Je oogt scherp. Doe je nog aan sport ?

Lorenzo Staelens : Het is een kwestie van lichaamsbouw. Maar ik blijf ook actief. Op training doe ik zo vaak als mogelijk mee en ik nam deel aan de kwarttriatlon van Knokke. Maar over mijn tijd van 2 uur en 40 minuten was ik niet tevreden. Bij het fietsen werd ik voorbijgestoken door mensen van zestig jaar met een betere basisconditie dan ik. Eén keer in de week speel ik ook tennis met mijn dochter Daphne. Zij is twaalf jaar.

Je bent regent lichamelijke opvoeding. Helpt dat bij je werk ?

Ik heb nooit les gegeven, maar het pedagogische aspect van de opleiding was wel nuttig toen ik mij met de jongeren bezig hield. Het laatste jaar van mijn studie reisde ik elke dag heen en weer tussen Kortrijk en Leuven. Vandaag zou dat door de files niet meer lukken. Ik was wel graag licentiaat LO geworden, maar dat was niet te combineren met het voetbal.

Hebben je kinderen aanleg voor sport ?

Ja. Alessio is acht en voetbalt bij de duiveltjes van Moeskroen, op het middenveld of in de spits. Hij heeft kwaliteiten, maar het is natuurlijk te vroeg om daar veel over te zeggen. Soms vraagt hij me waarom ik gestopt ben, want hij vindt dat ik goed was ( lacht). Daphne speelt vijf keer per week tennis. In ieder geval blijft de school het belangrijkste : als we zouden zien dat haar resultaten achteruit gaan, zouden we haar zeker minder laten sporten. Toen ik Brugge verliet voor Anderlecht, huilde ze tranen met tuiten. Ze vond het heel erg dat ze die vertrouwde omgeving en nonkel Franky ( Van der Elst, nvdr) voortaan moest missen. Bij Anderlecht vond ze Filip De Wilde en Yves Vanderhaeghe uiteindelijk wel cool. Bij Moeskroen heeft ze nog geen nonkel, maar het voordeel in die club is dan weer dat onze kinderen stilaan tweetalig worden. Vroeger schakelden we op het Frans over als we niet wilden dat de kinderen ons begrepen, maar dat lukt niet meer. En aangezien hun Engels dankzij de televisie ook al vrij aardig is…

Alessio is geen courante naam in België.

We hebben die naam gezocht in een heel dik boek uit de bibliotheek. Het is geen referentie aan één of andere sportman.

Hoe zit het met je politieke ambities ?

Dat was niet te combineren met het voetbal. Ik miste vergaderingen, was niet langer van alles op de hoogte. Heel wat politici krijgen een mandaat en doen dan vervolgens niets meer. Als ik me niet van een bepaalde taak kan kwijten, geef ik ze liever door aan iemand anders. Ik volg de actualiteit en de sport van heel nabij. Niet alleen het voetbal, maar alle disciplines, want ik heb voor alles respect. Ik heb een open geest en de problemen van de wereld – natuurrampen, pedofilie – houden me wel degelijk bezig. Wordt er nu meer over gepraat dan vroeger, of komt die gruwel vandaag vaker voor ? Daar stel ik me dikwijls vragen over.

Hoe heb je Françoise leren kennen ?

Op een bal van het voetbal in 1985. Eigenlijk was ik klant in de slagerij van haar ouders, ik kende haar van zien. Op een dag dat ik slecht gespeeld had en vervangen was, ben ik daar met haar over beginnen te praten.

Heb je nog contacten met Japan ?

Ja, met de voorzitter van Oita. Al bij al was het een positieve ervaring, maar het was soms ook moeilijk. Aan mijn tolk, die niets van voetbal kende, moest ik bijvoorbeeld de buitenspelregel uitleggen. Japanners zijn ook wel wat racistisch ten opzichte van buitenlanders, maar anderzijds zijn ze ook bijzonder eerlijk. Toen ik eens mijn brood vergeten was in de supermarkt, heeft men er werkelijk alles aan gedaan om mij op te sporen en me dat brood alsnog te bezorgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content