Voor het grote publiek is het EK, in de slipstream van het WK, belangrijker geworden dan ooit. De grote toernooien hebben echter aan belang ingeboet wat de ontwikkelingen in het voetbal betreft. Interlandvoetbal hinkt achterop bij het clubvoetbal. De Champions League is het nieuwe referentiekader geworden.

In de vorige eeuw zette het interlandvoetbal de toon. Vooral de Wereldbeker was hét moment waarop verschillende voetbalculturen elkaar ontmoetten. Iedere keer werden nieuwe speelsystemen geïntroduceerd. Brazilië verbaasde de wereld in 1958 met een lijnverdediging met vier, Engeland innoveerde op het WK van 1966 met het 4-4-2-systeem en Argentinië baarde in 1986 opzien met een 5-3-2-opstelling.

In deze eeuw zijn er geen geheimen meer in het topvoetbal. Alle wedstrijden zijn op televisie (of op een dvd) te zien en spelers zijn uitgewaaierd over de hele planeet. Zij nemen zelfs de plaatselijke speelstijl over. Clubtrainers bepalen de richting die het voetbal uitgaat. Bondscoaches hebben niet de tijd om gesofisticeerde systemen in te studeren. Matchen met nationale teams zijn daardoor ‘simpeler’ en meer verdedigend dan clubduels.

Dit is wellicht ook de reden waarom de toppers van het trainersgilde niet langer als bondscoach aan de slag gaan, zoals Rinus Michels, Ernst Happel, César Luis Menotti of Carlos Bilardo, en waarom succesrijke bondscoaches niet langer ingehuurd worden door topclubs.

Laat ons de cv’s doornemen van de succesrijkste bondscoaches van het WK in Brazilië. Van de kwartfinalisten zijn er nog vier in functie: Löw, Deschamps, Pekerman en Wilmots.

Joachim Löw werd wereldkampioen in Brazilië, maar een palmares om van achterover te vallen heeft hij niet. Hij won de titel in Oostenrijk met Tirol en de Duitse beker met Stuttgart, maar degradeerde met Karlsruhe naar derde klasse en werd ontslagen bij Adanaspor.

Didier Deschamps werd kampioen van de Serie B met Juventus en Frans kampioen met Marseille. Zijn hoogtepunt was de verloren finale van de Champions League met Monaco (2004). De Argentijn José Pekerman (bondscoach Colombia) maakte vooral faam als jeugdcoach. Op clubniveau was hij slechts aan de slag bij Mexicaanse teams als Toluca en Tigres. Marc Wilmots heeft op clubniveau nauwelijks enkele maanden ervaring opgedaan met Schalke 04 en STVV.

Felipe Scolari is ex-wereldkampioen (2002) en speelde de EK-finale met Portugal (2004). De Braziliaan won ook de Copa Libertadores (de Zuid-Amerikaanse versie van de Champions League) met Grêmio en Palmeiras, maar werd voor zijn laatste klus met Brazilië wandelen gestuurd bij Chelsea en een obscure club uit Oezbekistan. Na het WK vond hij slechts emplooi bij het Chinese Guangzhou Evergrande.

Verliezend finalist Alejandro Sabella (Argentinië) was twintig jaar assistent-bondscoach en werkte maar twee jaar op clubniveau: bij Estudiantes, waarmee hij wel de Copa Libertadores won. Na het WK stopte hij als coach.

De Colombiaan Jorge Luis Pinto verraste vriend en vijand met Costa Rica. Hij won landstitels in Peru, Colombia, Costa Rica en Venezuela, maar daarmee behoor je in dit vak nog niet tot de wereldtop. Hij is nu bondscoach van Honduras.

Een van de acht trainers had een heel ander palmares: Louis van Gaal. Hij werd drie keer kampioen met Ajax, waarmee hij ook de UEFA Cup en de Champions League won. Nadien volgden twee Spaanse titels met Barcelona, het Nederlandse kampioenschap met AZ en een Duitse kroon met Bayern München. Van Gaal leverde een topprestatie in Brazilië door met een heel matig Oranje brons te veroveren. Hij dwong dit resultaat af omdat hij een veel betere coach was dan zijn collega’s op het WK. In de Premier League kreeg hij echter te maken met jongens als Manuel Pellegrini, Arsène Wenger, Claudio Ranieri en Mauricio Pochettino, allemaal ronkende namen in de trainerswereld. Het gevolg was dat hij na twee seizoenen de Red Devils nog niet aan het voetballen kreeg en ook de resultaten achterbleven.

Misschien kan dit ons iets leren over de kansen op Euro 2016. Als bondscoaches die top presteerden op clubniveau het verschil kunnen maken bij nationale teams wordt het vooral uitkijken naar Italië met Antonio Conte, die met Juventus drie jaar op rij de ‘scudetto’ won. Wij troosten ons met de gedachte dat Marc Wilmots twee jaar meer ervaring op de teller heeft staan.

DOOR FRANÇOIS COLIN

‘Bondscoaches zijn geen toptrainers meer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier