Neem een van de meest mythische clubs ter wereld en voeg er de meest rock-‘n-rolltrainer van de planeet aan toe en u hebt het Liverpool van Jürgen Klopp. Een even groots als opwindend project waarvan we de eerste fase onder de loep leggen. Welcome to the Klopp!

‘Alles zou beter geweest zijn als we al zes weken samengewerkt hadden, maar de wereld is niet perfect.’ De Engelse pers heeft een vette kluif aan Jürgen Klopp, die de ene aanstekelijke oneliner na de andere uit zijn mouw schudt. De Duitser is er zich goed van bewust dat zijn komst naar Anfield Road het begin is van het meest boeiende voetbalproject van het seizoen. Hij beseft ook dat elke prestatie van de Reds geanalyseerd zal worden als een mogelijk DNA-spoor in de tv-serie CSI. Maar hij weet vooral dat ‘je de wereld niet kunt veranderen in één dag. Mijn ideeën zijn niet beter dan die van Brendan Rodgers. Ze zijn anders, dus hebben we tijd nodig.’ Zes weken, bijvoorbeeld.

43 dagen nadat hij voet gezet heeft in Melwood, het trainingscentrum van Liverpool, dansen Klopp en zijn bende voor de eerste keer de samba op het veld van Manchester City (1-4). Een les in kloppisme, op basis van intensiteit en hoge pressing. De goeroe vat het zelf als volgt samen: ‘Ik ga niet zeggen dat we de wereld zullen veroveren, dat is mijn stijl niet. Maar wij willen de bal veroveren, elke keer weer. We moeten voetballen in een herkenbare stijl. Zelfs wanneer onze spelers shirts met verschillende kleuren zouden aantrekken, zou men ons aan onze manier van voetballen moeten herkennen.’

Je kunt de wereld inderdaad niet veranderen op één dag, maar je kunt het voetbal van Liverpool wel veranderen in zes weken. Het bewijs, getekend Jürgen Klopp.

LOPEN EN STRIJDEN

Het Britse verhaal van Klopp begint op White Hart Lane. Het is een delicate eerste wedstrijd. De Spurs zijn een interessante tegenstander vanwege hun spelstijl. ‘Tottenham is een ploeg die een passing game speelt. Dat is goed voor een tegenstander die wil pressen. En dat gaan we proberen te doen.’

Klopp verrast al meteen. Iedereen verwacht de 4-2-3-1 waarmee hij successen boekte in het Ruhrgebied, maar hij pakt uit met een kerstboomformatie: Divock Origi in de punt, Philippe Coutinho en Adam Lallana tussen de linies en een driemansmiddenveld met Emre Can, James Milner en Lucas Leiva. Pressing is er ook al bij: Origi posteert zich tussen de twee centrale verdedigers om hun combinaties af te snijden, waardoor het spel van Tottenham noodgedwongen naar één kant van het terrein kantelt. Daar zet de rest van de ploeg druk om de bal zo hoog mogelijk te recupereren.

‘Ik wil een andere mentaliteit zien, want dat is het gemakkelijkst om te veranderen’, beweerde Klopp. De Reds tackelen 29 keer en lopen 116 kilometers. In het seizoensbegin onder Rodgers werd er gemiddeld 22 keer getackeld en werden er 108 kilometers afgelegd. Patrick Owomoyela, oud-speler van Dortmund, legt een en ander uit in het magazine FourFourTwo: ‘Tijdens zijn eerste jaar zei Klopp dat hij ons maar één ding kon garanderen: als we 120 kilometers per match zouden lopen, dan zou het voor de tegenstander heel wat moeilijker zijn om ons te verslaan.’

Omdat hij de seizoensvoorbereiding niet had meegemaakt, kon Klopp de benen en longen van zijn spelers niet wapenen voor zijn verstikkende voetbal. Maar toch zal zijn Liverpool ‘meer lopen en meer strijden’ dan de tegenstander. Het volstaat om Tottenham monddood te maken, met de hulp van een excellente Simon Mignolet. Daartegenover staat dat Liverpool zelf ook niet kan scoren. Bij het zoeken naar een opening lijdt het 35 keer balverlies. ‘Het probleem is dat, wanneer we de bal hebben, we niet cool genoeg zijn. We wilden te snel handelen en kozen daardoor niet de goede opties.’ De defensieve fundering ligt er al, maar de architect moet de aanvalsplannen nog verder uittekenen.

DE WEG NAAR DOEL

Een sputterend Roebin Kazan strijkt vervolgens neer op Anfield. Het komt al snel op voorsprong, maar moet al even snel met tien man verder. Liverpool belegert het Russische doel, nog altijd in diezelfde kerstboomformatie waarvan de vertakkingen identiek gebleven zijn. Klopp is uiteraard op zoek naar automatismen.

‘Ik heb dingen gezien die we op training ingeoefend hebben. We hebben niet genoeg tijd tussen de matchen om elke keer twintig procent beter te worden, maar ik heb een aantal zaken gezien, op stilstaande fases en in het verdedigende compartiment.’ Het offensieve, daarentegen, is een ander verhaal: ‘Ik zou zeggen dat het voor 98 procent goed was, maar de doelpunten ontbraken. Dat is het probleem van vanavond.’

35 schoten voor één enkel goaltje. Bovendien was slechts 20 procent ervan gekadreerd, terwijl de Reds onder Rodgers gemiddeld 40 procent van hun schoten binnen het kader afleverden. En dat is nu net een van de stokpaardjes van Klopp: precisie. Kevin- Prince Boateng, die onder Klopp speelde bij Borussia Dortmund, bevestigt dat de aanwijzingen van de trainer altijd waren: ‘Schiet niet hard, dat is niet nodig. Schiet gewoon binnen het kader.’ Misschien heeft Klopp de Engelse vertaling van die twee zinnen nog niet gevonden. Na de wedstrijd erkent de coach dat hij offensief een en ander moet bijstellen: ‘Mijn eerste werk is om hen de sleutels te geven om in de rechthoek te komen en gevaarlijk te zijn.’

Tussen die opeenstapeling van niet-gekadreerde schoten door maakt Emre Can toch het eerste doelpunt voor het Liverpool van Jürgen Klopp. Dat is op zich al symbolisch, want de speler die Brendan Rodgers zo vaak in de verdediging zette, loopt nu weer op het middenveld. Zijn intensiteit in de balrecuperatie en zijn verticale passing doen denken aan het voetbal van Dortmund. Hij is een van de zeldzame typische ‘Kloppspelers’ in een kern die niet echt afgestemd is op het voetbal van de Duitse trainer.

GÜNDOGAN EN BENTEKE

De selectie van Liverpool bestaat uit een vreemde mix van balbezitspecialisten en de centimeters van Christian Benteke. Om het voetbal van Klopp te ontwikkelen is er in die kern één grote leemte: er zit geen ‘verticalisator’ in. Bij Dortmund kleefde dat etiket op Ilkay Gündogan. Een essentiële speler voor de offensieve omschakeling, die in staat is om een verticale, scherpe en ontregelende pass te geven. Noch Can, noch Milner, noch Leiva kan dat.

Ziedaar het offensieve probleem van Liverpool, dat nog maar eens pijnlijk duidelijk wordt in de derde wedstrijd onder Klopp, tegen Southampton. Vanaf het moment dat ze na een collectieve pressing de bal veroverd hebben, moeten de Reds Coutinho en Lallana aanspelen, die een vrije rol tussen de linies hebben. De enige opdracht van het duo is om een aanspeelpunt te zijn voor degene die de bal verovert. Maar de kerstboomformatie botst hier al op haar grenzen: de balrecuperatie gebeurt te laag, ter hoogte van het driemansmiddenveld, en zo moeten Coutinho en Lallana zich dus terugplooien op de eigen helft om de bal te komen ophalen.

Gevolg: er wordt vaak met de bal gelopen en er moet gedribbeld worden om tot aan het vijandige doel te geraken. Het vele draafwerk doet de luciditeit afnemen zodra de rechthoek in zicht komt: tegen Southampton zijn slechts twee schoten binnen het kader op vijftien doelpogingen.

Christian Benteke, ingevallen voor Origi, kopt een voorzet van James Milner wel binnen. Daarna maakt Southampton nog gelijk. Klopp lijkt dat gelijkspel zelfs te verkiezen boven winst: ‘Ik denk niet dat het beter was geweest om deze match te winnen zonder exact te weten waarom. Het belangrijkste is om een weg te vinden waarvan we achteraf kunnen zeggen: daarom hebben we gewonnen.’ En de weg die de bal op het hoofd van Benteke schilderde, is niet degene die Klopp wil bewandelen.

4-2-3-1 EN ‘GEGENPRESSING’

Paradoxaal genoeg is het met een totaal nieuwe basiself dat Liverpool zijn eerste zege in het tijdperk-Klopp boekt. Tegen Bournemouth, in de Capital One Cup, zijn Origi en Nathaniel Clyne de enige overlevers aan de aftrap. Het is trouwens de Britse flankspeler die het doelpunt van de overwinning zal maken.

Clyne is, net als Can, ook een typische Kloppspeler. Een back met een gigantisch spelvolume die niet aarzelt om het lijntje af te gaan. De goal die Clyne maakt vanaf de linkerkant van de zestienmeter na voorbereidend werk op rechts van Origi, is gebaseerd op het Duitse model. ‘We hebben een fantastisch doelpunt gemaakt’, bevestigt de coach trouwens. ‘JoãoTeixeira in het strafschopgebied en Clyne redelijk dicht bij hem, de twee linkerflankspelers in de rechthoek dus, omdat we ruimte gecreëerd hebben. Dat is wat we willen, het is de volgende stap.’ Het offensieve voetbal van Klopp krijgt gestalte met reservespelers. En in een 4-2-3-1.

Het is geen toeval dat dit systeem de voorkeur genoot van Klopp in Duitsland. Het laat toe om de passlijnen van de tegenstander veel hoger op het veld af te snijden, en dus om de kwaliteit van de pressing na balverlies te verbeteren. Het is de fameuze Gegenpressing, die Pepijn Lijnders, de assistent van Klopp, als volgt uitlegt: ‘Alvorens we die Gegenpressing kunnen toepassen, moeten we vooral werken aan onze bewegingen in balbezit. We hebben een offensief evenwicht nodig dat ons voorbereidt op eventueel balverlies. Omdat we zo compact spelen, kunnen we de bal heel snel opnieuw veroveren met een agressieve pressing. Aangezien we altijd veel volk rond de bal hebben, kunnen we gemakkelijk hoog blijven staan en een vrije man vinden als we de bal weer hebben.’

‘Er is beterschap en we leren snel’, zegt Klopp. Liverpool begint te begrijpen welk voetbal er gespeeld moet worden.

MAMADOU HUMMELS

Voor de verplaatsing naar Stamford Bridge keren de basisspelers terug, maar de 4-2-3-1 blijft. James Milner staat op de rechterflank in een compacte organisatie, met het doel om de ingevingen van Eden Hazard in de kiem te smoren. Ondanks het feit dat Chelsea op voorsprong komt na een voorzet die nooit had mogen vertrekken (‘wij staan met vier tegen twee aan de hoekschopvlag’, reageert Klopp verbaasd), kan Liverpool de situatie nog rechtzetten dankzij een begenadigde Coutinho.

De grootste les uit die match is dat Klopp erin geslaagd is om zijn spelers de zwakke plekken van de Blues te laten uitbuiten. Coutinho heeft de ruimte gevonden tussen de lijnen, zijn combinaties met Firmino – die in de spits opgesteld stond – lijken al wat automatismen in zich te dragen en Chelsea heeft afgezien op zijn zwakste flank, waar een twijfelende Ivanovic staat. Maar vooral: de schoten van Liverpool belandden binnen het kader. ‘We hebben op het juiste moment geschoten’, bevestigt een bijna opgeluchte Klopp. ‘We hebben niet op doel geknald wanneer dat niet nodig was, maar we hebben onszelf eerst in een betere stelling gebracht om te kunnen uithalen.’ Balans: 16 schoten, 7 gekadreerde, 3 doelpunten.

Nochtans was de vroege voorsprong voor Chelsea spek naar de bek van José Mourinho. Maar de Portugees heeft zijn ploeg achteruitgetrokken en heeft de verdediging van de Reds laten voetballen. Daar heeft Mamadou Sakho van geprofiteerd. De Fransman speelt heel nauwkeurig (92 procent geslaagde passes) en neemt toch ook risico’s (11 geslaagde passes op 11 pogingen richting het offensieve gedeelte van het terrein) om het Londense blok te slopen. Zijn efficiëntie bij het inspelen herinnert aan die van de beste Mats Hummels. Sakho wordt op dat vlak onderschat – hij oogt ook wat stuntelig – maar hij is erg belangrijk in een ploeg als Liverpool, die vaak het spel zal moeten maken tegen tegenstanders die de bal niet graag hebben uit angst dat ze hem zullen verliezen.

DOMINEREN À LA KLOPP

Jürgen Klopp is niet allergisch voor het balbezit dat de tegenstanders hem opleggen, maar controle staat nu eenmaal niet centraal in zijn spelfilosofie. ‘Iedereen spreekt over balbezit, maar wij moeten vooral een plan hebben wanneer we de bal hebben én een plan wanneer we hem niet hebben’, verklaart hij tijdens zijn voorstelling op Anfield. En het plan mét de bal is het volgende: ‘Je kunt niet altijd dominant zijn, maar als je het bent, mag je jezelf niet in slaap wiegen en mag je jezelf niet afvragen wat je met die bal zou kunnen doen.’

Je moet dus spelen om gevaar te creëren, zo veel mogelijk. Tegen een ploeg als Roebin Kazan, die zich terugplooide voor haar eigen strafschopgebied, laat Liverpool de bal rondgaan (65 procent balbezit en 693 passes) zonder te vergeten op doel te trappen als er een gaatje is (23 schoten, ofwel één schot per dertig passes). Tijdens de eerste Europese verplaatsing van de Reds, naar Bordeaux, had de ploeg onder Rodgers nog 53 passes nodig om tot één schot te komen.

Het werk gaat verder, en Klopp blijft hier en daar een paar schroeven aandraaien om de ploeg op punt te zetten. ‘Brendan heeft hier echt goed werk geleverd. Ik moet hen niet uitleggen waar het in voetbal om draait. Maar elke trainer heeft andere ideeën.’ Ideeën die ook tijdens de rust in de hoofden van de spelers geprent worden, wanneer de technische staf hen video’s laat zien om de kwaliteit van de aanvallen te verbeteren.

Qua mentaliteit gaat het nog met ups en downs. ‘Na de 0-1 zijn we uit ons ritme geraakt en hebben we de deur een beetje opengezet voor Kazan. We moeten nog leren winnen’, analyseert Klopp. Hij laat ook geen gelegenheid onbenut om op de defensieve nagel te kloppen: ‘Het is belangrijk om stabiliteit te vinden, want je kunt je niet offensief uitleven als je weet dat elke kans van de tegenstander in doel verdwijnt.’ Een aanvallende filosofie begint achterin.

ANFIELD GEVULD HOUDEN

Hoewel hij bij de eerste thuiswedstrijd verwelkomd werd met een indrukwekkend You’ll Never Walk Alone, is Jürgen Klopp er nog niet in geslaagd om Anfield Road definitief te veroveren. De tribunes liepen zelfs leeg nog voor het einde van de verloren wedstrijd tegen Crystal Palace. ‘We moeten ervoor zorgen dat niemand het stadion verlaat voor het laatste fluitsignaal, want er kan nog van alles gebeuren. Dat moeten we diets maken aan het publiek.’

Liverpool krijgt een goal binnen in de 82e minuut en komt de klap niet meer te boven. Voor de eerste keer krijgt Klopp het openlijk op zijn heupen. Omdat hij al van bij het begin gezegd had: de mentaliteit is het gemakkelijkst te veranderen. Die mag nooit verdwijnen: ‘Ik beslis wanneer ik moe ben, dat moet niemand anders in mijn plaats doen. Als je na een kwartier in de match zit, dan kun je dat ook vanaf de eerste minuut. Als iemand denkt dat we vandaag alles gegeven hebben, dan vergist hij zich. We kunnen meer doen. Er meer in geloven. Wij beslissen wanneer het gedaan is. Natuurlijk, je hebt het laatste fluitsignaal, maar tussen de 82e en de 94e minuut heb je de tijd om acht keer te scoren als je dat echt wilt.’

De 4-2-3-1 met Benteke in de punt heeft niet gewerkt. De intensiteit was er niet en de foutjes van in het begin duiken weer op: te weinig balrecuperaties (9 intercepties), dus te veel dribbels (20) en te overhaaste schoten (slechts 18 procent ervan binnen het kader). De interlandbreak valt op een goed moment.

30 MINUTEN WAANZIN

‘Dat eerste halfuur tegen City, dat was van het beste wat ik gezien heb in de Premier League’, zegt analist en ex-Liverpoolspeler Jamie Carragher bij Sky Sports. In alle stilte heeft Jürgen Klopp zijn 4-3-3 kunnen voorbereiden om de inspeelpass van de Citizens eruit te halen. Met Coutinho en Firmino als orkestmeesters: ‘Ze waren bij ons in Melwood tijdens de interlandbreak. Dat is de reden waarom we zo hebben kunnen spelen. We hebben geprobeerd om zo veel mogelijk spelers op het veld te zetten die de afgelopen twaalf dagen samen getraind hebben.’

Het resultaat is verwoestend. Een magistrale voetballes. De bal wordt met plezier aan de centrale verdedigers van City gelaten, maar passmogelijkheden zijn er voor hen niet. Vanaf het moment dat ze beginnen te twijfelen, zetten de vijf meest offensieve spelers van de Reds druk, veroveren ze de bal en passen ze steeds hetzelfde recept toe: de man met de bal loopt richting het doel en geeft vervolgens een pass naar buiten naar een van zijn ploegmaats, die dan opnieuw de opening zoekt. In die demonstratie wordt het tegendoelpunt van Agüero haast anekdotisch.

Liverpool komt maar aan 390 passes en heeft voor het eerst onder Klopp niet het meeste balbezit, maar de cijfers die voor de trainer tellen zijn: 117 afgelegde kilometers, 32 tackles en 32 intercepties. En dat laatste vaak op de helft van de tegenstander. ‘Als je de bal hoog op het veld verovert, is de weg naar het doel minder lang.’

En ook: 64,3 procent van de schoten belanden binnen het kader. De tegenstander krijgt de indruk dat elk balverlies synoniem staat met een tegendoelpunt. Liverpool boezemt angst in. En de Reds lijken er bijna zélf van onder de indruk. ‘Tijdens de rust heb ik tegen de spelers gezegd dat het wel leek of ze verrast waren dat ze hier op voorsprong stonden’, signaleert Klopp, die al meteen aan de volgende stap denkt: ‘We kunnen op veel vlakken nog verbeteren. Misschien niet wat de tegenaanval betreft, maar we mogen beginnen in onze eigen kracht te geloven.’

Die kracht van het Kloppvoetbal werd ooit eens beschreven door Joe Hart nadat hij in een Champions Leaguewedstrijd met City kopje onder was gegaan in het Ruhrgebied tegen de geel-zwarten van Dortmund: ‘Het was alsof je tegen een zwerm wespen speelde.’ Zes weken is misschien niet genoeg om de wereld te veranderen, maar het volstaat om de wespen rood te schilderen.

DOOR GUILLAUME GAUTIER – FOTO REUTERS

‘Tussen de 82e en de 94e minuut heb je de tijd om acht keer te scoren als je dat echt wilt.’ JÜRGEN KLOPP

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content