Na de glansrijk mislukte transfers van Marc Wilmots lijkt Sint-Truiden het nu beter te hebben aangepakt. Om de vorig jaar aangerichte schade te herstellen werd de kern nogmaals grondig vernieuwd, maar dit keer met kennis van zaken. Een aantal spelers vertrok, sommigen mogen nog altijd weg, acht nieuwe kwamen. Mogelijk komt er nog uit noodzaak een rechtsachter bij. Trainer Herman Vermeulen bracht twee spelers mee van zijn vorige club Oostende ( Brendon Santalab en Marco Nijs) en één die hij kent uit zijn Gentse periode ( David Vanhoyweghen). Jeroen Simaeys (van het naar tweede klasse gepromoveerde Oud-Heverlee Leuven) had STVV al langer op het oog, en met Désiré oh DésiréMbonabucya keert een op revanche beluste publiekslieveling terug op het oude nest. Uit het buitenland komen de Franse linkerverdediger Cyril Ramond en de Servische spits Ilija Stolica, mid-twintigers met ervaring en progres- siemarge.

VERDEDIGING

In het doel heeft ouderdomsdeken Dusan Belic zijn titularispositie weer helemaal te pakken. Vorig seizoen bleef hij na een blessure aan de bank gekluisterd omdat Bram Castro het zo goed deed. Castro vertrok naar Roda JC en van de degelijke jeugdinternationals Frank Boeckx en Simon Mignolet heeft Belic nog weinig te vrezen.

De terugkeer van linksachter Landry Mulemo, de revelatie van vorig seizoen na het wegvallen van Thomas Caers, is nog ver weg, maar de geblokte Cyril Ramond is een aanwinst. “Een speler met meerwaarde”, zegt Vermeulen. Met Maxime Renson houdt hij nog een jeugdproduct achter de hand. Op rechts is de situatie minder geruststellend. Sander Debroux blijft last hebben van knie en lies. Neemt STVV een goede competitiestart en moet Debroux toch op rust, dan schrikt Vermeulen er niet voor terug om de jonge Kristof Delorge in de strijd te gooien. Bij een gemiste competitiestart gaat hij dat risico niet aan en zal er een nieuwe rechtsachter worden aangeworven. Afwachten.

Centraal oogt het allemaal niet zo dynamisch. Op Claude Kalisa rekent Vermeulen de eerstkomende maanden niet en Nicky Hayen viel uit op een slecht moment, tien dagen voor de competitiestart. Blijven over : Egon Wisniowski en David Vanhoyweghen. Allebei een beetje traag, waardoor het afwachten is wat het wordt tegen snelle, wendbare spitsen. Positioneel en uitvoetballend zijn beiden evenmin uitblinkers, noch zijn het coachende verdedigers. Kopbalsterk zijn ze wel. Hun lengte gooien ze ook in de strijd bij hoekschoppen van de eigen ploeg.

MIDDENVELD

Lengte in de strijd gooien doet ook, en niet zonder succes, Jeroen Simaeys, de openbaring uit de voorbereiding. Hij verteerde de stap naar eerste vooralsnog goed en functioneert prima voor de verdediging aan de zijde van Peter Delorge. Simaeys lijkt een klein beetje hoger te spelen dan de immer controlerende Delorge. Voor hen staat Dimitri de Condé, in steun van de diepste aanvaller. Zolang Simaeys geen terugval kent û hij studeert ook nog û, lijkt Kris Buvens vrede te moeten nemen met het invallersstatuut. Tamas Hajnal miste vrijwel de hele voorbereiding wegens brandwonden. Met Guy Bertrand Ngon a Mamoun en Abdoulaye Diawara vormt hij het trio overblijvers uit het tijdperk-Wilmots.

Op de flanken is de spoeling niet dik. Links is Marco Nijs een zekerheid : snel, agressief en technisch vaardig, en met meer diepgang dan aan de overzijde Jari Niemi. Beide spelers zijn offensiever dan Brendon Santalab, die de ploeg op de flanken uit de nood kan helpen, maar daar toch meer als een echte middenvelder voetbalt. Ook als diepe spits is hij geen eerste keus.

AANVAL

Met Ilija Stolica vond STVV in laatste instantie nog zijn voetballende en kopbalsterke targetspits. Santalab, Niemi en Désiré Mbonabucya zijn andere types, met de laatste vooral nuttig wanneer de bal snel in de zestien meter komt.

CONCLUSIE

Herman Vermeulen noemt zich “nuchter” en “realistisch”. Het elftal waarmee hij naar het kampioenschap trekt, is dat wat hij in gedachten had, maar hij kan het (nog) niet laten doen wat hij beoogt. Omdat hij, zegt hij, de hele voorbereiding vooral bezig is geweest met de lappenmand. Vermeulen vindt dat hij geen ploeg heeft om verzorgd op te bouwen en wil daarom hoog voetballen. Omdat de aansluiting van de backs naar voren nog stroef verloopt, dreigen de linies te ver uit elkaar te liggen. Dus laat hij de ploeg, uit noodzaak, iets lager spelen. Nadeel is dat het middenveld daardoor te gegroepeerd is en de afstand tot het doel van de tegenstander groter. Kortom, er ligt nog werk op de plank voor Vermeulen.

door Jan Hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content