Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

De prestatie laat beter verhopen, maar ook op Charleroi kon Club Brugge niet winnen. Ondertussen, na een kwart van de competitie, staat de landskampioen zesde. Hoe komt dat ?

Bij vlagen liet Club Brugge in Charleroi zien tot wat het in staat kan zijn. Zowat alles wat het voorheen zo vaak miste, zat er toen in : scherpte, gevoel voor timing, snelle balcirculatie, pressie, diepgang, kansen en doelpunten. Harmonie ! Ivan Leko een floptransfer ? Vrijdag was hij de beste. Chemie ! Bij vlagen – de eindstand was tenslotte 3-3. Jan Ceulemans, de nog steeds even zwijgzame gids, wisselde weer naar hartelust, spelers, posities en de veldbezetting. 4-5-1 de eerste helft, 4-4-2 na de rust, 4-3-3 na driekwart wedstrijd en 4-2-4 op het einde. Het werkte. Magie van de Caje ? Zien de spelers eindelijk licht in de duisternis ? We zullen het vlug weten, want het programma van deze maand kondigt zich met matchen tegen onder andere Westerlo, Anderlecht en Rapid Wien aan als cruciaal voor de afloop van dit seizoen.

Kritiek op Jan Ceulemans is mild, wegens de populariteit van de mens en de gewezen topvoetballer. Maar er leeft intern wel degelijk wat ongenoegen over zijn functioneren als trainer, vooral omdat er zo weinig duidelijkheid is. Tegen Lokeren luidde de boodschap : het eerste kwartier pressing spelen. Wie, wat, waar ? Daar hadden de spelers het raden naar. Er was ook nog niet één keer doelgericht op getraind. Het was eraan te zien. Club Brugge zet nog moeilijk een tegenstander vast, het is te snel de controle kwijt. Het heeft met individuele kwaliteiten en complementariteit te maken, maar ook met onderlinge afstemming.

Van tactische besprekingen en trainingen kwam nog maar weinig in huis. Hoe collectief functioneren bij balverlies en balbezit, het wordt niet meer systematisch vanuit de posities uitgeklaard, ingeoefend en geëvalueerd. Het lijdt tot misverstanden, en het maakt spelers ook moeilijker onderling inwisselbaar.

De tegengoal in Brussels was het gevolg van onduidelijke afspraken, bleek achteraf. Op Sclessin kwam Jonathan Blondel op een bepaald moment naar de trainer gelopen met de vraag wie bij stilstaande fasen de extra man van Standard moest nemen. Het antwoord liet minutenlang op zich wachten, omdat er in de dug-out een discussie aan voorafging. Het zou niemand mogen verrassen. Jan Ceulemans is niet een trainer die zijn spelers in detail uitlegt hoe het moet.

Clanvorming

Hij zegt het zelf : hij is geen prater. T2 René Verheyen zegt het niét zelf, maar is het evenmin. T3 Franky Van der Elst is communicatiever, hij vertaalt ook het Nederlands van de T1, maar kent verder zijn plaats en de gevoeligheden van de T2. Ceulemans bepaalt de opstelling en de veldbezetting, wijzigt die als hij het nodig acht en gaat er voor de rest grotendeels vanuit dat de spelers zelf weten hoe ze op het veld als ploeg moeten functioneren. Dat kan even goed werken, zeker als er voldoende kwaliteit en ervaring beschikbaar is en de hiërarchie duidelijk is. Zo werkte het in de gemoedelijke sfeer van Eendracht Aalst en Ingelmunster en zo werkte het zeven jaar lang in Westerlo. Vroeger gebeurde het bijna overal een beetje op die manier.

Maar de tijd staat niet stil. Bovendien is Westerlo Club Brugge niet. Als je maar over veertien volwaardige kernspelers beschikt, is het team sneller gevormd en ingespeeld. In Brugge zijn het er dertig, voor elke positie twee evenwaardige, als het er al geen drie zijn. De concurrentie is moordend, want uiteindelijk is het : hij of ik. Het zorgt voor meer individualisme en lijdt ook sneller tot clanvorming. Bij Club zijn er drie belangrijke groepen : het wat geïsoleerde duo Gert Verheyen en Philippe Clement, onder de nieuwe trainer aanvoerder en vice-aanvoerder ; een groepje rond Gaëtan Englebert, Olivier De Cock en Birger Maertens, waar de voorbije jaren ook Timmy Simons toe behoorde ; en de buitenlanders, met vooral mannen uit het voormalige Oostblok.

Dat derde aanvoerder Englebert in München bij zijn vervanging de aanvoerdersband aan Birger Maertens gaf en niet aan Sven Vermant – 31, achtste seizoen Club en zelfs enkele keren kapitein bij Schalke 04 – is daar een uiting van. Het zegt veel over de strijd om de hiërarchie in een vernieuwde groep waarin iedereen zich wil manifesteren. Het kan problemen scheppen, zeker als de trainer geen duidelijkheid schept.

Jan Ceulemans reageert op de problemen met zeer veel wissels. De geblesseerden worden haast dagelijks als excuus aangehaald, maar hoeveel zijn er onmisbaar ? Wie van de afwezigen is onbetwist basisspeler ? Michael Klukowski en Philippe Clement ? Misschien. Als Rune Lange zo belangrijk is, waarom kreeg hij vorig seizoen maar een contractverlenging van één jaar ? Als op dat moment bekend was geweest dat Trond Sollied er nu niet meer zou zijn, had hij er wellicht géén gekregen. Ceulemans zei voor de wedstrijd in München dat hij hoopte dat de ervaren spelers de jongeren de weg zouden wijzen, maar wie waren die jongeren ? Eigenlijk alleen Jason Vandelannoite. Grégory Dufer en Jonathan Blondel waren al A-international. Overigens bedroeg de gemiddelde leeftijd van de ploeg zowel tegen Bayern als Charleroi 27 jaar. Dat is vrij hoog.

Vierkant

Opvallend is ook dat het meest door blessures geteisterde compartiment tot de vorige speeldag de beste cijfers kon voorleggen : slechts 6 tegengoals in 8 wedstrijden. Alleen Charleroi en – tiens – Westerlo deden tot dan beter. In de Champions League werden slechts 3 doelpunten toegestaan in duels tegen toch Juventus en Bayern München. Dat heeft met de kwaliteit van de vervangers en de manier van spelen te maken. Er wordt achterin altijd een man op overschot gehouden. Zelfs de libero is weer een optie geworden. Kansen creëren en scoren bleek tot vrijdag een probleem. Te weinig beweging, te weinig diepgang. Traag, statisch, steriel spel. Middenvelders die klaagden dat ze de bal niet kwijt konden, spitsen dat ze geen bruikbare ballen kregen en zich te diep moesten laten terugvallen. Symptomen van een ploeg die vierkant draait.

Stellen dat sportleider Marc Degryse met Bosko Balaban, Victor Simoes de Oliveira, Manasseh Ishiaku, Michael Klukowski, Sven Vermant, Ivan Leko, Javier Portillo, Grégory Dufer, Jonathan Blondel en Joos Valgaeren kwaliteit noch ervaring aantrok, kan je bezwaarlijk stellen. En het lijkt ook onmogelijk dat hij Jan Ceulemans louter naar Brugge terughaalde omdat hij een vriend, flexibel en een zegen voor de marketingafdeling is. Hij vraagt geduld, omdat er een nieuwe ploeg moet gevormd worden. Momenteel is er nog niets verloren. De kwalificatie voor de Champions League werd afgedwongen en in competitie blijven de eerste twee plaatsen bereikbaar, omdat Standard en Anderlecht tot nu toe evenmin ongenaakbaar bleken. Zo goed als zeker zal er tijdens de winterstop weer ingekocht worden, ook omdat er nogal wat contracten aflopen.

Visionair

Ondertussen kwijt Michel D’Hooghe zich met verve van zijn taak om het als voorzitter in het openbaar allemaal mooier in te kleden dan het is. Daar is hij trouwens ruim op tijd mee begonnen. Vorig seizoen, toen Club Brugge afgetekend aan de leiding stond, zei hij in het Brugsch Handelsblad dat mensen hem wel eens vroegen wat hij met Sollied van plan was. Zijn antwoord was visionair. “Wat zullen we dan doen de dag dat we zesde of zevende staan ?”

Naar buiten uit de vrienden blijven prijzen en websites sluiten waarop te veel kritiek op de sportieve gang van zaken bij zijn club verschijnt. Dé vraag is natuurlijk waarom dat al niet eerder is gebeurd. Er zijn maar twee mogelijkheden : of er was de voorbije jaren minder kritiek of hij voelde er zich toen niet door aangesproken. Daarmee is veel gezegd. Radeloze collega-voorzitters als Jos Vaessen moeten dringend bij hem op consultatie.

CHRISTIAN VANDENABEELE

ER IS DIT SEIZOEN WEINIG DUIDELIJKHEID BIJ CLUB BRUGGE.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content