Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De rozen op het sterfbed van Stafke Fabri worden stilaan ook rozen op het kerkhof van Antwerp. De slapende reus lijkt comateus.

Voetballer zijn is soms een hondenstiel. Als vrijdagmiddag iets voor halfdrie de trainers van Antwerp het oefenveld opzoeken, valt er een malse regen naar beneden. De Engelsman Andy Welsh, door Manchester United naar België gestuurd om Regi VanAcker te assisteren, wrijft zich in de handen. En niet alleen omdat het koud is. ‘ Lekker Engels weertje.’ De spelers hebben er minder zin in, op hen is het nog even wachten. Een voor een betreden ze even later het gras. Allemaal namen. Spencer Verbiest, ex-AA Gent en -Heerenveen. Alain Van Mie-ghem, ex-Roda JC. Pedrag Ristovic, ex-Spartak Moskou, Ivan Willockx, ex-KV Mechelen en -Bergen. Gunter Verjans, ex-Club Brugge. Vijf jongens van Manchester United : Adam Eckersley, Danny Simpson, Ritchie Jones, Sylvan Ebanks-Blake en Lee Martin. Ook lid van United, al speelde hij er nog niet : Fangzhuo Dong, geen meeneem- of gokchinees, maar een international en toekomstige vedette. Op papier heeft Antwerp een ploeg die los de top moet spelen. Op papier…

Vernederingen

De realiteit is anders, het draait vierkant. Zelfs het weer wil vandaag niet mee, de fijne malse regen wordt een langdurende stortvloed. Naar het gemoed van de voorzitter die stilaan van geen hout nog pijlen weet te maken. Een nul op negen na de winterstop sloeg Antwerp uit koers voor de tweede periodetitel, maar eerder dan mikken op een derde plaats wordt de strijd om het behoud ineens belangrijk. Geel thuis wordt plots ‘altijd moeilijk’, een kwalificatie die veel supporters slechts op uitwedstrijden plakken.

Die supporters – het zouden geen Antwerpenaars zijn – dragen hun ellende met enige trots en spot. De trainer, die ziet dat zijn assistent zonder een vin te verroeren de regen trotseert en dus ook niet komt schuilen onder het afdakje, wordt gevraagd of ‘het niet te nat is buiten’. En de ‘lijn’ van de nieuwe spits, Sylvan Ebanks-Blake, een kleine snelle donkere jongen, wordt ook becommentarieerd. ‘Het is te hopen’, zegt er eentje, ‘dat José een groter broekske heeft, want dit spant een beetje…’

Onderhuids proef je hun angst. De vrees voor nog meer vernederingen. Ze zijn nog niet vergeten, de driehonderd postkaartjes die de Beerschotsupporters vanuit Marseille naar de Bosuil zonden, ten tijde van hun Europese match. ‘Hier geen hondenweer’ stond er op.

Onderwerp van de gesprekken vandaag : wie staat zaterdag in doel en wat zouden de nieuwe Engelsen er van bakken ? Het doel, dat is Antwerp al jaren een zorg. ‘Vijf keepers en geen enkele goeie’, zuchten de fans. Willockx is een transfer van de trainer, die rekende op de ervaring van een man die nu toch al jaren meedraait. De gewezen Mechelaar moet evenwel opboksen tegen de schaduw van Ratko Svilar, die ooit nog fel ruziede met de voorzitter maar nu weer in de armen is gesloten. Svilar bracht helemaal op het einde van de transferperiode nog een doelman, Pedrag Ristovic, samen met nog twee andere Serviërs. Hij volgt de wedstrijden van Antwerp vanuit de seats. Hij ruikt bloed, wil erg graag in een of andere functie bij de club terugkeren en steunt zijn pionnen voluit. Pionnen die niet brengen wat men ervan verwachtte. Wiens schuld ? Die van de coach, of die van de spelers, minder getalenteerd dan verwacht of gehoopt ?

Het probleem van Antwerp is het gebrek aan lijn en visie, bij gebrek aan geld. Manchester United schrok zich bij de analyse van haar Belgische project een hoedje. Van de drie assistenten van Regi Van Acker werden er twee geboren in 1938 en eentje in 1940. Geen kwaad woord over hen, hun clubliefde kan niet genoeg worden geloofd, maar wie amper kan verlonen, tenzij in toegangstickets, kan moeilijk hoge eisen stellen. Een scoutingsapparaat is onbestaande, Antwerp hangt af van de goodwill van bevriende figuren. Zakenmensen bijvoorbeeld. In het bestuur zetelt iemand die handel drijft met Roemenië. Die wist wel een speler zitten. De jongen viel evenwel door de mand, al is de zakenman het daar niet helemaal mee eens. De club is wel de dupe, want het minimumloon voor niet-Europese voetballers ligt op 65.000 euro per jaar. In eerste is dat allemaal nog betaalbaar, in tweede al veel minder.

Periodetitel

Mede daarom ook de grote kuis vorige zomer na het falen in de eindronde waarin men slechts met veel geluk was gesukkeld. Van de huidige grote kern (ongeveer 24 man) zijn er maar vier spelers die hier vorig seizoen ook al waren. Van Acker kwam in februari naar de Bosuil en vond er een kern die grof geschetst uit twee kampen bestond : zwart tegen blank, Afrikaan tegen Europeaan. De club had financiële problemen en de ene clan wilde veel verder gaan dan de andere in het afdwingen van betalingen, bijvoorbeeld door een staking. Vorige zomer werd schoon schip gemaakt, ook de duurdere Belgische jongens moesten vertrekken. Vooral in het verdedigende compartiment : Pinxten, Evens, Feys, Ouon. Wat kwam, heeft kwaliteit, maar minder hardnekkigheid. Gevolg : meer tegen-goals, Antwerp heeft de tweede slechtste verdediging uit de reeks. Cijfers liegen niet, je levert niet ongestraft kwaliteit in, al oogt het cv van de vervangers nog zo mooi.

En dus wordt een strijd voor promotie – ook al droomden vrijdag nog mensen luidop van de derde periodetitel – er plots eentje tegen de degradatie. Een bekend gegeven voor Ivan Willockx, die het in eerste klasse al meemaakte met Bergen en KV Mechelen. “Antwerp heeft talent genoeg, maar hebben we wel genoeg kwaliteit voor tweede klasse ? We hebben hiernaast in het spelershome diverse keren rond de tafel gezeten om wat te veranderen. Tweede klasse is vechtvoetbal, hier telt geen schoon spel. Naast het veld was de sfeer goed, maar tijdens de wedstrijd wilde iedereen zijn kunstjes tonen. We zijn ooit in Dessel, dat toen eerste stond, gaan verliezen. Alleman zei : ‘hoe kan dat nu, die mannen kunnen niet shotten’. Maar op dat veldje, met die ingesteldheid, daar ging toen niemand winnen. Dat is kwaliteit voor tweede klasse. Oké, nadien heeft Dessel ook zijn terugval gekend, maar als wij dat zouden hebben gekoppeld aan ons individueel talent, heb je een goeie tweedeklasser.

“Ons seizoen zit vol met ups en downs. Met iets meer downs en dan krijg je dit. Leider United verloor hier met 5-0, maar herstelde zich daar meteen vlot van en geen haan kraaide naar dat verlies. Hier is die druk er wel. Al in de voorbereiding moest ik bij de voorzitter komen omdat ik een foutje maakte. En na de eerste speeldag legden ze de groep de spelregels van de eindronde voor. Ik begrijp dat er druk is, het is moeilijk om financieel het hoofd boven water gehouden. Tot nu toe werden we correct betaald, al was het voorschot dat ze in het begin van de maand betalen deze maand kleiner dan voordien. Het is nu wachten of ze dat compenseren bij het uitbetalen van de premies.”

Steeds minder volk vindt zijn weg naar de Bosuil, nog steeds privébezit. Zaterdag nog 2500 man, dat is voor tweede niet slecht, maar onvoldoende om de boel leefbaar te houden. Dé grote zorg van de voorzitter. Het stadion, het patrimonium van de club, was vroeger een voordeel maar is nu “een molensteen rond onze nek”, zegt LudoVan Campenhout, VLD’er, schepen en Antwerpsupporter in de rood-witte nieren, luidop wat iedereen in de club denkt. De Bosuil is dankzij privé-investeringen de laatste paar jaar een beetje hertekend en de twee tribunes achter de doelen zijn gloednieuw, maar de twee tribunes in de lengteas van het veld zijn oude wrakken. De ene dateert van 1923, de ander van 1958. Dit seizoen werd het dak van Tribune II vernieuwd. Kostprijs 125.000 euro. Clubmensen schatten de jaarlijkse onderhoudskost van het stadion op minimaal 200.000 euro, ongeveer één tiende van het budget. Wetende dat de uitkeringen van de televisiepot in tweede beperkt zijn, ongeveer 100.000 euro per club, lijkt het duidelijk dat het erg moeilijk wordt om een profstatuut in tweede in stand te houden.

Wintersolden

In de heenronde kende Antwerp slechts twee goeie periodes : in het begin van de competitie, met een 5 op 9 tegen Bergen, Geel en Oostende en vlak voor de winterstop met een 9 op 9 en vijf wedstrijden ongeslagen. Van Acker : “Na die goeie start hebben we alles wat verknoeid, vind ik. 0-2 voor op Deinze in de vierde match, maar wat hautain gaan spelen, kansen missen. Aan de rust heb ik me tot verbazing van de spelers kwaad gemaakt. Terecht, want we verloren die match nog. Wij hebben veel jongens die tweede klasse in België niet kennen, en die dachten iets te snel dat ze dat varkentje wel eens zouden wassen. Zo werkt het niet.”

Willockx : “Het heeft tot de winst op Mechelen geduurd voor we ons herstelden.” Van Acker : “Daar zijn we iets defensiever begonnen, gaan spelen zoals alle andere tweedeklassers. Uit die zege hebben we vertrouwen geput. Met dat dilemma worstel ik nu. We voelen ons verplicht het spel te maken, maar anderzijds hebben we de beste serie gezet met een iets defensievere aanpak. De vijf nieuwe jongens van Manchester zijn gewend om naar voor te spelen. Moeten zij nu omschakelen naar ons toe of wij naar hen ?”

De naam valt. Manchester United, een relatie die het levenswerk is van Paul Bistiaux, lijkt nu de laatste reddingsboei. Vorige zomer al wilde de club meer spelers van de Engelse topper naar de Bosuil halen, mede om economische redenen. Het loon van de jongens wordt immers door United betaald. De overname van de club door de Amerikaan MalcolmGlazer vertraagde echter alles. In samenspraak met de verantwoordelijke Jim Ryan werd de club dit najaar doorgelicht en kwamen er vijf nieuwe spelers voor de plaatsen waar Antwerp het meest kwetsbaar leek : vooral links, en in de spits. Dat zorgde tijdens de winterstop voor onrust in de ploeg, maar, zoals Yvan Willockx het stelt : “Transfereren is een teken dat het niet goed gaat, geen garantie voor succes. In Bergen deden ze altijd veel wintertransfers. Het eerste jaar keerde daardoor de situatie, het tweede jaar niet.” Van Acker : “Uiteraard brengt dat onrust bij de spelers teweeg, maar ik heb hen gezegd dat er nooit zoveel zouden zijn gekomen indien we bovenin hadden gestaan. Ploegen die een bepaald doel niet bereiken, versterken zich. Wij ook. Wie er niet mee om kan, moet lager gaan spelen, waar hij zeker is van zijn positie.”

De nieuwelingen zijn Engelsen, jongens uit de eigen opleiding. Geen Afrikanen of Aziaten in wie United wat ziet, maar die nog nooit voor de ploeg speelden. Dat soort spelers worden door een kritische Antwerpgroep minder ernstig genomen, weten ze uit ervaring. Gunter Verjans, aanvoerder, zegt dat ze alvast “voor een grotere scherpte op training zorgen. Maar ook zij hebben tijd nodig.”

Tijd die de club misschien niet heeft. Zaterdag stonden ze – een slappe Dong inbegrepen – voor het eerst met zes samen op het veld en het tij keerde niet. Veel enthousiasme, hotsen en knotsen, en met name bij linksbuiten Lee Martin flitsen van grote klasse. Maar winnen zat er tegen Verbroedering Geel niet in. Als het zo verder gaat, zal het dus niet lang duren of de niet-geselecteerden – Belgen én buitenlanders – morren op de achtergrond. Eentje was vorige week al bezig, nadat bleek dat de komst van de Engelsen hem zijn plaats in de wedstrijdkern kostte. Wordt dat gemor gesteund vanuit de seats, dan leidt dat misschien tot een paleisrevolutie en is het wéér herbeginnen…

Slapende reus

De spelers van United worden voor het eerst begeleid door een eigen coach, Andy Welsh. “Het doel is alle jongens te laten proeven van voetbal met een eerste elftal. Het niveau is anders dan wat ze kennen en naast het veld komen ze in een andere cultuur terecht, wat hun ontwikkeling als mens dan hopelijk weer ten goede komt. Ik zal de spelers hier op de twee vlakken begeleiden. Niet als babysit, ik ga hen geen zeven dagen op zeven bewaken. Ze hebben twee wagens die ze onder de groep moeten verdelen, wonen zelfstandig en moeten hard werken. Ik kom tussenbeide als er grote problemen zijn en geef hen wat individuele training als ik constateer dat ze iets nodig hebben. Voor mij als coach is het ook een gelegenheid om te zien hoe er in Europa wordt gewerkt. Als het stof dat door onze komst opwaaide, is neergedwarreld, ga ik mijn ronde doen. Zeker naar Nederland, misschien tot in Frankrijk.”

Ambities om hoofdcoach te worden heeft de man geenszins. Welsh : “Neen. Regi is de hoofdcoach, ik ben zijn assistent. Het is niet omdat de resultaten achterwege blijven, dat men alles in vraag moet stellen. De trainingen zijn goed, de werk-ethiek ook. De resultaten zijn er niet, dat is duidelijk, vandaar onze hulp. Regi moet naar zijn gevoel de beste ploeg selecteren. Zijn onze jongens daarbij, dan is dat mooi. Zijn ze er niet bij, dan moeten zij maar harder werken als ploeg. Dat weten ze, hun aanwezigheid is geen garantie op spelen.”

Moet hij ook een analyse maken van het project, de samenwerking ? Welsh : “Wij hebben twee doelen. Eerst de korte termijn : Antwerp hogerop brengen, het liefste terug in eerste klasse. Als ze niet pro-moveren, is dat voor ons geen onoverkomelijk probleem. Op de lange termijn willen we wel kijken naar de evolutie van de club als geheel, in termen van jeugdopleiding, begeleiding enzovoort. We gaan dat onderzoeken en hopelijk kunnen we met Antwerp nog een tijdje doorgaan.”

Hij noemt de club asleeping giant, een slapende reus. Welsh : “Deze ploeg heeft een lift nodig, frisheid, enthousiasme. Dat proberen we met deze vijf jongens te injecteren. Het zal even duren voor we een evenwicht in de ploeg hebben, maar wij denken dat het kan lukken.”

Maar stel dat het mislukt ? We hebben het een paar keer gevraagd, maar kregen de voorbije dagen geen antwoord. Wel veel zorgelijke blikken, want 2005 was al geen grand cru en 2006 nog veel minder.

Is de reus slapend of comateus ? En was de Last Post, die zaterdag voor de match werd geblazen ter ere van Stafke Fabri, de onlangs overleden componist van Rood en Wit, de liefdevolle kleuren, visionair ? Antwoord in mei.

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content