Weinig aanvallers die zo sierlijk konden voetballen als Elos Elonga Ekakia. Zwierig van naam, soepel van heupen. Tot de vangrail als een naald door de plaat kraste. Redt uitgerekend een vrouw hem nu van het rondjes draaien aan de rand?

Ekakia (Anderlecht) aan de dood ontsnapt

BRUSSEL – Anderlechtaanvaller Elonga Ekakia is aan de dood ontsnapt. Vrijdagochtend in de vroege uurtjes klapte de auto waarin hij meereed in de middenberm van de A12 richting Brussel tegen de vangrails. Waar de bestuurder en nog een derde inzittende er zonder noemenswaardige verwondingen vanaf kwamen, werd Ekakia zeer zwaar gewond naar het AZ in Jette overgebracht. Hij werd op de afdeling intensieve zorgen opgenomen. Daar constateerden artsen een zeer zware hersenschudding en bloed in de longen. In de loop van het weekend verbeterde de toestand van Ekakia dermate dat verwacht wordt dat hij vandaag al de afdeling intensieve zorgen mag verlaten. Over hoelang zijn herstel zal vergen werd niets meegedeeld. De voetbalcarrière van Ekakia zou echter niet in het gedrang komen.

(Het Nieuwsblad, maandag 22 mei 2000)

* * *

Wat is het bitter koud in Geel als Elos Elonga Ekakia het veld oploopt voor een testwedstrijd met de reserven van Lokeren. Sporting zal het seizoen als dertiende eindigen en íéts moet veranderen om de club uit het moeras van tweede klasse te krijgen.

Fiel Laureys, sinds jaar en dag actief in de entourage van Sporting, staat die winteravond onder aan de grote tribune van Verbroedering en ziet de Congolese testspeler die hem door Karel Brokken is aangeboden opvallen door zijn loopvermogen, doelgerichtheid, kopspel, passeerbewegingen en snelheid. “Er was nog veel werk aan, maar zó’n atleet, die moest je aanwerven met je ogen toe”, zegt Laureys.

Geld is er evenwel amper en Laureys besluit zelf een overeenkomst met Brokken te maken en een jaar voor een deel van de kosten op te draaien. “Ik voelde mij een mier die een zandkasteel bouwde”, zegt hij. Pas met de komst van Roger Lambrecht als voorzitter krijgt de club financiële ademruimte en komen er voetballers als Marcel Peeper en Remco Torken naast Ekakia in de aanval te lopen. Bovendien wordt ook de aankoopoptie in Ekakia’s contract gelicht. Met Fi Vanhoof als trainer breekt Sporting Lokeren door naar eerste klasse. Peeper vanaf links, Torken centraal en Ekakia vanaf rechts bleek als aanvalslinie niet te stuiten en met veertien doelpunten in dertig wedstrijden had Ekakia er een belangrijke rol in. Ook als in eerste klasse Jan Koller wordt aangetrokken, blijft het belang van Ekakia onovertroffen. “Koller in de spits en hij errond, dat lag hem heel goed”, zegt Willy Reynders, een van zijn andere trainers bij Lokeren. “Dat was een serieuze voorlijn, daar kunnen ze nu in België alleen maar van dromen. Elos was een vedette en een speciale als persoonlijkheid: hij wist goed wat hij wou. Je hebt in Congo twee soorten voetballers en Elos was een ‘king’. De andere zwarte jongens liepen eigenlijk voor hem. Als je in Kinshasa kwam en je zei dat je gewerkt had met Ekakia, ja, dan gingen veel deuren open.”

Lokeren, dat met Jan Koller, Vaclav Budka en Roman Vonasek ondertussen de Tsjechische weg is opgegaan, wil graag geld maken van zijn Congolese aanvaller en verhuurt hem aan Club Brugge. Naar een definitieve overname, zoals met Nzelo Lembi, die in zijn Lokerense jaren de buurman van Ekakia was geweest op de Oudstrijderslaan, heeft Club Brugge evenwel geen oren. Zó indrukwekkend oogden de prestaties er in zijn eerste seizoen nu ook weer niet en zo voorbeeldig als ze Lembi naast het veld zien leven, zo wispelturig toont Ekakia zich. “Club Brugge twijfelde aan zijn gedrag, zijn verzorging, de manier waarop hij leefde …”, zegt Laureys. “Hij had geld en het was een ferme kerel … dus … Het was een jongen waar iedereen zot van was. Maar het was ook zo’n naïeve kerel … Hij omringde zich altijd met de verkeerde vrienden. Wij konden dat nog onder controle houden, maar in Brugge hadden ze blijkbaar niet de mensen om hem zo te begeleiden.”

Chique atleet

Club Brugge zou het dus niet worden, maar Anderlecht, waar Aimé Anthuenis, die met Racing Genk kampioen speelde, inmiddels trainer was geworden, blijkt wel bereid te betalen voor de Congolese international. Hoewel Matongé, de Afrikaanse wijk van Brussel, nooit ver uit de buurt is, presteert Ekakia in Anderlecht wel naar behoren: met elf doelpunten heeft hij net als bij Lokeren in tweede klasse opnieuw een ruim aandeel in de titel, ondanks de concurrentie van het duo Jan Koller en Tomasz Radzin-ski. Ekakia is waardig voor de top geworden. “Hij was een heel moderne speler”, zegt Michel Verschueren, toenmalig manager van Anderlecht. “Mooie gestalte, chique atleet, sterk gebouwd, snel, goede techniek. Hij had alles om een grote carrière te maken, maar hij heeft zijn kinderlijke wispelturigheid niet onder controle kunnen krijgen. Hij is op het verkeerde pad geraakt, waarschijnlijk bedwelmd door de weelde. Het is het prototype van een Afrikaanse voetballer met klasse, maar zonder voldoende opvoeding om de problemen van die wereld aan te pakken en hij is erin verzopen.”

Letterlijk.

Nadat hij eerder met Anderlecht de landstitel heeft gevierd, begeeft Ekakia zich in de nacht van donderdag 18 op vrijdag 19 mei over de A12 van Antwerpen naar Brussel. De rit eindigt in de vangrails. Omdat hij te dronken was om zelf achter het stuur te kruipen, had hij de sleutels van zijn wagen aan een ander gegeven, zal hij later verklaren. Ook heeft Ekakia aan de pers gezegd dat zijn vrouw, die vijf maanden zwanger was, hun ongeboren baby heeft verloren en dat de bestuurster van de wagen geen rijbewijs had. Duidelijk is verder dat er problemen opdoken met de verzekering. “En dan moet ik er geen tekening bij maken,” zegt Michel Verschueren, “ze ruïneren je.”

Berichten en verklaringen hebben het over twee of drie inzittenden en Elos Elonga Ekakia als enige ernstig gewonde. Maar over aard en combinatie van de verwondingen verschillen de mededelingen méér: hersenschudding, hersenbloeding, gebroken ribben, kapotte knie en kruisbanden, gebroken nekwervels, gedeeltelijk verlamd, zwaar invalide en wel of niet verloren voor het (top)voetbal. Hoe dan ook wacht de speler een lange revalidatie.

Hoewel nog wordt gehoopt dat hij zich bij Anderlecht weer in de ploeg zal kunnen werken, blijkt dat een te hoog gegrepen ambitie. Terwijl voor Ekakia, dan 26, de periode om sportief en financieel te oogsten moet aanbreken, blijken door een stom ongeval zijn dromen en ambities verwoest. De volmaakte aanvaller, zoals Verschueren hem omschrijft, is voor zijn club ineens niet méér dan een aanzienlijk kapitaalsverlies geworden.

Lagere standaard

Hoger dan derde klasse raakt Ekakia niet meer en als zijn passage bij Francs-Borains met een sisser afloopt, moet hij op zoek naar een andere club. In de pers en op fora duiken berichten op over een belabberde persoonlijke toestand waarin de voetballer zich bevindt. Een paar keer dient Ekakia zich aan bij Michel Verschueren en wordt hij in het privébureau van de voormalige Anderlechtmanager gelaten. “Eén keer alleen en één keer met een ‘vrouwke'”, weet Verschueren nog. “‘Mister Michel, kun je niks doen voor mij?’, vroeg hij. Ik heb hem gezegd: ‘Elos, je hebt domme dingen gedaan in je leven en nu betaal je de rekening.’ Hij was gemaakt voor een mooie carrière, maar hij moet aanvaarden om te leven op een lagere standaard. Een veel lagere standaard.”

Grimbergen, de club uit zijn woonplaats, geeft hem een nieuwe kans. Tussendoor wordt hij af en toe opgemerkt op wedstrijden waar hij oude bekenden opzoekt, zoals bij het Liedekerke van voormalig Lokerendoelman Hans De Schrijver, het FC Dender van oud-Club Bruggespeler Vital Borkelmans of het FC Brussels van Chris Van Puyvelde, die hem ook bij Lokeren trainde.

Maar nadat hij bij Francs-Borains en KSC Grimbergen tevergeefs zijn carrière weer probeerde op te pakken, belandt Ekakia in tweede provinciale, bij SK Lochristi. In ruil voor een startbedrag en wedstrijdpremies kan hij er in de spits. Maar beetje bij beetje begint het de entourage van Lochristi te dagen dat hun nieuwe aanvaller geen topaanwinst is. Vreemd ook dat een speler die bij Club Brugge en Anderlecht heeft gespeeld steevast dezelfde povere trainingsplunje draagt, geen regenjas heeft en in een krakkemikkige auto naar de club komt. Of gebracht wordt.

Met acties op de vierkante meter wil de Congolees op het veld nog wel imponeren, maar als er veel moet worden gelopen, zien ze hem wegzakken. Het enige doelpunt dat hij voor Lochristi maakt, is er dan ook een na een invalbeurt en op hoekschop, tegen RC Wetteren. Bovendien blijken de jonge veulens die hij tegenover zich krijgt, extra gemotiveerd om de voormalige grootheid zo weinig mogelijk aan acties toe te laten komen. Uiteindelijk belandt Ekakia er bij de reserven om ritme op te doen.

“Ik vond het wel triestig en erg”, zegt Rik Van Cauter, destijds trainer van Lochristi, “dat je zo’n speler niet meer kon opstellen. Op een bepaald moment ging hij tijdens de rust van een reservematch tegen Schellebelle aan de délégué zijn paspoort vragen. Hij is vertrokken en we hebben hem nooit meer gezien.”

Geraamte

Gelukkig is er dan Willy Reynders nog, bij wie hij zich, omdat hij het moeilijk heeft, aanmeldt, hopend op nog maar eens een kans. Zijn oud-trainer is nu technisch directeur bij Lokeren en stelt hem voor met het behalen van een trainersdiploma te beginnen en ondertussen onder begeleiding de jeugd te trainen, daarna de spitsen van de beloften.

Als Fiel Laureys op een dag naar Daknam rijdt om naar de jeugd te kijken, kijkt hij verbaasd om als hij op de schouder wordt getikt. Ekakia! In de kleedkamer, waar zijn voormalige poulain zich omkleedt voor de training, schrikt hij. “Het was een geraamte dat daar stond. Doeme, die jongen kwam slecht over. ( ontroerd) Hij pakte mij vast … ‘Papa’, zei hij … Het was vroeger zó’n atleet en hij kon zó veel.”

Zelfs in zijn eigen vervoer voorzien, lukt Ekakia nu moeilijk. Als hij naar Lokeren komt, is dat met het clubbusje dat een lus rijdt en tot in Dender jeugdspelers gaat ophalen en brengen. Een gebrek aan initiatief wegens weinig trainerservaring en amper kennis van het Nederlands maken dat Elos Elonga Ekakia na één langgerekt seizoen alweer thuis zit.

* * *

Kinderkamer

Uiteenlopende handschriften en naamkaartjes vloeken op het rijtje deurbellen en een bewoner heeft net zijn gespierde hond de trappen op gejaagd als een oude rode Toyota Corolla de hoek van het twee etages hoge appartementsblokje omdraait. Samen met zijn vrouw en hun pas geboren kind komt Elos Elonga Ekakia net terug uit Brussel. De kilo’s die hij na zijn ongeluk had verloren, blijkt hij ondertussen te hebben teruggewonnen en van fysieke letsels valt niet meteen iets te merken. Elos Elonga Ekakia ziet er goed uit. Maar is hij nog goed genoeg om te voetballen? “Ik train nog met vrienden,” legt hij met lijzige stem uit, “oud-spelers zonder contract. Dus als er ergens een plaats komt, kan ik weer spelen.”

Niets in de woonkamer herinnert nog aan zijn verleden als voetballer, wel, vertelt hij als hij in een zetel is gaan zitten, hangt een foto van hem in Anderlechtshirt in de kinderkamer. Twee kinderen heeft Ekakia uit zijn vorige huwelijk, maar het derde, Eloisha, is het eerste uit zijn relatie met de Nederlands-Congolese Pierrette Punga. “Ik heb haar moeten uitleggen dat ik een grote voetballer ben geweest”, zegt Ekakia. “‘Vraag aan je broers wie ik was, iedereen in België kent mij’, zei ik. Maar ze kende zelfs David Beckham niet. Hoe kon ze mij dan kennen.” ( glimlacht)

Terwijl Pierrette Eloisha, genoemd naar Elos, op schoot neemt, vertelt Ekakia wat hij zich nog herinnert van het ongeluk.

“Van dat ongeluk weet ik alleen nog dat het warm was geweest, dat ik veel gedronken had en mijn sleutels had afgegeven aan een vriendin die bij mij was en geen rijbewijs bleek te bezitten. Ik had dood kunnen zijn, maar ik weet niet meer hoe ik eruit ben geraakt. Het eerste wat ik mij herinner, is dat ik in het ziekenhuis lig en te horen krijg dat ik een ongeluk heb gehad. Het was hard om te horen, maar dat uit tests bleek dat ik weer zou kunnen spelen, was een hele opluchting. Sindsdien drink ik ook geen alcohol meer.”

Noch een hersenbloeding, noch coördinatiestoornissen heeft hij gehad, zegt Ekakia, en alleen de snee in zijn knie en de littekens achter aan zijn hoofd verraden nog een verleden. Hij hoopt nog altijd ergens aan spelen toe te komen. Maar is het op zijn 37e geen illusie te denken dat iemand met zíjn voorgeschiedenis nog op veel speelkansen moet rekenen? Ekakia is een andere mening toegedaan. “Bij Lochristi dacht ik: maar wat doe ik hier?! Het niveau van die clubs ‘dégoûteerde’ mij. Ik was niet echt gemotiveerd. Ik kan veel beter. Ik speel nog altijd beter dan de aanvallers die nu bij Lokeren zitten als ik zou trainen zoals zij. Ik ben 37, ik heb nog altijd de kracht en het is de ervaring die telt nu.”

Die ervaring is er wel één waar menig jeugdspeler of voetballer tout court veel van zou moeten kunnen leren.

“De Zidanebeweging heb ik met Anderlecht tegen Lokeren al gedaan nog voor Zinédine Zidane ze deed”, grijnst Ekakia. “Daarom noemde iedereen mij ook altijd een fenomeen. Alleen ben ik nu een fenomeen zonder club. Terwijl er, toen ik bij Anderlecht zat, interesse was van Tottenham. Ik was een atleet van hoog niveau, dus het is normaal dat ik nu spijt heb. Maar wat wil je dat ik doe? Zelfs al ween ik, dat gaat er niets aan veranderen. Zelfs al zou ik terugkeren naar Congo, ook dat zou niks veranderen.”

Sinds zijn ongeluk, inmiddels elf jaar geleden, is hij maar één keer terug geweest naar Congo. “Toen moesten ze daar soms aan de jongere generatie uitleggen dat ik Ekakia was, de beste speler ooit van Congo. Maar ik ben als Congolees geboren en ik zal als Congolees sterven”, tilt hij voor één keer zijn stem op. Ergens in hem schuilt blijkbaar nog fierheid en strijdlust.

“Ik heb mijn deel betaald en dat heeft mij wat gebroken”, geeft hij toe. “Maar ik red mijzelf nog altijd. Financieel is het moeilijk, maar als ik hier thuis kan leven, ben ik gelukkig. Ik heb mijn leven geleefd en ik probeer nu te zorgen dat mijn kinderen eten hebben.”

“Hij mag God dankbaar zijn dat hij nog leeft. Punt uit”, zegt Pierrette kordaat.

“Het belangrijkste is dat ik weer een gezin heb”, vult Ekakia nog altijd met stille, bijna hese stem aan. “Ik ben heel gelukkig met zo’n mooi dochtertje als Eloisha. Voor mij is dat essentieel. Ma petite fille adorée. Ik ga zien welk leven ik voor haar kan maken. Ik moet daarover nadenken.”

Gewikkeld in een deken kijkt Eloisha Ekakia, amper drie weken oud, vanaf haar moeders armen met grote ogen de kamer in.

DOOR RAOUL DE GROOTE

“Men noemde mij altijd een fenomeen, maar nu ben ik een fenomeen zonder club.” Elos Elonga Ekakia

“Als je in Kinshasa zei dat je met Ekakia had gewerkt, gingen veel deuren open.” Willy Reynders

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content