Op 11 mei 1981 overleed Bob Marley, 36 jaar jong, in een ziekenhuis in Miami aan de gevolgen van kanker. Ruim zes maanden ervoor, in september 1980, zag zijn boezemvriend Allan SkillCole hoe Marley tijdens een voetbalwedstrijd in Central Park in New York in elkaar zakte. “Er kwam schuim uit zijn mond. Hij kon niet meer praten, werd steenkoud en trok wit weg.” De dag erna stelden de dokters een hersentumor vast, ook Marleys longen en maag waren door kanker aangetast. De dag erna, op 23 september, speelde Marley in Pittsburgh, zijn laatste concert van de tournee Uprising, waarna met de chemotherapie werd gestart. Esther Anderson, begin jaren zeventig de vriendin van Bob Marley én de ex van Marlon Brando, beweert nog altijd dat een voetbalblessure aan de basis ligt van Marleys overlijden. “Hij had moeten repeteren en nummers schrijven in plaats van als een maniak tegen een bal te trappen”, zei ze aan Wiep Idzenga. “Bob blesseerde er zijn teen mee en uiteindelijk werd dat het kankergezwel waar hij op zijn 36e aan stierf.”

Anderson verwijst daarmee naar het voetbalwedstrijdje in mei 1977, tijdens het begin van de Exodustournee. Marley, zijn bandleden en enkele Franse muzikanten namen het in Parijs op tegen Les Polymusclés, een ploegje van journalisten en acteurs. Na een hard contact met een Franse verdediger, die op de voet van Marley ging staan, verliet The King of Reggae strompelend het veld en zag hij dat hij de nagel van zijn dikke teen had verloren. Twee maanden erna, op 7 juli, kreeg Marley in Londen van een dokter de harde diagnose: acral lentiginous melanoma, een zeldzame en agressieve vorm van huidkanker. Alleen een amputatie kon hem redden, maar Marley weigerde en ging een paar maanden erna in Miami in behandeling bij dokter William Bacon, die slechts een deel van de aangetaste teen verwijderde maar hem aanraadde om elk kwartaal op controle te komen. Dokter Bacon zag Marley pas terug eind 1980, enkele maanden nadat specialisten in New York hem terminaal verklaarden. Als laatste redmiddel zocht het reggae-icoon in november 1980 hulp bij de controversiële Jozef Issels, een Duitse arts met een SS-verleden en de schrijver van het boek met de dubieuze titel Mein Kampf gegen den Krebs (Mijn strijd tegen kanker).

Marley, opgenomen in Issels’ ziekenhuis in de Beierse Alpen, voetbalde geregeld in de grote ziekenzaal en bekeek wekelijks de opgenomen uitzendingen van Match of the Day, hem toegestuurd door de Britse persverantwoordelijke van zijn platenmaatschappij. Op 9 mei, nadat ook Jozef Issels hem na een darmoperatie had opgegeven, vertrok Marley naar Miami, waar hij twee dagen erna overleed.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content