met een pin van City op haar weelderige en nauwelijks bedekte boezem, ziet het romantisch: “Volgende week krijg ik een kitten en dat ga ik Vinnie noemen. Ik ben dol op Vinnie! Als ik er een tweede heb, dan noem ik dat Yaya. Maar eigenlijk ben ik vooral zot van Mario Balotelli. Die is niet te doen, en ik ben zot van gasten die niet te doen zijn!” Juist, we zijn in Manchester …

Bodyguards

Maar degene die echt de mond vol heeft van Vincent Kompany, is zijn boezemvriend Rodyse Munienge. Rodyse was acht jaar toen hij van Kinshasa naar België kwam. De twee kennen elkaar al tien jaar, ze groeiden op in hetzelfde woonblok van het quartier nord in Brussel, Vincent op de zesde verdieping, Ro- dyse op de elfde. Sindsdien zijn ze onafscheidelijk. “Ik ben hem gevolgd toen hij naar Hamburg verhuisde”, zegt Rodyse. “Ik was zijn huisgenoot. Vandaag de dag ben ik nog altijd dicht bij hem, ook al wonen we natuurlijk niet meer samen nu hij getrouwd is en een kindje heeft. Ik heb hem zien evolueren en zijn huidige succes is dan ook geen verrassing voor mij.”

Rodyse, 1m85 voor 110 mooi verdeelde kilo’s, heeft in Manchester een bedrijf voor bodyguards opgericht, nadat hij in de VS zijn licentie had behaald. Hij bewaakt vooral de villa’s van de sterren uit de Premier League en is portier bij een van de meest selecte dancings van de stad. “Nu lacht het geluk Vincent toe, maar dat is niet altijd zo geweest”, vertelt Rodyse. “Hij heeft moeilijke momenten gekend, in Hamburg, na de dood van zijn mama. Hij toonde het niet aan de buitenwereld, maar het heeft hem echt getekend. Desondanks heeft hij nooit het geloof in zijn kunnen verloren. Zelfs niet ten tijde van zijn achillespeesblessure, iets wat toch voor veel voetballers het einde betekent. De artsen hadden hem al opgegeven, maar hij heeft hen niet geloofd. Ik heb hem een hele tijd zien strompelen naar de training, maar op het veld liet hij er niks van merken.

“Vincent wil altijd meer”, gaat Rodyse verder. “Het is echt een competitiebeest. Soms op mijn kap … Ik herinner me een wedstrijdje dat ik gewonnen had op PlayStation. Toen heeft hij me bij hem opgesloten en hij wou me niet laten vertrekken voor hij zijn revanche gekregen had. Ik heb hem moeten laten winnen om er weg te raken. ( lacht) Je mag er dus zeker van zijn dat hij nog niet tevreden is met deze landstitel. Hij wil er meerdere behalen, én hij wil de Champions League winnen. Zo zit hij in elkaar en dat is ook zijn grote kracht. Toch legt hij zichzelf nooit druk op. Ik denk trouwens dat hij niet weet wat dat is, zenuwen hebben. Hoe meer men hem over het belang van een match spreekt, hoe meer hij er afstand van kan nemen.”

Rodyse zag zijn kameraad al bij de jeugd een leidende rol op zich nemen: “Hij laat graag zijn mening horen in een groep en neemt graag de beslissingen. Overal waar hij komt, heeft men respect voor hem. Als ik met zijn ploegmaats over hem spreek, dan zeggen ze dat hij iets losmaakt …”

Fysiek is Kompany een stuk imposanter geworden dan vroeger. Rodyse heeft die evolutie op de voet meegemaakt. “Hij let heel goed op zijn lichaam. Elke dag gaat hij na de training naar de fitnesszaal. Hij weet dat hij lichamelijk top moet zijn in dit veeleisende kampioenschap. Als we met vakantie gaan, dan gaat hij de laatste twee weken telkens hardlopen en doet hij een beroep op een fysiotherapeut die hij kent van in Hamburg. Hij is een echte prof, zijn leven bestaat uit zijn familie en zijn beroep. Je zult hem niet snel terugvinden op de voorpagina van een tabloid. Hij houdt zichzelf low profile.

“Eén keer per maand komen we naar België”, besluit Rodyse. “Hij wil het contact met zijn roots niet verwaarlozen. Vincent is er trots op Belg te zijn. Met zijn dochtertje praat hij soms Frans en één keer in de week Nederlands. Het is voor ons belangrijk om de familie in België op te zoeken, want Manchester is niet altijd even mooi.” Maar deze zondag alvast wel.

THOMAS BRICMONT

“Je voelt dat Vinnie de club graag ziet, hij heeft blauw bloed in zijn aderen.”

Chris Paul

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content