Denis Viane (Cercle Brugge), Stef Wils (AA Gent) en Kenny Van Hoevelen (KV Mechelen) zijn drie centrale verdedigers die samen zo’n twintig jaar ervaring in eerste klasse hebben. Leggen zij liever stevige targetspitsen aan de ketting of storten ze zich liever op beweeglijke en snelle diepe spitsen? Kortom, van wie liggen ze ’s nachts wakker?

Viane (1,79 meter, 72 kg): “Elke spits blijft afhankelijk van de ploeg, hé. Mij maakt het niet zoveel uit, maar zo’n targetspits in een 4-3-3-systeem die graag in de bal speelt en minder vlug de diepte opzoekt, vind ik toch een makkelijkere tegenstander. Op voorwaarde dan dat de hele ploeg meedenkt. Want zo’n type creëert natuurlijk wel ruimte en mogelijkheden voor opkomende middenvelders. Doordat hij eerder statisch is, geeft hij ook de indruk dat het niet zo moeilijk is om op hem te verdedigen, maar dat is slechts schijn. Als hij anderen beter laat spelen en laat scoren, kan je als verdediger niet terugkijken op een goeie wedstrijd.”

Wils (1,86 meter, 77 kg): “Met sterke en balvaste spitsen die met de rug naar het doel spelen, gaat het er vooral om hen niet te laten draaien. Als centraal duo moet de ene dan anticiperen en de andere de dekking verzorgen. En als ze dan ook nog kopbalsterk zijn, wordt het vaak een fysiek gevecht. Kouemaha en Coulibaly zijn van die mannen die moeilijk van de bal te zetten zijn en zo ruimte maken voor infiltrerende middenvelders. Ik heb toch liever zulke types dan snelle, beweeglijke spitsen, waar je moeilijker vat op krijgt.”

Van Hoevelen (1,84 meter, 77 kg): “Mij maakt het geen zier uit. Simpel: een statische targetspits vang je op in zoneverdediging.

Een grote, kopbalsterke spits maakt mij in elk geval niet bang. Dan huiver ik eerder voor kleine, snedige spitsen, omdat die zich

makkelijker laten vallen.”

Viane: ” Lukaku is buiten categorie, ook

omdat hij erbovenop nog zijn snelheid heeft, en Benteke vind ik ook een heel goeie. Maar voor mij – en ik denk voor de meeste verdedigers – is een type Sonck toch de grootste nachtmerrie. Dat is een ras apart. Je denkt 85 minuten dat je hem in de tang hebt en dan is hij daar plots toch. Een targetspits en een type Sonck ernaast, dat is het ideaal, vind ik.”

Wils: “Ik heb nog tegen Lange en Köller gespeeld, maar Lukaku heeft toch alles. Ik vind hem in elk geval de beste. Al vind ik Benteke als targetspits ook wel heel goed.”

Van Hoevelen: “Ik ben in elk geval blij dat Benteke nu in mijn ploeg speelt. Ik ondervind op training dat hij heel moeilijk van de bal te zetten is. Maar Lukaku zal wel de beste zijn, zeker. Al vond ik de moeilijkste spits waar ik ooit tegen speelde Jovanovic. Niet groot, sterk en kopbalsterk, maar snel, dribbelvaardig en onvoorspelbaar. Ik denk dat de meeste verdedigers van zo’n type het meest bang zijn.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content