Geen voer voor nostalgische types, de uitleg van John Vossen. De 60-jarige bestuurder van derdeklasser KSK Hasselt gooit zonder verpinken enkele hard klinkende zinnetjes op tafel : ‘Voetbal is sponsoring’, ‘Een club is een bedrijf geworden’, ‘Het gaat niet meer om de sport, het gaat om : wat kan ik eruit halen’.

“Verhalen zoals je die op de buiten vindt, vallen hier niet te rapen”, prikt hij alle hoop op een sappige anekdote kapot. “Hasselt is een stad en dus heerst hier een stadsmentaliteit. In dat opzicht is het typerend dat hier om de drie à vier jaar een bestuurswissel plaatsvindt. Bepaalde belangen spelen daarbij een cruciale rol. De zoon van meneer X speelt hier, bijgevolg zit meneer X in het bestuur. Verhuist zoonlief naar een andere club, dan volgt de vader. De mensen die niet in die stroom meedraaien, zijn gemakkelijk te tellen. Het echte clubleven, dat vind je hier niet. En je hebt in een stad ook minder fratsen, het wordt allemaal serieuzer gehouden.” Vossen vertelt het allemaal nuchter vaststellend. Niet bitter, niet vrolijk. Zelf zetelt hij sinds 1998 in het bestuur. “Mij zullen ze moeten buitenstampen. Ik ben van het aanhankelijke type, zit hier nog als idealist.”

“De meest legendarische match die ik hier als supporter meemaakte,” begint hij dan plots toch te verhalen, “was die waarin Hasselt een ticket voor eerste nationale moest bemachtigen tegen het grote Gent. In 1979. Meer dan 16.000 toeschouwers. We stonden hier in ons T-shirt, het zonnetje scheen. Plots barstte er een onweer los. Druipnat waren we. Het deerde ons niet. Tot in de laatste minuut bleef het 0-0. Toen kregen we een strafschop. Jean Dachelet legde de bal op de stip. Net die jongen die voor het volgende seizoen al een contract getekend had bij … Gent. Toch scoorde hij. De euforie na die overwinning valt niet te beschrijven. In het licht daarvan stelt een overgang van de vierde naar de derde klasse niks voor.” Een blik in het bundeltje dat voor hem ligt, wijst Vossen terecht. De penalty werd al in de 59e minuut gefloten. Weinigen ontkomen aan de verleiding om mooie sportverhalen nog mooier te maken.

“KSK Hasselt kwam er na een fusie tussen Kermt en Sporting Hasselt, enkele jaren geleden”, maakt Vossen afsluitend een vogelvlucht door de clubgeschiedenis. “En Sporting Hasselt kwam er in 1964”, spiekt hij op de papieren in zijn hand, om er vervolgens uit het hoofd aan toe te voegen : “Na een samensmelting tussen Excelsior, de club waarmee het hier allemaal begon, en Haiwai.” Haiwai ? “Ja, de Hasseltse Voetbalvereniging.” Als Vossen verzocht wordt uit te leggen waar de naam Haiwai vandaan kwam, kijkt hij verbaasd. Een dogma wordt in vraag gesteld. “Dat weet ik niet, dat is altijd zo geweest.” Punt. En zo knaagt de genoemde stadsmentaliteit haast onzichtbaar aan de Hasseltse voetbalgeschiedenis, beetje bij beetje.

Volgende week : Schoten

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content