In het Nederlandse voetbalweekblad Voetbal International geeft René van der Gijp, bekende Nederlander en ooit een getalenteerde aanvaller bij Sporting Lokeren, wekelijks aan wat hem de voorbije week opviel.

Dit keer had hij een enthousiaste Mario Been aan de lijn, zegt hij aan journalist Michel van Egmond. “Dat is het mooie van die nieuwe indeling van de Belgische competitie, met allerlei play-offs en poulewedstrijden. Veel meer spanning, veel meer wedstrijden die ertoe doen, veel meer gelegenheid voor spelers om snel te groeien. Zouden ze in Nederland ook eens moeten overwegen.”

Pardon?

“Zouden ze in Nederland ook eens moeten overwegen.” Hij zei het echt!

Van der Gijp: “Wat heb je nou liever? Elk jaar RKC, of een paar keer per jaar Ajax-Feyenoord? Kom op, wie zit er nou te wachten op een wedstrijd als Ajax-De Graafschap? Zelfs de grootste supporter kan daar niet van genieten.”

Net wanneer Van der Gijp in Nederland een ballonnetje oplaat, wordt in de Belgische media het play-offsysteem opnieuw ter discussie gesteld. Twee van de vijf grote clubs (Club en Standard) zijn ronduit tegen, ook de trainer van Genk, dat voor de derde opeenvolgende keer zicht heeft op een prijs dankzij de play-offs, noemde zich een tegenstander omdat het een onrechtvaardig systeem is. Zelfs de voorzitter van AA Gent, Ivan De Witte – dé grote verdediger van het systeem – vraagt zich af of er niet dringend aan de formule gesleuteld moet worden. En zou Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck nog zo’n voorstander zijn als paars-wit voor de tweede opeenvolgende keer naast de titel grijpt nadat het de play-offs instapte als dé grote favoriet?

Donderdag vatte Gentmanager Michel Louwagie in Het Laatste Nieuws nog eens samen waar het echt om gaat: “De play-offs hebben gezorgd voor een financiële injectie in het Belgische voetbal. Daar kunnen we toch niet rouwig om zijn?” Dankzij de play-offformule kreeg de Jupiler Pro League bij de onderhandeling van het nieuwe tv-contract een smak extra tv-geld. Wie geen rampzalig beleid voert, kan daardoor niet meer in de financiële problemen komen. De manier waarop de opinieleiders in het profvoetbal hun eigen product openlijk in vraag stellen, in plaats van intern naar oplossingen te zoeken, gaat er bij sommige clubleiders niet in.

Vast staat: de formule is onrechtvaardig, ontzettend ingewikkeld (al eens geprobeerd ze aan buitenstaanders uit te leggen?) én het publiek loopt er niet warm voor. Na vier speeldagen was het aantal kijkers in de stadions van de top zes gemiddeld gedaald met dertien procent, om van de toeschouwers in play-off 2 nog maar te zwijgen. Een clubleider merkt wel terecht op dat in de oude formule niet meer volk naar eindeseizoenswedstrijden kwam kijken.

Het sportieve niveau is ook niet gestegen. Misschien dat net daarom meer mensen de voorkeur geven aan hun luie stoel. Belgische eersteklassers blijken qua spelerspotentieel niet in staat om veertig wedstrijden – zes meer dan in de oude formule – op niveau af te werken. Vooral de topclubs slepen zich naar het einde, hopend op een kunstje van een van hun sterkhouders.

Spannend zijn de play-offs wel, net omdat de ene topclub na de andere een inzinking krijgt. Maar spannend is het ook in het Nederland van Van der Gijp, waar met een normale competitieformule op vijf speeldagen voor het einde nog vijf ploegen streden voor de titel.

Waarom zouden na een reguliere competitie, waar de nationale kampioenen alvast beloond worden met Europese tickets, de beter gerangschikte clubs uit België en Nederland niet strijden in Beneliga-play-offs om de overkoepelende titel en de Champions Leaguetickets? In die Beneliga-play-offs moet dan wel potentieel plaats zijn voor een ploeg à la KV Kortrijk of – aan Nederlandse zijde – Vitesse. Een veredelde EXQI League zonder vooruitzicht om tegen de topclubs uit te komen, krijgen de topclubs niet aan de rest verkocht. Een Klein Duimpje dat de Reus tegen de schenen mag trappen, is niet alleen aardig voor het publiek, maar ook een extra stimulans voor de kleinere clubs om op die manier extra publiciteit te maken én de jackpot te laten rinkelen.

GEERT FOUTRÉ

“Belgische eersteklassers blijken niet in staat om veertig wedstrijden op niveau af te werken.”