Hoe thuisland Groot-Brittannië in zestien jaar een onsamenhangend zootje verliezers ombouwde tot ‘Our Greatest Team Ever’.

Het is dinsdagmiddag en in het warenhuis John Lewis van het Westfield Shopping Centre wordt over de microfoon de aandacht van de bezoekers gevraagd.

Zou er brand uitgebroken zijn?

Ladies and gentlemen, we willen er u attent op maken dat we net het aantal gouden medailles van Peking geëvenaard hebben!”, roept de speaker. Luid gejuich klinkt door het enorme complex.

Het succes van Team GB was gepland, maar overtreft toch de stoutste verwachtingen. Begin dit jaar rekenden wetenschappers aan de universiteit van Sheffield uit dat Team GB in Londen 56 medailles zou winnen, waarvan 27 gouden. Eerder legde UK Sport, dat de sportieve planning uitwerkte, de lat minimaal op 48 medailles: één meer dan in Peking. Met wat meeval kon dat aantal oplopen tot 70. Om dat te bereiken werd zwaar geïnvesteerd. Met het oog op deze Spelen maakte UK Sport 400 miljoen euro vrij: 337 miljoen voor de net afgelopen Spelen, de rest voor de Paralympics. Dat geld komt vooral van de nationale loterij (234 miljoen euro), van belastinggeld (156,5 miljoen euro) en privésponsoring (9,3 miljoen euro).

De meeste Britse sporten haalden het vooropgezette doel (zie kader). Wielrennen leverde twaalf medailles op in plaats van de voorspelde zes tot tien. De resultaten van Londen bevestigden dat de Britten op hun best zijn in de sporten waar ze kunnen zitten, zoals Australië ooit schamper opmerkte. Naast wielrennen zijn dat roeien, zeilen en paardensport.

Atlanta

De kiem voor het succes lag in het dieptepunt dat de Britse topsport beleefde in Atlanta 1996. Groot-Brittannië eindigde er in de medaillestand als 36e, na België, Algerije en Ethiopië. Van de vijftien medailles was er maar één gouden plak, dankzij het roeiduo Steve Redgrave en Matthew Pinsent.

Een jaar eerder had toenmalig premier John Major al beslist dat een groot deel van de opbrengst van de Nationale Loterij naar topsport zou gaan. Op 1 januari 1997 werd UK Sport opgericht, dat moest bepalen hoe dat geld besteed zou worden. In de aanloop naar Sydney was de investering nog bescheiden (94 miljoen euro), en ging het geld vooral naar de sporten waarin de Britten traditioneel goed zijn (zeilen, roeien, wielrennen) en waar de meeste medailles te rapen vielen (zwemmen en atletiek).

In 1996 was Peter Keen niet eens voltijds coach van wielrenner Chris Boardman, die brons haalde op de baan. Hij herinnert zich nog hoe Boardman acclimatiseerde voor het broeiend warme Georgia door in zijn badkamer de douche aan te zetten, om de vochtigheidsgraad te verhogen.

Na Atlanta gaf Keen zijn job aan de universiteit op om directeur van de Britse wielerbond te worden. Nog een paar jaar later werd hij na de Spelen in Athene algemeen directeur om bij UK Sport een prestatiegericht programma uit te werken voor alle sporten. “Je moet topsport professionaliseren en zakelijk analyseren”, omschrijft hij zijn visie. “Je moet uitvinden hoe je het hoogste niveau in een sport bereikt. Als je het niet weet, moet je zoeken en later die oplossing toepassen. Gewoon voortdoen wat je altijd gedaan hebt, is geen optie meer.”

Keen hanteert met UK Sport het principe van ‘geen compromissen’. Alleen atleten van wie men meent dat ze wereldprestaties kunnen neerzetten en olympische medailles kunnen halen, worden voluit gesteund. Ze worden niet betaald om voltijds met hun sport bezig te zijn, maar om topprestaties te halen. Voorheen vergeleek Keen de Britse sport met het wilde Westen: “Als de trainer je aardig vond, haalde je het team. Helemaal niet professioneel.”

Na Sydney en Athene legde UK Sport de lat nog hoger en ging men met de nodige centen op zoek naar de beste coaches in de wereld. Uit Australië kwamen trainers die mee hadden geholpen aan het Australische succesverhaal in de sport. Na Peking werd voor de atletiek Charles van Commenee gehaald, in Peking nog Nederlands ‘Chef de Mission’. Van Commenee zei voor deze Spelen vlakaf dat hij zou opstappen als het doel van acht atletiekmedailles niet werd gehaald. Alles samen is de voorbije vijftien jaar ruim 944 miljoen euro in de Britse topsport gestopt.

Felix de valk

In 2007 plaatste UK Sport een advertentie in de kranten, met een oproep aan alle grote, atletisch ingestelde mannen en vrouwen die na jaren doorgedreven training olympiër wilden worden in roeien, handbal of volleybal. Helen Glover kreeg een telefoontje van haar moeder op de dag dat ze zou afstuderen als lerares LO. Of dat niets voor haar was? Een maand voor de Spelen in Peking stapte ze voor het eerst in haar leven in een roeiboot, vier jaar later haalde ze samen met Heather Stanning in de 1500 meter het eerste Britse goud op deze spelen. Van de 3854 Britten die zich inschreven voor dat programma uit 2007 waren er behalve Glover nog acht atleten op de Spelen: zes handballers, een kanoër en een roeier. Talent ID, het opleidingsprogramma van UK Sport, blijft zoeken waar nog mogelijkheden zijn op sportief succes. Omdat UK Sport in vrouwelijke vechtsporten nog medaillekansen voor jonge Britse vrouwen ziet, start het straks een nieuwe campagne om 16- tot 25-jarige vrouwen die nog nooit aan judo, taekwondo, boksen of worstelen gedaan hebben op te leiden tot potentiële medaillekandidaten.

Niets wordt in de Britse topsport nog aan het toeval overgelaten. Aan het zeilteam werd eind 2010 een valk toegevoegd. Felix moest de zeemeeuwen weghouden die de Britse zeilers uit hun slaap hielden in de accommodatie van Team GB in Weymouth. De Britse zeilers haalden er vijf medailles.

Zondag haalde de Britse minister van Sport Hugh Robertson op de sluitingsceremonie opgelucht adem. Hij had eerder met zijn Australische collega Kate Lundy een weddenschap afgesloten. Haalde Australië meer medailles dan Groot-Brittannië, dan zou Robertson in een Australische hockeyuitrusting met een hockeybal rond het Australian House dribbelen. Kate Lundy zou bij verlies in een shirt van Team GB een lengte roeien op de olympische roeibaan van Eton Dorney. Toen de Britten na vier dagen nog geen enkele gouden medaille hadden, liet Lundey alvast een hockeysetje afleveren bij het Brits ministerie van Sport. Uiteindelijk haalden de Britten 65 medailles, waaronder 29 keer goud, terwijl de Australische delegatie met 35 medailles op een tiende plaats in de ranking bleef steken.

Robertson kan zijn pakje ongeopend in zijn bureau laten.

Op Eton Dorney sleurt een vrouw onwennig een roeiboot naar de waterkant.

DOOR GEERT FOUTRÉ IN LONDEN

De voorbije 15 jaar is ruim 944 miljoen euro geïnvesteerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content