Zeven jongens die de stap van de beloften naar de A-kern zetten en zeven andere twintigers die straks een kans krijgen: bulkt Club Brugge van het jong talent? Bart Wilmssen, de voorbije twee jaar trainer van de blauw-zwarte beloften, geeft het antwoord.

Het moet absoluut een positief verhaal worden”, zal Bart Wilmssen (42), straks T1 van Dessel Sport, een paar keer benadrukken. “Ik sta achter mijn spelers, met wie ik heel goed samengewerkt heb, maar je moet ook eerlijk durven zijn: de lat moet hoog gelegd worden. Er zijn jongens die op dit moment nog ‘iets’ missen.”

In de zomer van 2013, na Wilmssens eerste seizoen in Brugge, werden vijf spelers naar de A-kern doorgeschoven – Sander Coopman, Tuur Dierckx, Nikola Storm, Boli Bolingoli en Brandon Mechele -, dit seizoen begonnen nog eens zeven andere (bijna-)twintigers aan een stageperiode. “Vijf plus zeven is twaalf, en dan heb je ook nog Björn Engels en Shangyuan Wang. Veertien jonge spelers in totaal. Heel veel…

“Vorig jaar was er weinig discussie over die vijf namen. We hebben alleen moeten doorduwen voor Brandon Mechele, die aanvankelijk geen contract zou krijgen. Die jongens staken er echt boven uit en waren klaar om de stap naar de A-kern te zetten – ze zijn er ook allemaal gebleven -, terwijl het voorbije seizoen van de beloften als een overgangsjaar ingecalculeerd was. Nu weer spelers laten doorstromen, is te geforceerd.”

“Van die zeven nieuwe jongens steken Floriano Vanzo en Yannick Reuten er talentmatig boven uit en zij verdienen die kans, voor de vijf andere spelers – Alexander Embrechts, Gauthier Libbrecht, Aaron Vanfleteren, Dario Van den Buijs (zoon van assistent-trainer Stan, nvdr) en Obbi Oulare – vind ik het nog te vroeg. Jongens die niet wekelijks bij de beloften speelden toch bij de A-kern laten starten, dat lijkt me geen goede oplossing. Spelers moeten talentmatig klaar zijn om die stap te zetten… Dat moet de norm van Club zijn.

“Doorstroming mag geen obsessie worden. Je moet er in de eerste plaats over waken dat het trainingsniveau niet zakt, want uiteindelijk is de groep maar zo sterk als de zwakste schakel. Een plaats in de A-kern van Club Brugge, waar je elk seizoen voor de prijzen moet spelen, is niet voor iedereen weggelegd. Op dat niveau geef je geen cadeautjes meer. Kwaliteit moet het sleutelwoord zijn, ook voor een stage. En je moet geloofwaardig blijven, want de kwaliteit van sommige jongens die nu een stage krijgen, ligt niet hoger dan die van drie of vier andere beloften. Trainen met de eerste ploeg van Club moet een voorrecht én moeilijk haalbaar zijn.

“Ik heb twee jaar bijna elke dag met die jongens op het veld gestaan, maar toen die zeven namen op papier gezet werden, zat ik niet mee aan tafel. Dat is, vind ik, niet logisch. De trainer van de beloften, de elitejeugd, zou in de sportmeetings een stem moeten hebben. Ook al ben ik vertrokken om in Dessel T1 te worden, ik ken die jongens door en door en had meer gehoord moeten worden. Ik heb daarover wel gepraat met Pascal De Maesschalck, hoofd van de Club Academy, maar ik stel vast dat er nu jongens bij de A-kern trainen, van wie ik vond dat ze beter nog een jaartje bij de beloften zouden spelen.”

Rijpen in tweede

Bart Wilmssen coachte achtereenvolgens KFC Sint-Lenaarts (2007-2009, vierde klasse), KFC Duffel (2009-2010, vierde), Hoogstraten VV (2010-2011, derde) en Antwerp (2011-2012, tweede klasse), tot hij in de zomer van 2012 in het Jan Breydelstadion neerstreek en Philippe Clement als coach van de beloften opvolgde. “Ik stelde bij de beloften een cultuur van gemoedelijkheid vast. Het blijft jeugdvoetbal, waarbij de beloftekern tussen de Academy en de A-kern zweeft en eigenlijk nergens bij hoort. Club Brugge moet in alles een topclub uitademen. Er was, naar mijn gevoel, te weinig oog voor het resultaat, terwijl het aspect van ‘altijd moeten winnen’ er bij de beloften of de U19 toch bij moet horen. Ik heb mij vorig seizoen kwaad gemaakt toen ik hoorde dat de spelers van de U19 op drie verschillende plaatsen op de bus konden stappen. Gemakkelijker voor de ouders, ja, maar op dat niveau sluit je geen compromissen. Dit jaar hebben we daar een enorme stap in gezet en sinds lang weer prijzen gepakt met de beste spelers van de Academy.

“Ik mis een individueel plan voor de beloften. Drie of vier jaar na mekaar voor lege stadions moeten spelen, is nefast voor hun ontwikkeling. Daarom ben ik voorstander van het systeem in Nederland, waar Jong Ajax, Jong PSV en Jong Twente in de Jupiler League – de tweede klasse – spelen. Toen we onlangs de finale van de beker van België voor beloften wonnen, zaten er 4000 supporters in de tribune. Dát is leerrijk. Een of twee jaar kan nog, maar Birger Verstraete heeft drie of vier seizoenen bij de beloften gevoetbald… Birger, straks bij Mouscron-Peruwelz, is dé exponent van een speler die uitgeleend móést worden. Controlerende middenvelder, die in de eerste ploeg van Club al iets kon laten zien – vinnigheid, scherpte, durft door te dekken – maar die nogal snel de neiging heeft om zichzelf ‘het mannetje’ te vinden. Als hij in Moeskroen basisspeler kan worden, dan mag hij weer verder kijken.

“Toen ik in 1989 in de A-kern van Lierse opgenomen werd en in drie seizoenen amper speelde, zette ik de stap naar Westerlo, dat net naar tweede gepromoveerd was. Een heel jaar achter de feiten aan gelopen… Niet gewend om onder druk te voetballen, veel volk in de tribunes… Nu, bijna 25 jaar later, worden we nog altijd met dezelfde problemen geconfronteerd: hoe moet je de stap van het jeugd- naar het volwassen voetbal zetten?

“Philippe Clement heeft een schitterende carrière achter de rug, maar hij zal zelf ook toegeven dat hij de basis bij Beerschot gelegd heeft. Want het is niet vanzelfsprekend om als achttienjarige in de eerste ploeg van Beerschot, toen in derde en tweede klasse, een plaats af te dwingen. Idem voor Hans Vanaken, die na een jeugdopleiding bij PSV twee seizoenen bij Lommel kon rijpen. Beloften van achttien of negentien jaar mogen niet op tweede klasse neerkijken.

“Sander Coopman is zonder twijfel een van de grootste talenten op Club, maar om als nummer tien in de eerste ploeg door te breken, moet je van een uitzonderlijk niveau zijn. In de jeugdopleiding heeft hij geleerd om uit het duel te voetballen, maar op het hoogste niveau zijn de ruimtes zó klein dat dat bijna onmogelijk is. Veel meer lijf-aan-lijfgevechten. Sander, nog maar negentien jaar, mist nog kracht om met bijvoorbeeld Cheikhou Kouyaté of Yoni Buyens in duel te gaan. In tweede klasse kan hij de stap naar mannelijker voetbal zetten.”

Uitlenen en opvolgen

“Voor een pak spelers is een uitleenbeurt ideaal. Toen ik voor mijn stage van de Pro License bij Manchester United was, heb ik veel met Alex Ferguson gesproken. In zijn bureau hing een bord met het type-elftal, met daaronder per positie de doublures en een lijst met spelers die uitgeleend waren. Sommigen aan Engelse tweede- of derdeklassers, andere jongens aan clubs op het continent. Daar werd in de eerste plaats individueel bekeken wat en welke club een speler nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. John Cofie trainde sinds zijn veertiende bij Man U, werd een grote toekomst voorspeld en kreeg een zwaar contract. Op zijn zeventiende stuurden ze hem, een Ghanees, naar Antwerp. Back to basics. En: de beloftecoach – Warren Joyce – belde me geregeld op en kwam naar de wedstrijden kijken.

“Ik heb dat gezegd aan Arnar Grétarsson en Pascal De Maesschalck: ‘Probeer voor elke jongere een individueel plan op te stellen en volg hen goed op.’ Weinig respons… Tuur Dierckx en Nikola Storm zijn jongens die vertrouwen nodig hebben en dat krijgen ze niet als ze de ene week twintig minuten spelen en erna weer tien weken op de bank moeten zitten. Jonge spelers ontwikkelen zich sneller als ze elke week in tweede klasse voor een prijs of op het hoogste niveau tegen de degradatie moeten knokken, dan tijdens trainingen met de eerste ploeg en beloftewedstrijden.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN BELGAIMAGE

“Ik mis een individueel plan voor de beloften. Drie of vier jaar na mekaar voor lege stadions moeten spelen, is nefast voor hun ontwikkeling.” Bart Wilmssen

“Een plaats in de A-kern van Club Brugge, waar je elk seizoen voor de prijzen moet spelen, is niet voor iedereen weggelegd.” Bart Wilmssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content