In één week belandde Standard van de voetbalhel in de voetbalhemel. Winst op Anderlecht geeft de Rouches weer hoop.

Ivan Vukomanovic zit in een sweater met het logo van Standard ontspannen naast Besnik Hasi in zijn Anderlechtpak. Als Vuko binnenin al glundert na de onverwachte 0-2-zege, toont hij zijn vreugde toch niet. Hij kijkt naar de tafel voor hem, niet naar de gezichten van de wachtende journalisten in de zaal. Hij frommelt aan een papiertje, drinkt snel twee glazen water en geeft dan zijn versie van de wedstrijd. Standard zorgde voor dé sensatie van het Belgische voetbalweekend, en als Vukomanovic al een andere voetbalvisie hanteerde dan zijn voormalige hoofdtrainer Guy Luzon, kreeg hij zondag (en ook donderdag al) zijn voetbalgelijk.

Op het eerste gezicht lijkt er sprake van twee uitersten. Vukomanovic zit rustig op zijn trainersbank, terwijl Luzon negentig minuten als een gek tekeerging. De interim-trainer beheerst het Frans en het Nederlands erg goed, terwijl zijn voorganger zich nooit aan een van beide landstalen waagde. De Serviër presenteert op het veld een herkenbaar en goed georganiseerd spelpatroon, terwijl de Israëlische coach maanden zocht naar de juiste (winnende) formule, zonder ze te vinden. Het Standard volgens Vukomanovic kreeg tegen kleppers als FC Sevilla en Anderlecht geen goal tegen terwijl de verdediging van de Rouches onder Luzon een zeef was. Paul-José Mpoku beklemtoonde ook nog dat de interim-coach zijn spelers voetbalverhalen voorhoudt, omdat hij een echte profcarrière heeft meegemaakt, wat niet het geval was met Luzon.

Het gevolg was een onverwachte, bijna surrealistische zege van Standard in Brussel. Een schoonheidsprijs verdiende Standard niet, maar dat was op dit moment de minste van Vukomanovic’ zorgen. “We wisten dat we tegenover de beste ploeg van België stonden. We moesten de rangen sluiten en in eerste instantie alles naar boven brengen wat in de groep leefde en wat iedereen dwars zat. Dat hebben we ook gedaan, zodra ik de ploeg overnam, mocht iedereen zeggen wat hem op de lever lag. Vervolgens zijn we de match gaan voorbereiden. Niet met het voornemen om hier mooi voetbal te brengen. In eerste instantie moest achterin de deur op slot, moesten de tegenstanders die zouden proberen te infiltreren of acties te maken afgestopt worden, en moesten wij proberen Anderlecht pijn te doen met tegenprikken.” Dat lukte allemaal, het Standard in nood heeft de eerste zorgen toegediend gekregen. Of de malaise voorbij is en de genezing ingezet, is nog niet duidelijk. Een nieuwe trainer op de bank heeft niet alle zorgen weggewist.

Luzon: aangeschoten wild?

Net voor de competitiestart vertrouwde een intimus van de familie Ferrera ons toe. “Guy Luzon doet het seizoen niet uit. Ofwel moet hij opkrassen wegens tegenvallende resultaten, ofwel doet hij het goed en stijgt zijn marktwaarde, waardoor Standard hem kan verkopen. Als hij vervangen moet worden, zal men aan Yannick Ferrera denken.” Na de nederlaag op Club Brugge zitten Guy Luzon en zijn assistent/vertaler David Martane voor de persconferentie stil te praten, met de hand voor de mond, zoals voetballers dat steeds vaker doen, uit angst dat men gaat liplezen. Het lijkt alsof ze zich afvragen of hun lot niet bezegeld is. Dat blijkt niet het geval. Luzon krijgt nog een kans, tegen Zulte Waregem. Zijn korte uitleg aan de spelers na zijn ontslag: “Vanwege de resultaten ben ik niet langer jullie trainer.”

“Ik wist dat Luzon november niet zou overleven”, zegt Benjamin Nicaise, tegenwoordig voetbalanalist, in een vorig leven onder meer voetballer voor Standard. “Dat voortijdige einde stond aangekondigd sinds het einde van play-off 1 afgelopen seizoen. Als je in extremis naast de titel grijpt nadat je heel het seizoen op kop hebt gestaan, is dat al erg. Dat je die trofee nog moet afgeven aan je aartsvijand, maakt het nog erger. De supporters wilden hem al niet toen hij kwam en lieten hem alleen met rust dankzij de resultaten. Begin dit seizoen herinnerden ze zich plots dat ze die man nooit gewild hadden. Daarbij kwamen nog de neveneffecten van het feit dat Standard naast de titel greep. Als ze kampioen waren geworden, waren er niet zo veel belangrijke spelers vertrokken en had de directie betere voetballers gehaald, omdat er meer financiële middelen beschikbaar waren geweest, gezien de startpremies in de Champions League. Het stadion zou ook als één man achter de trainer zijn gaan staan. Als je met Standard kampioen wordt, krijg je extra krediet. Hij zou op zijn minst voor zes maanden gerust geweest zijn. In plaats van dat scenario verloor hij al het respect bij spelers en fans. Vanaf de zomer zat hij op de wip.”

De nieuwe spelers

En dan zijn er de nieuwe spelers. Adrien Trebel is een betrouwbare aanwinst. Jorge Teixeira,die goeie en slechte dingen afwisselde, ook. Dat geldt ook voor Ricardo Faty en Jeff Louis.Voor de andere nieuwkomers oogt de balans op dit moment mager. Martin Milec, Darwin Andrade, Damien Dusaut, Eyong Enoh, Tortol Lumanza, Jonathan Viera, Vinicius Araujo en Tony Watt hebben nog niet bewezen dat ze het niveau dat van Standard verwacht wordt, aankunnen. Daarover ondervraagd op het tv-podium van La Tribune, de voetbaluitzending op maandagavond op de RTBF, ventileerde Philippe Albert na Standard-Zulte Waregem op zijn Alberts onomwonden zijn mening. Vooral de spelers uit Frankrijk moesten het ontgelden. Als hij trainer van Standard was, merkte Albert op, zou hij drie spelers (die hij ook benoemde) nog niet eens met de reserven laten meespelen.

Heeft Standard dan zo verkeerd ingekocht en het geld dat het heeft gekregen voor Michy Batshuayi, Imoh Ezekiel, William Vainqueur, Ibrahima Cissé en de anderen zo verkeerd besteed? Guy Vandersmissen,voormalig Europabekerfinalist met de Rouches en tegenwoordig spelersmakelaar, nuanceert een en ander: “Als je 10 miljoen ontvangt en evenveel uitgeeft aan nieuwe spelers, voer je een slecht beleid. Ik vind niet dat Roland Duchâtelet de hele som die hij afgelopen zomer opstreek opnieuw moest investeren in de kern. De situatie was anders geweest als Standard zich geplaatst had voor de Champions League. Als Anderlecht qua investering een uitzondering heeft gemaakt door Steven Defour aan te trekken, heeft dat alles te maken met het feit dat ze Champions League speelden. Voor Standard was het logisch om maar een deel van de inkomsten te investeren in het sportieve en de rest van het geld op te sparen. Ik ben ervan overtuigd dat je voor de Belgische competitie jezelf voldoende kunt versterken voor 2 tot 3 miljoen euro.”

Sinds hij aan de slag is als adjunct-technisch directeur bij KV Mechelen begrijpt Olivier Renard beter hoe moeilijk het voor een club is om goeie spelers te vinden, zegt de gewezen doelman van Standard: “Veel geld te besteden hebben garandeert geen succesvolle aankopen. We hebben negen nieuwe spelers naar Mechelen gehaald en alleen voor Ibrahima Cissé betaald. Duchâtelet had meer geld te besteden, theoretisch zou je kunnen zeggen dat het daardoor eenvoudiger voor hem was dan voor ons, maar dat weet ik nog zo niet, omdat zijn ambities anders liggen dan de onze. Bij Anderlecht, Genk, Club of Standard sta je onder druk. Je mag je bijna niet vergissen, want het behalen van de top vier is een must. Standard koos er nu voor om, net als Genk, veel spelers te veranderen. Over een jaar zal dat misschien de juiste keuze blijken. Ik herinner me nog dat men bij de komst van William Vainquer opmerkte: ‘Nog een speler uit de Franse tweede klasse.’ Maar toen hij twee jaar later naar Rusland vertrok, was het een ramp voor Standard. De spelers die Standard gehaald heeft, zijn niet allemaal slecht. Adrien Trebel, om er maar één te noemen, vind ik een hele goeie voetballer.”

Ook Benjamin Nicaise vindt dat er voldoende potentieel is bij de nieuwkomers, “ook al is de een beter dan de ander. Een van de problemen waar de nieuwkomers mee kampen, is dat ze moesten debuteren in een vijandig klimaat en in een periode waarin de ploeg niet draaide. Hadden ze een jaar geleden hun debuut gemaakt, zouden ze nu al een heel ander niveau halen. Milec, Faty en Trebel zijn goeie voetballers, je kunt dat geen mislukte transfers noemen. Maar belangrijk is dat, op het moment waarop nieuwe spelers arriveren, de anciens het voortouw nemen. Wie heeft bijvoorbeeld op dit moment impact in de kleedkamer? Wie zijn de leiders van dit Standard? Ik heb de indruk dat sommige leiders zich verbergen. Ik hoor als leiders de namen Jelle Van Damme en Laurent Ciman.Wel: voor mij is een van die twee geen leider. Het blijft moeilijk, omdat iedereen op dit moment zelf probeert boven water te blijven. En het is niet omdat je af en toe een goeie match speelt dat je de ploeg diensten bewijst. Uitblinken om uit te blinken levert het team niets op.” Nicaise besluit: “Talent is er. Vertrouwen kun je verliezen, je kwaliteiten niet. Ciman was toch op het WK. Wat Geoffrey Mujangi Bia en Paul-José Mpoku waard zijn, wisten we al. Trebel ontdekt men nu. En in doel heb je een Japanse international met WK-ervaring en een jonge keeper die het niveau heeft van de Ligue 1. Wat Standard nu nodig heeft, is een trainer die al die kwaliteiten in eenzelfde richting duwt.”

Geen TD

Met het ontslag van Pierre François en Jean-François de Sart verloor Standard twee mensen met een uitgebreid adressenboekje. Sinds eind juni is Roland Duchâtelet de enige verantwoordelijke voor de transfers. “Als hij beschikt over een goed vertakte scoutingcel met een verantwoordelijke die alle gegevens voor de clubs die hij bezit in kaart brengt en beheerst, kan dat goed werken”, meent Vandersmissen. “Alleen is het zo dat het netwerk van Duchâtelet een speciaal gegeven is voor spelers. Als je tekent voor Standard, riskeer je dat er ook over Alcorcón gepraat wordt. Als ik teken voor Standard, interesseert de Engelse tweede klasse me ook wel, maar niet de Spaanse tweede of de Duitse vierde klasse. Wie wil zich daar nu verbergen?”

De Sart, die erg discreet blijft in zijn uitlatingen omdat hij twee voetballende zoons heeft bij Standard, liet zich onlangs ontvallen dat hij een ‘direct ja’ had gekregen, ‘spontaan en duidelijk’, toen hij in maart de onderhandelingen opstartte over een nieuw contract als technisch directeur. Op het einde van de besprekingen vonden ze geen akkoord over een paar clausules waarop Duchâtelet De Sart per mail had laten weten dat het daar dan bij zou blijven. “Per mail, dat heeft me nog het meest aangegrepen”, geeft De Sart toe.

Vorige week contacteerde Duchâtelet de makelaar van Aleksandar Jankovic,de Servische trainer van KV Mechelen. Jankovic maakte meteen duidelijk dat hij niet van plan is snel naar Luik te verhuizen. Standard zou ook overwogen hebben om Olivier Renard in de deal te betrekken, teneinde zijn voormalige doelman als technisch directeur binnen te halen. “Ik had met niemand contact, maar voor mij was zo’n overstap geen optie”, zegt Renard onomwonden. “Ik ben net begonnen bij Mechelen, de samenwerking met Jankovic en Fi Van Hoof loopt uitstekend en ik heb nog heel veel te leren. Ik ben als een peuter die leert lopen en zich nog aan de muur vasthoudt. Als ik nu al ga lopen, ga ik op mijn gezicht.”

De flops van Dahan

Dan er is nog de situatie van Dudu Dahan,die andere baas op Standard, de vertrouwensagent van Roland Duchâtelet. Na zijn flops Maor Buzaglo, Dudu Biton en Tal Ben-Haim is Guy Luzon de vierde aanwinst uit zijn stal die tegenvalt. Een makelaar die geen voet meer in huis heeft bij Duchâtelet, zegt: “Roland Duchâtelet vertrouwt niemand of bijna niemand maar hij luistert naar alle raad van alle mensen die hem iets influisteren. Niemand weet wat hij op termijn wil. De vraag is: weet hij dat zelf?” Een andere spelersmakelaar meent dat “sommige makelaars om het even wie aan een club zouden verslijten als hen dat maar wat geld opbrengt.” Het kan dat ze jaloers zijn op wie wel met Duchâtelet door één deur kan. Feit is dat de samenwerking met Dahan Standard en Duchâtelet nog niet onverdeeld positieve dingen heeft opgeleverd. Intussen onthoudt de patron van Sclessin zichzelf de diensten van makelaars met een uitgebreide spelersportefeuille, zoals Christophe Henrotay (niet meer welkom sinds de tribulaties met Michy Batshuayi), Didier Frenay, Mogi Bayat en Kismet Eris.En hoe zit dat met Guy Vandersmissen? “Ik heb de laatste jaren wel een aantal spelers aangeboden, maar ik kreeg elke keer te horen dat ze niet interessant waren voor Standard.”

Ook de financiële situatie van de club speelt een rol. De loonlast is enorm (het gevolg van de aanpassingen ten voordele van de spelers toen een aantal gevestigde waarden begin vorig seizoen dreigden op te stappen), het aantal profspelers dat bij Standard onder contract ligt, heeft zijn gelijke niet in België. Dat leidt onvermijdelijk tot exploitatieverlies: 4 miljoen in 2011/12, 9 miljoen in 2012/13 en 12,7 miljoen in het afgelopen seizoen. Bovendien heeft Duchâtelet afgelopen zomer zijn kroonjuwelen verkocht. In de huidige kern zitten op dit moment weinig spelers die bankable zijn om het gat in het budget voor volgend jaar dicht te rijden. Ook daarom is tijdens de afgelopen mercato weinig geld uitgegeven aan versterkingen. Niet dat Duchâtelet dreigt een boterham minder te kunnen eten: een van zijn technologische bedrijven (Melexis, dat autosensoren produceert) maakte afgelopen week nog een recordwinst.

Nieuwe coach

Meteen na het ontslag van Luzon werden wel twintig namen genoemd als mogelijke opvolger. Die namen verschilden enorm naar gelang ze geciteerd werden in Nederlandstalige of Franstalige kranten. Alleen Erik Gerets, Frankie Vercauteren en Luis Fernandez werden overal genoemd.

Zondagavond gaven Mpoku en Ciman aan dat wat hen betrof Vukomanovic hoofdtrainer mag blijven. In de zaterdagkranten liet die zich nog ontvallen zich niet meteen als kandidaat-hoofdtrainer te beschouwen.

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN BELGAIMAGE

“Pas over een jaar kun je zeggen of de zomertransfers van Standard geslaagd zijn.” Olivier Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content