De keuze voor Anderlecht bleek voor Stefano Okaka een schot in de roos. Via paars-wit belandde hij weer in de Squadra Azzurra, straks tegenstander van België op het EK. Tijd om op zoek te gaan naar de roots van de Italiaanse spits van Nigeriaanse afkomst aan de oevers van het Trasimeense meer.

Aeroporto internationale, staat aan de ingang van de luchthaven van de Umbrische hoofdstad Perugia, maar om tien uur ’s avonds is in het piepkleine gebouwtje alles al dicht. Er staat alleen nog een handvol fans om de plaatselijke sportieve trots na een gewonnen uitwedstrijd te verwelkomen.

De plaatselijke trots, dat is het mannenvolleybalteam, gedeeld derde in de hoogste afdeling. De plaatselijke voetbaltrots moet het met heel wat minder stellen en denkt met nostalgie terug aan de jaren zeventig toen Perugia in 1978/79 als tweede eindigde in de Serie A. Begin jaren negentig maakte de toenmalige voorzitter Luciano Gaucci ophef door, na de gewonnen wedstrijd die Perugia zou toelaten weer naar eerste te stijgen, een paard cadeau te doen aan de familie van de scheidsrechter van die desbetreffende match. Gaucci zelf snapte de commotie, die Perugia de promotie kostte, helemaal niet: wat was er verkeerd aan om een ref een paard cadeau te doen?

In 2000 speelde Perugia nog Intertoto tegen Standard, maar sinds 2004 bleef het verstoken van eersteklassevoetbal. Vandaag is Perugia een goeie middenmoter in de Italiaanse tweede klasse en geniet de stad met 150.000 inwoners vooral faam vanwege zijn jazzfestival en de Università di Stranieri, waar buitenlanders Italiaans leren, en is het voor toeristen de uitvalsbasis naar het Trasimeense Meer.

Wie hier voetbaltalent heeft, droomt niet van een loopbaan bij Perugia. Het dichtstbij liggen Fiorentina (100 kilometer noordwaarts) en AS Roma en Lazio (180 kilometer zuidwaarts). Maar de meest populaire voetbalclubs hier zijn, net als elders in Italië: Juventus, AC Milan en Inter. Dat was ook het geval bij de jonge Stefano Okaka, die supporterde voor Inter omdat zijn favoriete speler, de Braziliaanse spits Adriano,daar voetbalde.

Zo’n drie kwartier rijden van Perugia ligt, helemaal aan de andere kant van dat Trasimeense meer, het alleraardigste stadje Castiglione del Lago, met 14.000 inwoners van wie amper 150 in de oude middeleeuwse stad hoog op de heuvel.

Tijdens de zomer bruist het hier, in de winter wachten de winkeltjes met streekspecialiteiten als olie, wijn en everzwijnworst tevergeefs op bezoekers. Hoe verstild het leven hier is, blijkt ook op de voorpagina van de Corriere dell’Umbria, de regionale krant. Hét gespreksonderwerp is de aanhoudende smog. Als er niet snel wind of regen komt, zullen de bestelwagens niet meer mogen rijden en men ontraadt het gebruik van hout als verwarmingsmiddel.

VOLLEYBAL

Hier, in het ziekenhuis in het middeleeuwse stadscentrum aan de voet van de burcht, werd op 9 augustus 1989 Anderlechtspits Stefano Okaka geboren, samen met zijn tweelingzus Stefania, die na omwegen in het Italiaanse volleybal en bij het Finse Rovaniemi nu bij het Franse Béziers speelt. Vandaag is Austin Okaka (58) een stuk minder nerveus wanneer hij de auto de weg omhoog naar het ziekenhuis stuurt dan toen hij zijn zwangere vrouw Doris indertijd naar hier voerde. Het ziekenhuis is nog open, maar de kraamafdeling is een paar maanden geleden gesloten, al blijft het uitzicht vanaf de parkeerplaats over de heuvels en het Trasimeense Meer indrukwekkend.

Dan stappen de Okaka’s (papa, mama en Stefano’s oudere broer Carlo,die tegenwoordig Stefano’s belangen behartigt), door de hoofdstraat, de Via Vittorio Emanuele, naar de andere kant van het stadje. Vanaf de Porta Senese, die op een heldere dag uitzicht biedt op Siena, kijk je uit op de benedenstad en het Trasimeense meer. Ze wijzen beneden de plekken aan die belangrijk zijn geweest zijn in hun leven. Aan de hoofdstraat, de Via Buozzi, die naar het wat verderop gelegen Toscaanse wijndorp Montepulciano leidt, woonden de Okaka’s toen Stefano en Stefania geboren werden, op een appartement op de eerste verdieping boven een sportwinkel, tot Stefano naar Noord-Italië vertrok om er bij Cittadella te spelen. Vandaag wonen de Okaka’s iets dichter bij het moderne centrum, met een prachtig uitzicht op de hooggelegen middeleeuwse stad. Beneden rechts ligt het voetbalplein waar Stefano zijn eerste voetbalstappen zette en waar ook Carlo voetbalde tot zijn zeventiende. Toen kreeg Carlo de kans om naar derdeklasser Montevarchi over te stappen, maar de plaatselijke club wilde hem alleen laten gaan als papa Okaka hem vrij kocht. Prompt hing Carlo de voetbalschoenen aan de haak en ging hij beachvolleybal spelen op het strand aan het meer. Daar werd zijn sprongkracht opgemerkt door de voormalige bondscoach van het Italiaanse mannenteam, die hem op zijn zeventiende naar de plaatselijke club haalde. Carlo’s volleyballoopbaan kwam tot een abrupt einde toen hij in juni 2000 zijn achillespees scheurde.

Na een allerhartelijkste ontvangst bij de Okaka’s thuis gaan we iets eten in La Taberna de Julio, een paar kilometer verder en het favoriete restaurant van de familie, met lekker vlees en een Argentijnse eigenaar. De zoon, die de bestelling komt opnemen, heet Franco Miotti. ‘Ciao Franco’, glimlacht mama Doris. Ze voegt eraan toe: ‘Franco zat in de klas bij Stefano. Zij waren de twee kapiteins in die klas.’

Terwijl hij de wijnglazen volschenkt, vertelt papa Austin hoe het jonge Nigeriaanse koppel 35 jaar geleden besloot op zoek te gaan naar een beter leven. Hoe hij als bankbediende in de Nigeriaanse stad Onitsha besliste om samen met zijn vrouw naar Italië te trekken en in Perugia een jaar Italiaans te studeren, daar vervolgens twee jaar hogeschool volgde als ingenieur en daarna samen met zijn vrouw een universitaire studie aanvatte in Firenze: hij economie, zij landbouwwetenschappen. Tot Doris zwanger werd van Carlo en haar studie stopzette. In 1987 vestigde het gezin zich in Castiglione del Lago, waar twee jaar later de tweeling geboren werd. Austin werkte er in een bedrijf, Doris ging parttime aan de slag omdat één salaris niet volstond om rond te komen. Eerst werkte ze in een kaasfabriek, zoals veel anderen in die tijd in het stadje, later kon ze aan de slag bij de gemeente, in het onderwijs.

Doris kan zich niet herinneren dat Stefano één keer zijn huiswerk zelf heeft gemaakt. ‘Hij schreef dat van zijn tweelingzus over en ging dan voetballen.’ Austin: ‘Wanneer hij dan ’s avonds thuis kwam, was hij te moe om nog te eten.’ Carlo: ‘Op zijn vijfde voetbalde hij met mij en mijn vrienden mee. Je zag hem bijna niet: de bal was bijna even groot als hij.’ Doris: ‘Als hij niet buiten kon of mocht, haalde hij vriendjes naar hier. Onze woonkamer was een voetbalveld, met de sofa als goal. Uiteindelijk hebben we hem gezegd voor één sport te kiezen, al had hij ook voor basket en volley aanleg. Maar hij was gek van voetbal.’

Het is tijd om andere plekken uit Stefano’s jonge jaren op te zoeken. De rit gaat via de kleuterschool naar het jeugdcomplex van de plaatselijke voetbalclub. Carlo klampt de secretaris aan, die al gebriefd is over het buitenlandse bezoek en die in het kleine secretariaat op zoek gaat naar souvenirs. Austin en Doris slaken een gil wanneer ze de allereerste aansluitingskaarten uit 1999 en 2000 zien. De secretaris diept ook een foto op van een toernooi in het stadion van Perugia. Mama Doris herkent een aantal jongens van toen: ‘Die keeper was goed, hoor.’

NATURALISATIE

Het moment waarop hij besefte dat zijn zoon wel iets in zich had, was voor Austin Okaka de afspraak met de jeugdverantwoordelijke van derdeklasser Cittadella in het voorjaar van 2002. Dat deed een belletje rinkelen, want Cittadella ligt niet in Umbrië, maar in Noord-Italië, vlak bij Padua. Het was niet de enige club die geïnteresseerd was. Ook Fiorentina informeerde, en buurtclub Perugia. Uiteindelijk koos het gezin voor Cittadella omdat die club papa een job aanbood. ‘Dat was een moeilijke beslissing’, zegt Austin. ‘Een risico, om mijn job op te geven en te verhuizen. Want er zijn zo veel jonge talenten die een kans krijgen en het uiteindelijk niet maken. Maar ik dacht: laten we onze jongen deze kans geven.’

Het bleek een goeie beslissing. In Cuneo, waar ze toen woonden, vlak bij Padua, en waar dochter Stefania volleybal speelde, rinkelde op een dag de telefoon. De Italiaanse jeugdselectie wilde Stefano selecteren voor de U17. Alleen was de jonge Okaka toen nog geen Italiaan, al was hij in het land geboren en getogen en kende hij geen andere taal dan Italiaans. Maar in Italië zegt de wet dat kinderen van immigranten tot hun achttiende de nationaliteit behouden van hun ouders en dat was in dit geval de Nigeriaanse. ‘Ouders mogen niet kiezen voor hun kinderen’, legt Doris uit. ‘Kinderen moeten zelf die keuze maken en dat kan maar zodra ze meerderjarig zijn.’ Bruno Conti nam dan contact op met de Italiaanse ambassadeur in Nigeria om de administratieve molen wat sneller te laten draaien.

In afwachting van het opstarten van de naturalisatieprocedure voerde Carlo zijn jongere broer naar het nationale trainingscentrum Coverciano bij Firenze. In die tijd belde ook de Nigeriaanse voetbalbond naar de familie Okaka. ‘Ze wilden dat Stefano voor Nigeria speelde’, zegt Austin. ‘Ik antwoordde hen: I’m not the player. Het was aan hem om een keuze te maken, niet aan ons. Je kunt niet iemand tot iets verplichten, we kunnen onze kinderen alleen advies geven. Mijn zoon zei me: ik ben Italiaan, ik voel me Italiaan en ik wil voor Italië spelen.’

Dat Okaka bij een derdeklasser als Cittadella opgeroepen werd voor de nationale jeugdploegen, wekte de belangstelling van grotere clubs. ‘We stonden op het punt om voor AC Milan te tekenen toen dezelfde dag een telefoon kwam van Bruno Conti,die in de jaren tachtig een van de grote spelers van AS Roma was.’ Conti, die al eens mee voetbalstages organiseerde in Castiglione del Lago, drong aan om nog niet te tekenen en nodigde het gezin uit om een kijkje te nemen in Trigoria, het opleidingscentrum van AS Roma. ‘Toen we daar waren, zei Stefano me: ‘Babbo, ik wil niet naar Milan, ik wil voor AS Roma voetballen.’ Toen heeft Roma ervoor gezorgd dat we met het gezin naar daar konden. Ik werd een soort oppas voor de jonge talenten in het internaat. Omdat we daar woonden, kwamen de Totti‘s, De Rossi’s en Antonio Cassano vaak bij ons over de vloer. Antonio is sindsdien een goeie vriend van Stefano.’

ROLMODEL

Bij AS Roma kreeg Okaka al heel gauw zijn kans. Amper zestien was hij toen hij in de Italiaanse beker scoorde. Daarmee is hij nog altijd de jongste doelpuntenmaker ooit in de Coppa Italia, en de op één na jongste ooit in een competitiewedstrijd in de Serie A. Alleen kreeg het sprookje in Rome geen vervolg. De ene uitleenbeurt volgde op de andere. Austin zucht: ‘AS Roma is een grote club in een grote stad. Het is geen club die jong talent laat doorbreken, de druk is daarvoor te groot.’

Een aantal van de volgende stappen heeft zijn zoon zelf niet gekozen, zegt Austin. Andere belangen speelden soms een rol, maar uiteindelijk is het toch goed gekomen. Papa Okaka is blij met de overstap van zijn zoon naar Anderlecht. ‘Wat is het beste land van de wereld? En wie won tijdens de laatste interland tussen Italië en België? Ik heb tegen Stefano gezegd: ga weg uit Italië, ga naar een land en een club waar je helemaal opnieuw kunt starten. Anderlecht is een naam in het topvoetbal, en het speelde Europees.’ Carlo: ‘Toen Stefano problemen had bij Sampdoria, hebben we beslist: laten we naar een club gaan waar de trainer hem echt wil, waar hij een nieuwe start kan maken. In juni al nam Anderlecht contact op. Stefano is zo gelukkig, dat houd je niet voor mogelijk.’ Doris: ‘Zo heb ik hem nog nooit gezien, zo gefocust. Een maand geleden was ik tien dagen bij hem, maar hij kwam niet buiten. ‘Mama,’ zei hij, ‘ik denk alleen aan voetbal, rusten, eten, slapen.’ Ik geloofde mijn oren niet. Het is de eerste keer dat zijn leven alleen maar om voetbal draait.’

‘Ik ga naar Anderlecht om weer international te worden’, had Stefano Okaka tegen zijn vader gezegd bij zijn vertrek. Drie maanden later werd hij opnieuw opgeroepen. Austin: ‘Dat heeft te maken met hoe de bondscoach in elkaar zit. Antonio Conte wil winnen, altijd. Hij kijkt niet naar je huidskleur, maar naar je mentaliteit en kwaliteiten. Ooit scoorde Stefano twee keer met Modena tegen het Bari van Conte. Dat is hij niet vergeten.’

Vandaag is zijn zoon een rolmodel geworden. Iemand over wie geen brede discussies gevoerd worden, zoals Mario Balotelli,een generatiegenoot.

’s Anderendaags staat Austin Okaka erop zijn gast uit België zelf naar de luchthaven van Perugia te brengen, zo’n drie kwartier verderop. Hij is blij dat het zijn zoon in België goed gaat, zegt hij. En dat hij de waarden die ze hun kinderen hebben meegegeven in de praktijk brengen. ‘We wilden dat ze nederig bleven en altijd voor iedereen respect toonden. Dat doen ze ook.’

En hoe zit het met hem zelf? Zou hij de keuze die hij met zijn vrouw 35 jaar geleden maakte opnieuw maken, als alles te herdoen was, wetende dat het niet eenvoudig was om als jong koppel uit een ander continent in een vreemd land te belanden en van nul af aan te beginnen? ‘Het was hard, bij momenten héél zwaar, maar ik zou het opnieuw doen. Ik zal dit land altijd dankbaar zijn om de mogelijkheden die we hier hebben gekregen. Absoluut.’

DOOR GEERT FOUTRE IN CASTIGLIONE DEL LAGO – FOTO’S BELGAIMAGE – RICCARDO DE LUCA

‘Zo gefocust als nu heb ik Stefano nog nooit gezien. Hij denkt alleen aan voetbal, rusten, eten, slapen.’ MOEDER DORIS

‘Antonio Conte kijkt niet naar je huidskleur, maar naar je kwaliteiten.’ VADER AUSTIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content