Favoriete boeken

Gil Vermouth : “De autobiografie van Lance Armstrong. Ik kijk eigenlijk nooit naar het wielrennen, maar hij heeft een verhaal achter zich. Pas door zijn ziekte is hij een nummer 1 geworden. Ik hou van zijn karakter. Je moet ervoor gaan in het leven. Niks komt vanzelf. Soms zit je als speler op de bank en voel je dingen die anderen niet weten of zien. Dan moet je sterk zijn. Vorig seizoen is het mij de eerste maand overkomen. Maar wat je niet doodt, maakt je sterker. Ik heb geleerd geduld te hebben en besef dat rechtvaardigheid niet altijd bestaat. In Israël moet je altijd bewijzen dat je beter bent dan de buitenlander. Hier ben ík de buitenlander, ja, maar het is hier Israël niet. Ginder heb je maar vier buitenlanders per ploeg ; hier in België zijn de meeste spelers in de ploeg buitenlanders. De rest van de ploeg in Israël bestaat voor de helft of meer uit spelers van de stad zelf.

“Een ander boek is Hohmat Habeigale, wat zoiets betekent als slim brood. Het gaat over iemand die door de Verenigde Staten heeft gezworven en zich daarna in Israël wil settelen. Heel grappig geschreven.”

Voetbalidolen

Gil Vermouth : ” Raúl zag ik altijd graag bezig. Slimme speler, weet hoe hij moet scoren. Maar het is niet hetzelfde type als ik en hij speelt ook niet op dezelfde positie. Iedereen heeft zijn stijl. De ene kan goed trappen, een andere loopt, mijn spel is meer dribbelen en assists geven. Mijn rechtervoet is beter dan mijn linker, maar ik kan op links, rechts of als nummer 10 spelen. In Hapoel speelde ik vanaf rechts, maar in de bekerfinale speelde de trainer niet de gebruikelijke 4-4-2, maar 4-5-1, waarin ik nummer 10 was.”

Ronny Rosenthal is een ander voorbeeld : het gemaakt bij Club Brugge en dan naar Liverpool getrokken. Dus een goed voorbeeld, hé. (grijnst)

“In Hapoel Tel Aviv zeiden ze altijd dat ik de tweede Shalom Tikva (ex-Standard, nvdr. ) was. We speelden met hetzelfde rugnummer, 14. Toen Tikva stopte met voetballen, nam niemand zijn nummer 14 over. Tot ik bij Hapoel kwam en ik speelde een beetje in dezelfde stijl, dus… (lacht). Johan Cruijff ? Dat is de favoriet van mijn vader. Hij heeft een cassette van de wereldbeker van 1974, waar Nederland in de finale verloor. Hij kan niet ademen zonder voetbal (grijnst). Hij was jeugdinternational tot hij in het leger moest. Maar zelfs mijn moeder kent iets van voetbal : ze kwam naar elke wedstrijd kijken.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content