Philippe Leonard is terug én ambitieus. ‘Ik heb te weinig interlands op mijn palmares. Maar die carrière is nog niet afgesloten.’

Ze waren jong en hip, Genaux, Goossens en Leonard, toen ze de neus aan het venster staken bij Standard. Er zat wat van rebel James Dean in hun doen en laten, een beetje Che Guevara. Schoppen tegen de schenen van het establishment, de fifties en sixties herleefden met hen aan het begin van de nineties. Trainers van de nationale ploegen en hun diverse clubcoaches hielden grijs haar over aan hun pogingen om de krachtige jonge veulens in te tomen.

Een decennium later is de grootste storm gaan liggen. Régis Genaux is geen voetballer meer, geveld door de fysieke eisen van de job is hij bezig aan een reconversie als trainer. Michael Goossens verloor zijn lange haren in Genua, Gelsenkirchen en Graz en voetbalt nu voor Sint-Truiden. Sportief schopte Philippe Leonard het nog het verst, met een langdurige passage bij Monaco, een kort verblijf in Nice en nu Europees voetbal bij Standard. Zijn abc is het verslag van een decennium topvoetbal, met ups en downs.

AS Monaco

Philippe Leonard : “Houd ik een goed gevoel aan over, ook al kende ik er veel moeilijke momenten. Ik bracht er zeven jaar van mijn leven door en die hebben me veranderd. Ik heb er sportief vooruitgang geboekt en ben er volwassen geworden. Tot die transfer had ik nog nooit mijn thuis verlaten en van de ene dag op de andere belandde ik in een wereld waar de sterren me voor de voeten liepen. Ik keek en genoot, al heb ik er nooit écht behoord tot het jetsetleventje. Op mijn palmares staan een halve finale van de Champions League en twee titels. Eigenlijk was ik van plan te tekenen voor Feyenoord, maar die zaak sleepte weken aan. Op een vrijdagnamiddag kreeg ik het bezoek van Luciano D’Onofrio. ‘Ik heb een club voor jou’, zei hij. Het ging om Monaco. Ik weet nog dat ik direct vroeg : ‘Waar is dat contract, dat ik het direct teken.’ Standard kreeg ongeveer 1 miljoen euro voor me.”

Barthez

“Een buitengewone doelman die in zijn beste tijd het Franse voetbal domineerde. Even sterk met de handen als met de voeten. Hield tijdens een wedstrijd nooit op met praten en leverde vaak commentaar aan mijn adres. Buiten het veld een coole gast. Van hem kreeg ik mijn bijnaam. Hier was dat Leo of Phil, voor hem was ik le Belge. Eric Deflandre nam dat over en nu noemen ze me zelfs op Sclessin af en toe le Belge. Guy Hellers noemde me in mijn beginperiode af en toe spottend le Suisse, omdat ik in zijn ogen een beetje te slap voetbalde, maar daar kon ik minder om lachen.”

Cruz

André had klasse te koop. Zijn speldoorzicht en machtige linker maakten van hem een schitterende centrale verdediger. Met Stéphane Demol vormde hij de ruggengraat van het Standard van Arie Haan. Zonder die twee was het zowel voor Régis als voor mij ongetwijfeld veel moeilijker doorbreken geweest. André gaf ons voortdurend raad, Stef beschermde ons. Op een dag had ik een relletje met Henk Vos. Die beet me toe dat hij mijn been zou breken als ik op training te dicht bij hem in de buurt kwam. Stef hoorde het en zei meteen : ‘Als je hem durft raken, breek ik het jouwe.’ ”

Deschamps

“Was oneerlijk, niet alleen met mij, ook tegenover jongens als Marco Simone of Christian Panucci. Hij dacht dat ik met de Italianen een band had, maar die was louter vriendschappelijk, ik had met hun sportieve problemen niks van doen. Deschamps veranderde in zijn houding tegenover mij constant van mening. Soms stelde hij me op en kreeg ik lof na de match, maar een week later belandde ik zonder uitleg op de bank. Hij beloog me, zegde op mij te rekenen als dat in zijn kraam paste vanwege één of andere blessure, om me dan ’s anderendaags op de transferlijst te zetten. Om zot van te worden. Geregeld had ik zin om hem een klap in zijn gezicht te geven. Nooit begreep ik waarom hij het op mij gemunt had.”

Enzo

“Was een van de eersten om me te feliciteren toen ik voor Monaco tekende. Hij was er om me op te vangen en stelde me in de kleedkamer aan iedereen voor. Hij was een van de beste voetballers waarmee ik speelde. Misschien niet de allerbeste, dat was MarceloGallardo, maar Enzo staat er net onder, samen met Henry en Trezeguet.”

Frankrijk

“De Liga 1 is moeilijk. Clubs koppelen er fysiek, techniek, tactiek en vooral snelheid aan mekaar. Aan de top is alleen plaats voor winnaars. Je moet er snel kunnen spelen en vooral via de vleugels. De opleiding is er de beste, België moet daar absoluut een voorbeeld aan nemen, vind ik. Anderzijds, Roberto Bisconti zal het me niet tegenspreken, zouden onze beste ploegen ook in Frankrijk hun mannetje staan. Marseille, PSG of Lyon zijn top, op alle vlakken, ook qua media-aandacht en onrust, maar elders is het veel rustiger en sportief ook minder.”

Goossens

“Mika… Vooral goeie souvenirs. De races met auto’s, de grapjes, dat is verleden tijd, ver weg. Op een dag namen we Sacha Rychkov mee naar le quartier chaud, een wijk met rode lichtjes en bars in Seraing ( lacht). Gewoon om te kijken, maar blijkbaar is hij later nog wel vaker teruggekeerd. Roger Henrotay nam ons dat kwalijk. Mika ben ik later uit het oog verloren. Ook dat is voetbal.”

Haan

“Heeft me gelanceerd op het hoogste niveau. Op een dag kreeg ik tijdens de rust van een beloftenwedstrijd van Leon Semmeling te horen dat ik mocht stoppen omdat ik ’s anderendaags met de A-kern moest trainen. Ik was ruim op tijd, in de kleedkamers zat nog niemand. Niet goed wetend wat te doen, ging ik op een bankje zitten. Gilbert Bodart arriveerde als eerste en zette me direct op mijn plaats : ‘Hé, jij daar, jonge gast, daar zit ik.’ Beleefd heb ik baan geruimd. Arie Haan was tactisch zeer sterk. Hij wist het spel van de tegenstander goed te lezen en gaf voortdurend richtlijnen. De sfeer was goed in die periode, we dronken vaak champagne. Volgens mij vierde elke speler minstens twee keer per jaar zijn verjaardag. Haan zag ook altijd alles. Op een dag had ik geen zin in een oefening en ik sloeg die over, ervan overtuigd dat hij niks had gezien. Daarna volgde een matchke, iets wat elke voetballer leuk vind. Toen ik mijn plaats wilde innemen, stuurde Haan me weg. ‘Jij deed die oefening niet, ga maar rondjes lopen.’ ”

Informatie

“De Franse pers is stukken chauvinistischer dan de Belgische. Buitenlanders die uit Brazilië of Argentinië komen, kunnen weinig verkeerd doen. Maar o wee als een Belg de plaats van een Fransman inneemt. Bij TF1 hield co-commentator Jean-Michel Larqué wel van mijn stijl, maar Thierry Roland minder. Hij had het voortdurend over le Belge. Toen wist ik het wel. Basta.”

Julia

“Mijn dochtertje. Het meisje waarvoor ik vecht, waarvoor ik werk. Ze leeft met haar mama, van wie ik gescheiden ben. Dat ik nu weer in Luik voetbal, stelt me in staat haar meer te zien. Eigenlijk is zij een van de redenen voor mijn terugkeer.”

Kaklamanos

“Een karakter, leerde ik hier kort kennen, tot de affaire. Had het moeilijk als spits, maar ik benijd ze niet, de spitsen van vandaag. Het voetbal eist heel veel van hen. Ze moeten schitteren in de rechthoek, een steunpunt zijn in de aanval én de eerste verdedigers van een ploeg. Ik heb gespeeld aan de zijde van Henry, Trezeguet en SonnyAnderson, maar de beste spits vond ik toch in het andere kamp. Met Del Piero was je nooit klaar.”

Leekens

“Provoceerde de grootste teleurstelling uit mijn carrière. In 1998 verdiende ik om naar het WK in Frankrijk te gaan, maar Leekens elimineerde me uit de groep na het toernooi Hassan II in Marokko. Hij wilde de oudere Vital Borkelmans belonen, terwijl die minder sterk was dan ik. Achteraf vraag ik me af of hij de hele groep heeft samengesteld. Tussen de nationale ploeg en mij heeft het nooit geklikt. Tegen Nederland werd ik in ’96 in de steek gelaten door Marc Degryse, zodat ik voortdurend tussen twee tegenstanders zat. Maar ik kon toch moeilijk op hem gaan schelden ? Wilfried Van Moer had dat moeten zien, maar hij reageerde niet. Ik had de boter gegeten en werd al na 35 minuten vervangen door Nico Van Kerckhoven.”

Marc

Marc Wilmots was een van de steunberen van Standard toen ik er debuteerde. Kracht te koop, met een ongelooflijk karakter. Tijdens Euro 2000 deelde ik met hem de kamer. Hij gaf me raad toen ik botste met Robert Waseige, bezwoer me kalm te blijven, terwijl ik klaar stond om mijn koffer te pakken en nog tijdens het toernooi op te stappen.”

Nonda

“Techniek, snelheid, kracht. Volgde eigenlijk een ongelooflijk parcours van Burundi naar Monaco : hij speelde eerst in Zuid-Afrika, dan bij Zürich en vervolgens in Rennes. Het doet me een beetje denken aan dat van Didier Drogba, die ook niet uit een Frans vormingscentrum kwam, dan lang leek te stagneren bij Le Mans en Guingamp, maar plots bij OM de pannen van het dak speelt en nu in Chelsea zit. Gek, gek gek.”

OGC Nice

Gernot Rohr heeft er me na een paar mislukte tests in Engeland opnieuw gelanceerd. Ik bleef in Monaco wonen, op dat vlak was het goed. Financieel scheelde het evenwel een hele slok, door te voetballen in Frankrijk moest ik plots 54,06 procent belastingen betalen. In Monaco was dat nul procent ! Nice had een optie tot verlengen, maar ik keek liever uit naar wat anders. Rohr begreep dat.”

Prinsdom

“Luik en Monaco, het zijn twee prinsdommen. Van Luikenaars zeggen ze dat ze koppig zijn én doorbijters, misschien klopt dat wel. Ik voel me hier thuis, ben teruggekeerd met heel veel zin. Luciano D’Onofrio heeft me die kans gegeven en daar ben ik hem dankbaar voor. De laatste tijd vroeg hij elk jaar wel of ik niet naar Standard wilde, maar dat lag moeilijk. Als je 1500 euro verdient, kies je niet snel voor een job waarin je maar het tiende krijgt.”

Qatar

“Dat is voor later ( lacht). Eigenlijk had ik graag van het Engelse voetbal geproefd. Voor ik naar Nice trok, testte ik bij Bolton. Maar die ploeg wilde me per week betalen en dat zag ik niet zitten. Met Blackburn was er ook contact, maar dat lukte evenmin. Bolton nam nadien nog eens contact op, maar toen interesseerde het me niet meer.”

Régis

“Helemaal anders dan ik. Ook verdediger, maar vooral op papier, want in de praktijk ging hij voortdurend in de aanval. Ik moest daardoor verdedigend vaak bijspringen. Misschien, en met die mening stond ik destijds niet alleen, speelde dat wel in mijn nadeel. Toen ik hem daar later in de nationale ploeg eens op wees, dat hij wat meer moest opletten, keek hij me aan en zei hij : ‘Zeg ventje, sinds jij bij Monaco speelt, heb je het een beetje hoog in je bol gekregen.’ Zo is Régis.”

Sclessin

“Helemaal anders geworden, perfecte werkomstandigheden nu. Beter dan Monaco, waar het regende in de kleedkamers en de trainers bij elke bui emmers moesten zetten om het binnen droog te houden. Bisconti zal na Sclessin in Nice ook grote ogen trekken. Het publiek heeft me hier nooit gespaard. Enthousiast als het goed ging, maar o zo kritisch. Op een dag ging het grondig fout in een wedstrijd tegen Waregem. Op een hoge bal in mijn richting begonnen ze al op voorhand te joelen, waarna ik grandioos mijn controle miste. Bij het verlaten van het stadion vielen ze mijn vriendin lastig. Ik was net van plan mijn tas neer te zetten en even, eh, orde op zaken te zetten, toen Guy Hellers me langs achter vastpakte en smeekte om rustig te blijven. Even later, in de auto, hoorde ik stenen raak treffen. Een vriend van me is toen uitgestapt… Maar het blijft mijn club. Om er weer succes te halen zouden ze moeten proberen de kern lang samen te houden. Dat was het geheim van het succes van Monaco. Steeds verfijnen.”

Titi

“Henry. Woonde in Monaco in hetzelfde gebouw als ik, vaak reden we samen naar het trainingsveld. Ongelooflijk snel, een moderne spits. Ik zie in hem wel niet de nieuwe leider van de Franse nationale ploeg, dat lijkt me eerder een rol die weggelegd is voor Patrick Vieira. Ik heb Henry in contact gebracht met Luciano D’Onofrio. Op een dag vroeg die me om te polsen of Titi wat zag in een verhuizing naar Italië. Ik heb die boodschap overgebracht en de rest is geschiedenis. Maar bij Juve klikte het uiteindelijk niet.”

USA

“Mijn eerste interland met de nationale ploeg. Op dit moment tel ik 25 selecties. Te weinig, maar mijn ambities op dat vlak zijn nog niet opgeborgen.”

Van Rooy

“Voortdurend aan de sigaret, in de bus, in de kleedkamer. Hij was lang niet de enige roker die ik ontmoette. Barthez, Petit, Cobos, die rookten ook allemaal. In zijn dagje was Frans een keizerlijke voetballer. Soms een vreemde gozer. Op een dag had het zwaar geregend en stak iedereen lange studs. Frans niet, die voetbalde op multi’s. Ik vreesde dat hij voortdurend weg zou glijden en geen bal zou raken, maar hij was de beste.”

Waseige

“Geen enkel probleem mee gehad toen hij me bij Standard trainde, maar bij de nationale ploeg… Voor hij zijn definitieve selectie voor Euro 2000 maakte, riep hij me bij zich. Streng blafte hij : ‘Hier ben ik de baas. André Duchêne en je vriendjes op Standard tellen hier niet mee. Danny Boffin en Toni Brogno verdienen eigenlijk meer een selectie, maar toch neem ik jou.’ Ik had toen heel veel zin om het af te bollen, maar uiteindelijk had ik al in ’98 in laatste instantie het WK gemist en dat wilde ik niet opnieuw meemaken. Daarna is het nog verslechterd. Ik deelde de kamer met Wilmots en die ging graag vroeg slapen, al om halftien. Ik trok me dan terug in het zaaltje waar we verzorging kregen. Op een dag heb ik daar gebeld. Waseige passeerde, zag me en ’s anderendaags brak het drama los. Ik werd beschuldigd van bellen op kosten van de voetbalbond. Waseige had een zondebok nodig en viel me op alles aan. Dat mijn hemd uit mijn broek hing, zulke zaken. Ik belde mijn pa en die zei meteen : ‘Pak je koffers en kom naar huis.’ Het waren Marc Wilmots en Luciano D’Onofrio die me dat hebben afgeraden.”

X-project

“Mijn toekomst ? Trainer worden en/of een zaak beginnen in Monaco. Daar heb ik nog steeds een appartement.”

Youri

Djorkaeff, ook ex-Monaco, maar nooit mijn ploegmaat ( lacht). Tijdens mijn test in Bolton was hij er ook. Hi, zei hij ter begroeting, hij had me niet eens herkend en nam me voor een Engelsman. Op een dag zat hij met een vriend van me te eten in een restaurant in Monaco. We hebben er nog om gelachen, hij herinnerde het zich niet eens meer.”

Zidane

“Twee woorden : de beste.” n

door Pierre Bilic en Peter T’Kin

‘Ik had geregeld zin om Deschamps een klap in zijn gezicht te geven.’

‘Als je 1500 euro verdient, kies je niet snel voor een job waarin je maar het tiende krijgt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content