In de Kempen is het rustig toeven. Een leuze die zeker opgaat voor Westerlo, dat al jaren onbezorgd meedraait in de middenmoot. In tegenstelling tot vorig seizoen, toen er werd gewerkt met een budget van 3,5 miljoen euro, maakt Herman Wijnants zich sterk – onder andere door de bijkomende tv-gelden – dat bedrag dit seizoen op te trekken naar 4,5 miljoen euro. Mét verhoogde ambities als gevolg : Westerlo wil de aansluiting bij de eerste vijf.

Herman Helleputte kent dus zijn voornaamste opdracht. Ook moet hij in navolging van Jan Ceulemans aanvallend voetbal nastreven, het spektakel verzorgen in het eigen Kuipje. Vanaf de eerste trainingsweek legde de oud-trainer van Beveren eigen accenten, zonder extreme koerswijzigingen. Frappant daarbij is dat Helleputte looplijnen wil invoeren, voor de spelers toch een serieuze verandering. Tot voor kort gebeurde dat nooit. Grootste verschil met Ceulemans – die graag observeerde en alleen op het allerlaatste moment ingreep – blijkt Helleputtes verbale aanwezigheid. Bij onderlinge partijvormen durft hij het spel vaker stil te leggen, om zo iedereen scherp te houden : geen besprekingen na de training, maar meteen confronteren met de pijnpunten en fouten. Alle wedstrijdjes gebeuren met vaste opdachten. Terwijl Ceulemans de spelers vrijer liet opdat ze zelf creatief naar oplossingen zouden zoeken, spoort Helleputte hen aan constant na te denken.

De manier van spelen zal weinig wijzigingen ondergaan, bleek uit de duels tegen de Nederlandse subtoppers Heerenveen en Willem II. Er wordt vastgehouden aan de 4-4-2-veldbezetting, waarbij de vleugelspelers ( Jef Delen op links, Jeffrey Ntuka Pule of Marc Wagemakers rechts) iets hoger opereren. Een variant is een 4-5-1-systeem, met Harrie Gommans als targetman. Maar de Nederlandse spits ondervindt duidelijk moeilijkheden om te wennen aan deze manier van voetballen. Hij oogt bijzonder log en statisch. Meer dan waarschijnlijk wordt er voorin geopteerd voor de snelheid van de Nigeriaan Peter Utaka. Technisch sterk begaafd, loopvermogen en lef te koop, maar ook snel in de wolken bij succes, soms laks en met te weinig zelfdiscipline. Dat moet veranderen, want bij Westerlo houden ze van knokkers en bikkelaars à la Chris Janssens. De man die de ploeg moet laten draaien is de Braziliaan Jajá Avelino Coelho Jakson. Een nummer tien met een aparte techniek, sterk aan de bal, met een goed overzicht, maar ook nog wispelturig, iemand die veel risico in zijn spel stopt. De intensieve zoektocht naar een echte doelpuntenmaker gaat intussen door : het aantal testers dat de voorbije veertien dagen de revue passeerde, was niet meer bij te houden. Maandag werd er met Bjorn De Wilde, einde contract bij Lierse, en zijn makelaar gepraat. Wijnants, zondagavond : “Hij mag komen, maar aan onze financiële voorwaarden.”

In verdedigend opzicht kiest Westerlo voortaan voor meer stabiliteit, want vorig seizoen incasseerde Westerlo na Cercle Brugge de meeste tegengoals. Ronny Gaspercic, Nico Van Kerckhoven, Tom Van Imschoot en Bernt Evens zorgen voor ervaring en karaktersterkte, waardoor er niet langer wordt gezocht naar een rechtsachter. Een flinke geruststelling voor Helleputte, die in zijn defensie niet langer wordt geconfronteerd met Ivoriaanse nonchalance. (FV)

FV

Grootste verschil met Ceulemans, die graag observeerde, blijkt Helleputtes verbale aanwezigheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content