Vijf jaar was het geleden dat Leif Hoste nog eens de smaak van de overwinning mocht proeven in een wedstrijd van formaat. Zijn zege in het nationaal kampioenschap tijdrijden van 2001 prijkte al een hele tijd eenzaam op zijn palmares. Vorige week bracht de 28-jarige renner van Discovery Channel daar verandering in. In de eerste rit van de Driedaagse van De Panne nam hij zijn medevluchters Bernhard Eisel en Gert Steegmans te grazen. Ook in de slottijdrit bleek hij de snelste. Op die manier pakte Hoste de eindoverwinning mee in De Panne.

Afgelopen zondag kleurde hij de finale van de Ronde van Vlaanderen en strandde hij na Tom Boonen heel knap op de tweede plaats. De glansrijke prestaties zaten er aan te komen. Na zijn kwakkelseizoen vorig jaar, was de West-Vlaming al enkele weken bezig aan een nieuwe opmars. Onder meer in de Ruta del Sol, Kuurne-Brussel-Kuurne en de Tirreno-Addriatico was hij meermaals te ontwaren in de spits van de wedstrijd. “Maar tot vorige week was het dikwijls eens net niet”, zegt Hoste.

Je bent vermoedelijk tevreden over je prestaties van de afgelopen weken.

“Inderdaad. Het verloopt tot nu toe allemaal heel goed voor mij. Zeker sinds mijn overwinningen in de Driedaagse van De Panne ben ik heel content. Maar het gevoel was ook daarvoor al prima, ik wist al van bij de start van het seizoen dat ik op de goede weg zat.

“Ik ben het seizoen gestart met het idee dat ik ervoor zou gaan in iedere koers waarin ik voelde dat ik een kans maakte. Ik heb er alles aan gedaan om dit niveau weer te bereiken en kende wat geluk, want dit jaar kreeg ik nog niet te kampen met blessures of ziektes. Dat gooide vorig jaar roet in het eten. Op elk moment dat het beter begon te gaan, dook toen iedere keer opnieuw een ander euvel op. Het was allerminst gemakkelijk om daarmee om te gaan. Van die lijdensweg bleef ik dit jaar gespaard.”

Hoe sterk ben je in vergelijking met 2004, het jaar waarin je ook tweede werd in de Ronde van Vlaanderen en een twaalfde plaats behaalde in Parijs-Roubaix ?

“Ik ben nu beter en sterker dan in 2004. Ik heb aan fysieke kracht gewonnen en bouwde ook weer wat meer ervaring op. In wedstrijden als Parijs-Roubaix speelt dat absoluut in je voordeel.”

Met welke verwachtingen zak jij zondag af naar Parijs-Roubaix ?

“Ik kan nu niet anders dan hoge verwachtingen koesteren. Ik zeg daarom niet dat ik ga winnen, maar ik wil mij tonen en een rol spelen in de finale. Een plaats in de stand kan ik daar niet aan vastknopen, zeker niet in die koers. Je kan er als tiende over de streep bollen terwijl je veel sterker was dan de vijfde, die zich wat minder voelde maar geen tegenslag kende.”

Ben jij zondag de kopman in het team van Discovery Channel ?

“Wie zich goed voelt in onze ploeg, gaat zijn kans. Die man beschermen we. We zijn allemaal professioneel genoeg om tijdens de wedstrijd onder mekaar uit te maken wie dat wordt. Ons sterke punt is dat we meerdere jongens in het team tellen die de finale van Parijs-Roubaix aankunnen. Wij hoeven niet alles op één persoon te zetten. In de breedte hebben wij meer mannen dan Quick-Step. Daar moeten we gebruik van maken.”

Jij slaagde er de afgelopen jaren niet vaak in om te winnen. Heb je soms last van druk om het af te maken ?

“Ik denk dat dat al veel verminderd is. Misschien speelde me dat in het verleden wel wat parten, maar nu ondervind ik daar geen hinder meer van.”

Is er in het peloton te veel berusting in de overmacht van Tom Boonen ?

“Voor mezelf weet ik dat ik in Parijs-Roubaix, net als in de Ronde van Vlaanderen, niet ga starten voor de tweede plaats. Er zijn misschien wel jongens die zo denken. Toch zie je dat de renners die zich gewoonlijk tonen in de klassiekers, ook dit jaar weer van de partij zijn. Maar als Tom de beste is, is het simpel hé. Dan moet hij winnen.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content