LIVERPOOL SOCIAL CLUB

© BELGAIMAGE

Zaterdag betwisten Liverpool en Everton de altijd beladen Merseyside derby. De arbeiders in de stad lijken zich echter meer en meer af te keren van de rijke Premier Leagueclubs. Ze kiezen voor de échte voetbalbeleving bij Tranmere Rovers in de vijfde klasse.

Anfield op een namiddag in december. Deze wijk in Liverpool verkeert al sinds de economische achteruitgang in de jaren 80 in verval. Wie er rondwandelt, wordt getroffen door het enorme contrast van enerzijds verlaten of miserabel onderhouden huizen en anderzijds de adembenemende nieuwe tribune van Liverpool FC. De smalle toegangen van weleer zijn verdwenen en maakten plaats voor een Main Stand met de allure van een winkelcentrum, met een ultramoderne voorgevel, grote vensters en binnen roltrappen. Op enkele meters van elkaar bevinden zich langs de ene kant pracht en praal, rijkdom en glorie en langs de andere kant armoede en anonimiteit.

De band tussen beide is ook steeds minder sterk. Liverpool was altijd een voetbalstad met hevige working class supporters, maar de Liverpudlians zijn meer en meer geneigd hun kerstperiode door te brengen in de shopping malls dan rond het voetbalveld. Het stadscentrum illustreert dat perfect met zijn druk bezochte voetgangers- en winkelstraten. De vele verwijzingen naar The Beatles verbergen voor de gemiddelde toerist zelfs het bestaan van Everton of Liverpool FC. Onbetaalbare tickets, de mondialisering van de supporters, de overcommercialisering van de merknaam: Liverpool en zijn inwoners hebben stilaan hun buik vol van de door geld beheerste voetbalwereld.

HEBZUCHTIGE SMEERLAPPEN

9 februari 2016. Hoewel Liverpool met 2-0 voorstaat tegen Sunderland verlaat de Spion Kop 1906 het stadion in de 77e minuut. ‘You greedy bastards, enough is enough‘ (‘Hebzuchtige smeerlappen, genoeg is genoeg’), weerklinkt luidkeels. De reden voor die woede? Het clubbestuur heeft beslist om de toegangsprijzen voor de hoofdtribune te verhogen naar 77 pond (op dat moment om en bij de 100 euro). ‘Het is een pure schande. Liverpool zet op die manier zijn trouwste fans gewoon aan de deur’, is de befaamde supportersclub verbolgen. ‘Daarom hebben we deze actie ondernomen. Nog nooit hebben we zo massaal het stadion verlaten.’

CEO Ian Ayre kondigt nog een prijsverlaging aan voor de inwoners van de wijk, die er toch stilaan verlaten bij ligt, maar het kwaad is geschied. Niemand in Liverpool aanvaardt het om gepluimd te worden terwijl de televisiegelden alleen maar toenemen. ‘De working class hero kan zich geen tickets meer veroorloven’, vertelt Eddy Serres, journalist voor het Franse voetbalblad So Foot en sinds enkele maanden woonachtig in Liverpool. ‘De prijzen swingen de pan uit en het is bovendien bijzonder moeilijk om nog tickets te verkrijgen.’

Je merkt het ook aan de sfeer in het stadion, vindt Serres. ‘Er wordt minder gezongen en steeds meer mensen zitten in het stadion in plaats van recht te staan. De authentieke fans van vroeger hebben niet meer de middelen om naar het stadion te komen. Sommige supporters verkopen zelfs liever hun ticketje voor een mooie prijs dan zelf naar de wedstrijd te komen.’ Hoewel de Kop nog bestaat, is Anfield een gemondialiseerde voetbaltempel geworden, waar (voornamelijk Aziatische) toeristen zich laten vangen door merchandising tricks.

De jongste vijftien jaar deed de Premier League tal van peilingen bij de voetbalsupporters. Een van die peilingen leert ons dat de fans van Everton gemiddeld op een kleine 44 mijl (70 kilometer) van Goodison Park wonen, wat minder is dan het nationale gemiddelde. De aanhangers van Liverpool wonen dan weer op gemiddeld 82 mijl (132 kilometer) van het stadion, wat het verst is in heel Engeland. Waar 48 procent van de supporters van Everton uit het noordwesten van het land afkomstig is, is dat maar 19 procent bij Liverpool, waar zelfs 8 procent van de toeschouwers met het vliegtuig naar de wedstrijden komt. In 2014 woonden 100.000 buitenlanders een match bij in Anfield.

Een andere studie onderzocht hoeveel het gemiddelde loon is van de Engels voetbalsupporter. Het merendeel van de Toffees (supporters van Everton) zou minder dan 40.000 euro per jaar verdienen, terwijl de fans van de Reds aan ongeveer 45.000 euro per jaar komen. ‘Qua sociale klasse denk ik nochtans niet dat er een verschil bestaat tussen de fans van Everton en Liverpool’, meent Eddy Serres. ‘Bij beide clubs vind je zowel arbeiders als welstellende supporters. Het zijn en blijven Scousers (bijnaam voor de Liverpudlians, nvdr). Voetbalcultuur zit dus in hun bloed.’

GEMOEDELIJKHEID

Chris is een kleine, kale Engelsman, wiens blik meteen verraadt dat hij zowel de aardigste man ter wereld kan zijn als een meedogenloze barbaar wanneer je hem tegen jou in het harnas jaagt. Jarenlang volgde de Scouser zijn geliefkoosde club Liverpool FC doorheen Europa. Hij verzamelde sjaals, tickets, posters en andere goodies van de Reds, maar ‘de dag dat ik doorhad dat ze me bedotten, ben ik afgehaakt’, zegt hij met een je-m’en-foutisme dat zijn huidige onverschilligheid voor zijn ex-club in de verf zet. ‘Ik ben werkelijk gedegouteerd door het belang van het geld. Rijke clubs denken alleen nog daaraan. Hoe verklaar je anders dat tegenwoordig de hele wereld aan wedstrijdtickets kan geraken en ik niet?’

Anfield heeft Chris al een tijdje achter zich gelaten, maar als voetballiefhebber wilde de – naar eigen zeggen – oud-buurman van Steven Gerrard zijn passie niet zomaar verliezen. Daarom ging hij op zoek naar een ‘menselijkere’ club. Die vond hij amper tien kilometer verder, aan de andere kant van de Mersey, de rivier die Liverpool scheidt van Birkenhead.

Ubi Fides ibi Lux et Robur. Op de indrukwekkende zwarte toegangspoort van Prenton Park staan niet alleen de twee clublogo’s maar ook het Latijnse adagium van Tranmere Rovers. Lang hoef je trouwens niet in de buurt van het 16.000 plaatsen tellende stadion te vertoeven om het te begrijpen: waar er geloof is, is er licht en kracht. Na 94 onafgebroken seizoenen in het professionele voetbal, zakte de club twee jaar geleden naar de Vanarama League, de Engelse vijfde afdeling, maar net als bij Beerschot na de degradatie naar provinciale liep ook bij Tranmere Rovers het stadion niet leeg.

‘Vandaag verwachten we zowat 10.000 toeschouwers’, horen we een man met een duidelijk lokaal accent vertellen terwijl hij niet-officiële programmaboekjes staat te verkopen. Tranmere Rovers dankt zijn succes aan de plaatselijke bevolking, die graag een voetbalwedstrijd ziet zonder er een veel te dure prijs voor te betalen. Een voetbalwedstrijd bovendien die in de gemoedelijkheid van de niet-professionele leagues plaatsvindt. Paradoxaal genoeg trekt dit soort wedstrijden niet alleen de lokale supporters aan. ‘Tranmere heeft een Scandinavische geschiedenis’, gaat Liam verder. ‘De naam van de club komt trouwens van het Noorse Trani-melr, wat zandbank betekent. Veel Noren komen dan ook graag eens kijken naar Tranmere Rovers. Tot nu toe mochten we er al zo’n 2000 ontvangen.’ Daves woorden zijn nog niet koud wanneer hij drie supporters probeert te overtuigen een wedstrijdprogramma van hem te kopen. Het blijken drie Noren te zijn.

SUPER WHITE ARMY

Even voorbij de ingang van Prenton Park ligt de shop die kleding, handdoeken, tassen en andere prullaria verkoopt in de clubkleuren. Mensen staan er in de file achter een supporter die een jekker probeert te passen met behulp van zijn vriendin. Paul ziet het graag gebeuren. Hij is de woordvoerder van de Super White Army (de bijnaam van Tranmere Rovers), die proberen hun bestaansrecht te behouden naast de mastodonten Everton en Liverpool. ‘We hebben gelukkig een grote en trouwe supportersschare’, weet hij, terwijl hij ons uitnodigt hem te volgen via een kleine deur achteraan de shop. ‘Het probleem is echter dat de stad, waarmee we nochtans altijd een goede relatie hadden en die zelfs onze sponsor geweest is, zich tegenwoordig meer associeert met de grote clubs. Ze hebben hun subsidies aan ons serieus verminderd.’

Een ander heikel punt is de jeugdopleiding. Van zodra jonge spelers ook maar een beetje goed kunnen voetballen, kunnen ze kiezen tussen de academies van Everton, Liverpool, Manchester en Bolton. ‘Wij proberen de jongens in te lijven die daar afgeserveerd zijn’, zegt Paul, om vervolgens te wijzen op de resultaten van die aanpak. ‘In onze kern zitten traditioneel behoorlijk veel spelers uit de buurt. Daarnaast schopten veel jongeren die hier gevormd werden het tot in de Premier League.’

Zoals bij elke thuiswedstrijd zijn ook nu weer een vijftiental journalisten aanwezig in het stadion. Tranmere Rovers heeft ook een eigen tv-kanaal waarop alle doelpunten van de Super White Army te zien zijn. Van de 16.000 plaatsen in Prenton Park zijn er 5696 voorzien voor de spionkop achter een van de doelen. Jamie is een van de vaste gasten in de spionkop en hij zou wat graag hebben dat zijn zoon, die hij al van heel jonge leeftijd meenam naar het stadion, dat ook wordt. ‘Maar sinds mijn schoonbroer voor hem een truitje van Everton kocht, lijkt het dat al mijn werk voor niets was’, klaagt hij.

KAAS, SALAMI EN HAM

Eens de wedstrijd afgefloten is, moeten de fans niet lang wandelen voor ze hun honger kunnen stillen. Op nauwelijks tien meter van de Main Tribune ontvangt een enorme tent alle sympathisanten met gratis schotels kaas, salami en ham. Een mooie illustratie van hoe ze bij Tranmere Rovers de gemeenschap willen samenbrengen. ‘Wil je een glaasje?’, vraagt een man met witgrijze haren gezeten aan een van de picknicktafeltjes in de tent. John woont in de buurt en is al sinds kinds af aan supporter. Ondertussen is hij de zestig ruim gepasseerd. ‘Wie langs deze kant van de Mersey woont, is fan van Tranmere Rovers’, verkondigt hij. ‘Wij geven liever ons geld aan deze club. Ik weiger zelfs om tickets te kopen voor Anfield, Liverpool FC is te veel bedrijf, te weinig voetbalclub. Om nu nog supporter van Liverpool te zijn, moet je rijk zijn, oud en niet van hier.’

Bij Tranmere voelen de supporters zich thuis en amuseren ze zich. Als verantwoordelijke voor de grootste groep van lokale supporters verzamelt John de lege glazen die op de tafels staan. ‘We willen de mensen van hier bij elkaar brengen. Daarom organiseren we allerlei activiteiten zoals barbecues, voorzien we bussen voor de uitwedstrijden en hebben we de toegang voor mensen met een beperking vergemakkelijkt.’ Het gaat verder dan het voetbal, want de supporters hebben ook bomen geplant in de wijk en de oever van de Mersey verfraaid. ‘We hebben de ambitie om anders te zijn, de ambitie om het échte voetbal te beleven.’

Dat Tranmere Rovers zich duidelijk weet te onderscheiden van de grote clubs aan de andere kant van de rivier en een nieuwe wind laat waaien voor de voetbalsupporters uit de buurt, dankt de club ook aan Mark Palios, een boekhouder van opleiding die al twee hartstilstanden overleefde. De oud-speler van Tranmere Rovers werd in 2003 verkozen tot directeur-generaal van de FA. In de enkele maanden dat hij aan het hoofd stond van de Engelse voetbalbond slaagde hij erin de organisatie te behoeden van een ongeziene financiële crisis. In 2004 nam hij ontslag nadat de altijd goed geïnformeerde Engelse media uitbrachten dat hij een relatie had met zijn secretaresse Faria Alam, die overigens niet veel later een verhouding zou beginnen met de toenmalige bondscoach van Engeland Sven-Göran Eriksson.

GELOOF, LICHT EN KRACHT

‘Enkele jaren later keerde Palios terug bij Tranmere Rovers om hier voorzitter te worden’, vertelt supporter Liam. ‘Hij zou zonder problemen bij Liverpool aan de slag kunnen, maar hij koos ervoor om terug te keren naar de basis.’ Palios ontwikkelde onderwijs en sportcursussen, zorgde voor gratis tickets voor families voor wie het anders financieel onmogelijk was om de wedstrijden bij te wonen en ontving Chinese studenten in het kader van een samenwerking met een school uit China. ‘En volgend jaar hopen we vijftig leerlingen van de koksschool te laten beginnen in onze loungebar’, voegt Ben er nog aan toe.

De avond valt over Prenton Park. Alleen enkele lampen verlichten nog het gezicht van Johnny King. Het verhaal achter het standbeeld van de legendarische trainer van Tranmere Rovers belichaamt de clubgeest. Het is het enige standbeeld in Engeland dat volledig betaald werd door de supporters. Waar er geloof is, is er licht en kracht.

DOOR EMILIEN HOFMAN IN LIVERPOOL – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Om nu nog supporter van Liverpool te zijn, moet je rijk zijn, oud en niet van hier.’ – JOHN

‘De authentieke fans van vroeger hebben niet meer de middelen om naar het stadion te komen.’ – EDDY SERRES

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content