Na een zomer vol blessureleed verwacht Club Brugge veel van Vadis Odjidja, de patron die de ploeg beter moet laten voetballen. Portret van een leider in spe.

Het was ergens begin april, op een kouwelijke ochtend, dat we in Gent afspraken met Henri Odjidja. Getekend door het leven, zijn vrouw Gladys verloren aan kanker en nu belast met de zorg en de opvoeding van hun dochtertjes Cindy en Linsy, die hij straks van school moet halen. We hebben het over politiek, Afrika, de toekomst van zijn land, zijn odyssee door de wereld, maar ook over zijn zoon, met wie het eindelijk weer goed gaat. Dominant bij Club Brugge, er is veel hoop dat Vadis (24) eindelijk die leidersrol op zich kan nemen die iedereen hem al jaren toebedeelt. Net voor de start van de play-offs was zijn zoon zes, zeven matchen op rij een van de uitblinkers bij blauw-zwart. De toekomst oogt mooi.

In de krant heeft Henri net veel lof gelezen aan het adres van zijn zoon, nog tot juni 2016 in Brugge onder contract. Lof van onder meer assistent-trainer Philippe Clement, die de gevoeligheid van de middenvelder onderstreept. Hij trekt het zichzelf allemaal veel meer aan dan de buitenwereld denkt, stipt Clement aan. Die geeft ook mee dat Vadis de wenken om minder met de bal te lopen goed heeft opgepikt. De gemiste transfer naar Everton is verteerd, de naweeën van zijn knieoperatie ook, fysiek voelt Odjidja zich beter en dat vertaalt zich in betere prestaties op het veld. Odjidja, zegt Clement, heeft een grote stap in zijn carrière gezet. Clement begin maart: “Vroeger was hij tijdens de match vooral op zichzelf gericht. Heel kritisch voor zichzelf, wat in principe een goede kwaliteit is, maar op het veld heb je daar niet altijd de tijd voor. Na een slechte pass van hemzelf of van een ploegmaat had hij soms twee of drie seconden nodig om zich opnieuw te concentreren. Dat is nu gedaan. De negatieve lichaamstaal is weg en Vadis is nu in staat om de ploegmaats in positieve zin mee te sleuren.”

Vader Henri geniet. Hij zegt zeer trots te zijn op zijn zoon, die zich bekommert om de familie, maar zich niet zo makkelijk blootgeeft. Zeker niet in interviews. Henri: “Hij noemt dat ‘de muur’. Ze hebben ook mediatraining, krijgen ingelepeld wat ze niet mogen zeggen. Neen, dat is geen kwestie van oneerlijkheid, dat is ‘de muur’. (lacht) Je kan niet alles zeggen, en je moet opletten hoe je het zegt.”

Woorden remmen is één, maar lichaamstaal verraadt soms ook een en ander. De Vadis naast het terrein is vaak goedgezind, de Vadis op het veld soms snel geïrriteerd. Henri: “Hij heeft het zeer moeilijk om nederlagen te accepteren, en als het niet goed gaat, zorgt dat bij hem voor irritatie. Vadis loopt dicht bij de scheidsrechters, ik heb hem al vaak gezegd: zoon, stop met die discussies. Als de scheidsrechter fluit, gaat hij op zijn beslissing niet terugkeren. Maar hij zegt dan: de man kan tenminste toegeven dat hij fout is. Dat is zijn mening, maar hij moet daar niet zo mee bezig zijn. Als de scheidsrechter fout zit, zal een ander dat wel zien. Maar als je daar al je eigen oorlog zit te voeren… Ik raad hem aan stil te blijven en positie te kiezen. En zich te concentreren op de volgende bal. Ruziemaken zal niks veranderen.”

Leiderschap

Op vrijdag 26 april opent de krant evenwel met slecht nieuws: ‘Seizoen voorbij voor Odjidja.’ Het noodlot sloeg toe vlak voor het einde van de gesloten donderdagtraining. In een onschuldig duel komt Lior Refaelov met zijn volle gewicht op het been van Odjidja terecht. De middenvelder kermt van de pijn en moet in allerijl naar het AZ Sint-Jan worden overgebracht. Daar wordt een dislocatie van het kuitbeen vastgesteld.

Op 11 juni moet de krant alweer slecht nieuws brengen. Nog voor de officiële trainingen beginnen, is Odjidja opnieuw out. Tijdens zijn vakantie een middenvoetsbeentje gebroken. Weer acht tot tien weken out, het houdt niet op. Pas op 25 augustus, thuis tegen AA Gent, begint zijn competitie. Te laat om Club nog te behoeden voor een Europese uitschakeling.

Het verwachtingspatroon bij zijn terugkeer is groot. Daags na de invalbeurt tegen Gent laat Het Laatste Nieuws Brugse iconen hun mening geven. Franky Van der Elst: “Als je ziet hoeveel ruimte er weggegeven werd tegen AA Gent… Na de rust viel het gewoon niet meer te belopen. Ze kunnen best wat loopvermogen en balvastheid gebruiken.” Hugo Broos: “Odjidja zal niet alle problemen oplossen, maar het zal zeker een verschil maken met de jongens die er nu lopen. Met hem erbij kun je eisen dat er meer gevoetbald wordt.”

“Hij is de schakelman op het middenveld”, verwoordt Van der Elst het. “Met hem kun je een ander voetbal spelen, want nu worden er vooral lange ballen gepompt. Een deftige aanval waarbij drie à vier spelers van Club in de zestien van de tegenstander komen, zie je gewoon niet.” Sportief directeur Arnar Grétarsson beaamt dat: “Vadis zal wat tijd nodig hebben om er volledig te staan, maar hij kan de ploeg zeker iets bijbrengen. Zelfs als hij maar een kwartier op het veld staat. Over drie weken zal hij wel klaar zijn. ”

Drie weken. Zo ver zijn we inmiddels. Tussen de match tegen Gent en nu lag nog Waasland-Beveren, waar Vadis nog een keer mag invallen. In de slotfase komt de winnaar in hem naar boven. Camera’s registreren zijn korte verlies van zelfbeheersing, irritaties over een paar dingen op het veld. Het weze duidelijk: de winnaar is terug.

Is Odjidja klaar voor de druk die op hem terecht zal komen? We gaan terug naar april, naar de goeie periode en het gesprek met Henri. Het gesprek kwam toen op leiderschap. Is Vadis daar klaar voor? Henri noemt het een moeilijk evenwicht, die rol binnen de ploeg, het schipperen tussen het ik en het wij. Met zachte stem: “Vadis is iemand die een ander graag helpt. Naast het veld, maar ook erop. Soms ziet hij dingen die moeten worden hersteld. Zaken die tijdens de theorie werden besproken, maar op het veld niet worden uitgevoerd. Soms is er een vrije trap en staat iedereen op een bepaalde positie, maar vergeet men te kijken waar de tegenstander staat. Vervolgens worden ze op de counter helemaal uitgespeeld. Het probleem is: als je andere spelers zegt wat ze moeten doen en je begaat dan zelf een fout, wordt die fout jou veel zwaarder aangerekend dan die van de anderen. Dat evenwicht daarin, die maturiteit, die is hij stilaan aan het kweken. Het is belangrijk dat je team wint, maar het is ook belangrijk dat je eigen wedstrijd goed is… Als je iemand kunt helpen, des te beter. Lukt het niet, dan is er toch de coach? Die staat er om iedereen te helpen.”

Polyvalent

Ze hebben het er vaak over in hun gesprekken, vertelt hij. Henri: “Ik noem hem liever de motor van het team. Niet de leider. Het probleem is: als iedereen goed is, is alles duidelijk. Maar als er drie, vier minder zijn, kun je wel die rol, offensief en defensief aan, maar gedurende slechts een beperkte tijd. Zeg gerust tien, vijftien minuten. En dan stuikt de boel in elkaar.”

En daarmee komen we bij dat verwachtingspatroon. Bij zijn rendement, flitsen. Toen, in april tijdens de play-offs, maar ook nu, nu de motor moeilijk aanslaat en veel van de terugkeer van zijn zoon wordt verwacht. Henri:”Hij is nog steeds jong, vind ik. Brugge heeft zeer getalenteerde spelers maar – hoe zeg ik het… – als iedereen zijn werk doet, is het makkelijker voor hen die talent hebben om dat te laten zien. Zet Lionel Messi bij Brugge: hij zal uitstekende wedstrijden spelen, maar als het team in elkaar klapt, gaat hij mee ten onder. Zo zie ik Vadis. De ene keer speelt hij goed, de andere keer is het wat minder.”

Vadis, vindt Henri, heeft niet de power om het spel te doen kantelen: “Dat is de perceptie, maar hij kan dat niet. Vadis doet wat men van hem vraagt. De ene keer is dat offensief, een andere keer is hij defensieve middenvelder. Soms staat hij op de flank, één keer zelfs in de verdediging. Why? Iemand zet hem daar en dan kun je alleen zeggen: yes sir. Brugge heeft veel geleden onder blessures, dat is ook een realiteit. Misschien was dat wel de reden. Hij is polyvalent, dat weten we allebei. Garrido kan Vadis overal zetten.” En dan berustend: “Dat is al zo van in zijn tijd bij Anderlecht.”

Sterk karakter

Anderlecht, de tegenstander van zondag, is ook de ex-ploeg van Peter Smeets, die bij de Brusselaars Odjidja leerde kennen en nu namens Christoph Henrotay, spelersmakelaar, voetballers begeleidt, ook Odjidja. Smeets: “Begeleider is een groot woord, eigenlijk gaat het om het in balans brengen van een topspeler. Vooral ga ik werken met jongeren. In deze moeilijke wereld overeind blijven is het doel.”

Hij doet het al jaren, tot eind vorig seizoen in clubverband, nu in een andere context. Smeets: “Iedereen kent me van de samenwerking met Romelu Lukaku, maar eigenlijk is het begonnen met Vadis. We kennen elkaar al vijftien jaar en zijn goeie vrienden. Al heb ik dat wel zeer low profile gehouden, gezien de gevoeligheden: ik die voor Anderlecht werkte, hij die voor Brugge speelde. Vadis liep nog school toen hij voor Anderlecht kwam spelen. Uit wat we met hem meemaakten, is later het project van de Purple Talents gegroeid. De relatie voetbal en school optimaliseren. Zo heb ik ook de vader leren kennen en de hele familie, zijn kleine zusjes. De communiefeesten meegemaakt, het doopfeest in Ghana. Het is met de tijd veel dieper gegaan dan louter de begeleiding. Vadis werd een jongere broer.”

Odjidja is ondanks zijn leeftijd al door zeer moeilijke periodes gegaan. De scheiding van zijn ouders toen hij drie was, leven in twee huizen, later de dood van zijn stiefmama. Blessures ook. Smeets: “Vadis is altijd zichzelf gebleven. Hij gaat bloemkool eten bij zijn mama, gaat langs bij zijn papa, zorgt voor zijn zusjes, gaat weliswaar op vakantie naar Miami, Monaco en Marbella, maar tegelijk vindt hij zijn beste vrienden buiten het voetbal, de vrienden van vroeger in Gent. Vrienden die hij al heeft sinds hij 15, 16 is. Hij was heel vroeg rijp, heeft een sterk karakter, net als zijn vader. Spelers die jong aan de top staan, hébben een sterk karakter. Zonder karakter kom je niet aan de top. Vadis is er destijds ingegooid, zonder noemenswaardige begeleiding, en moest maar overleven.”

Is Vadis een leidersfiguur? Smeets denkt van wel: “Die kwaliteiten heeft hij altijd gehad. Hij zal coachen, zich niet wegsteken, de confrontatie zo nodig ook niet uit de weg gaan. Op het veld is hij het perfecte verlengstuk van de trainer. Jacky Mathijssen zei dat altijd: ‘Vadis kan perfect uitvoeren wat je van hem vraagt.’ Vadis heeft ook de kwaliteit om zich weg te cijferen in dienst van het elftal. Ook al verliest hij dan zelf rendement. Hij heeft vorig seizoen vijf, zes verschillende posities bekleed, zelfs centraal in de verdediging. Aan Vadis kun je dat vragen.”

Mens

Henri zal dat tijdens ons gesprek beamen: “Hij is zich zeer goed en fijn aan het ontwikkelen als mens, vind ik. De voorbije jaren kon hij moeilijk om met slechte kritiek. Als er wat gebeurde op het veld, gaf de club dat een vreemde draai en kwam het op hem terecht. Ook van mij kon hij geen kritiek aanvaarden. Ik zit op de tribune, zei ik dan, ik heb een beter overzicht dan jij. Maar dan zegt hij: ‘No, no, jij weet niet wat de richtlijnen zijn.’ Als ik nu met hem discussieer, luistert hij. Hij geeft dan zijn opinie. We komen er nog vaak niet uit, maar hij luistert tenminste al.”

Henri vervolgt: “Ik zeg iedere keer tegen hem: zoon, als je een goeie wedstrijd hebt gespeeld, is dat het begin van een probleem. Als je niet goed speelt, focussen de mensen niet op jou, maar speel je wél goed, dan gaan de mensen de volgende keer hetzelfde verwachten. Minstens hetzelfde, als het kan zelfs meer. En dat week na week. Supporters, de coach, de voorzitter, de media… Ikzelf. Het is soms moeilijk om altijd goed te spelen. Je moet dat inschatten. Als je op een dag niet het volume hebt om de hele tijd op en neer te rennen, dan moet je die energie doseren, je over minder grote afstanden verplaatsen en goeie passes geven. Tien, vijftien meter. Altijd in positie blijven. Want als je die verlaat, wéét je dat je meer meters moet lopen. Hoe meer ik daar met hem over praat, hoe beter hij dat inziet. Maar vroeger… Een jonge gast, één goeie wedstrijd, wat telefoontjes van vrienden… Maar hij weet nu beter dan wie ook dat dezelfde mensen die je bellen met felicitaties na een goeie wedstrijd, ook die mensen zijn die je killen als het slecht gaat.”

Omgaan met druk, verwachtingspatronen. Henri: “Met druk leert hij steeds beter omgaan. Vroeger kon hij dat niet, had hij daar problemen mee. Als hij het vroeger op zijn zenuwen kreeg, keek hij naar niks en zei hij of deed hij wat hij wilde. Ik zei hem ooit dat hij zich bewust moest zijn van het feit dat het niet zo gemakkelijk is om beroemd te zijn. Hij moet slim zijn om zich door die druk niet te laten opeten. Als ze geen kampioen worden, ligt de druk bij iedereen. Dan zullen er ongetwijfeld rapporten verschijnen waarin iedereen onder de loep ligt. Aan de prestaties van zijn ploegmaats kan hij niks doen. Hij moet ervoor zorgen dat op zijn minst zijn eigen prestaties met 90 of 95 procent worden beoordeeld. Komt hij vanwege de druk maar aan 40 of 50, dan is het niet goed geweest. Nu is het weer aan hem. Vadis kán het verschil maken, maar alleen kan hij het werk niet doen. Maar dat is misschien wel wat andere mensen van hem verwachten. Bij een nederlaag wordt iedereen wat verweten, maar Vadis vaak het meest.” ?

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Ik heb hem al vaak gezegd: zoon, stop met die discussies met de scheidsrechter.” Henri Odjidja

“Met Vadis erbij kun je een ander voetbal spelen.” Franky Van der Elst

“Vadis heeft de kwaliteit om zich weg te cijferen in dienst van het elftal, ook al verliest hij dan zelf rendement.” Peter Smeets

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content