Trond Sollied beloofde meer doelpunten, maar AA Gent scoorde in de competitie amper één keer meer dan onder Georges Leekens. Nu verloor de Noor ook nog de bekerfinale van Anderlecht met 3-2.

Vóór het seizoen verklaarde Trond Sollied dat het een verrassing zou worden waar AA Gent deze competitie eindigde. Het werd de zesde plaats. Toch geen verrassing? “Ik heb gezegd dat we optimistisch voetbal zouden spelen, proberen dominant te zijn en meer doelpunten te scoren. De plaats, dat wisten we niet, maar het is geen verrassing als je ziet wat we tijdens het seizoen meegemaakt hebben. Er stonden twee spelers van vorig jaar in de basis: Foley en Olufade. Ze veranderden een hele ploeg en wij hebben met tien verschillende centrale verdedigers gespeeld.”

Optimistisch voetbal heeft Gent gespeeld, dominant was het lang niet altijd en veel meer doelpunten maakte het ook al niet echt: 57 in plaats van de 56 van vorig jaar.

“Thuis waren we heel dominant, maar buitenshuis niet altijd. We hadden niet het beetje geluk dat je nodig hebt, we pakten veel gele kaarten, veel strafschoppen. Over onze uitwedstrijden kunnen we niet tevreden zijn. Alleen een helft in Anderlecht en in Bergen speelden we slecht. Waarom? Slaap jij buitenshuis beter dan thuis?

“Tegen Cercle Brugge vielen de drie centrale middenvelders in dezelfde helft uit. De sleutelspelers die je nu ziet, hadden geen voorbereiding. Olufade kreeg geen rust, Foley was niet in vorm, Maric en Thijs maakten de voorbereiding niet mee, De Roeck en Ruiz ook niet. Kleine zaken hier en daar beïnvloeden het seizoen. Ik zag van in het begin duidelijk: met dit en dat erbij spelen we de top drie. Zónder, dan was ik niet zeker.”

Hij bedoelt: “Een ander type speler in sommige posities – ik vroeg er twee – maar dat ging niet door. Geen probleem. Als iemand bij mij een omelet bestelt, dan serveer ik een omelet. Maar ik garandeer niet dat je er dan ook een prijs mee wint.”

Had hij de juiste spitsen? Zijn antwoord is ontwijkend: “Niemand wordt geboren als voetballer en niemand wordt geboren als spits. Ljubijankic moest een kijkoperatie ondergaan voor zijn meniscus omdat hij met kleine blessures zat. Of het seizoen er met hem er fit bij anders had uitgezien, daar wil ik niet aan denken.”

De juiste verdedigers? “Ik heb geen namen gevraagd. Lembi was een van de mogelijkheden. Hij was op de markt. Ik kende Suler niet. De scouts hebben hem gezien. Mijn enige vraag was: is hij goed genoeg of niet? Het is niet aan mij om op basis van een naam te beslissen. Dus ik heb gecheckt. Ik heb niet gezegd dat hij niet goed genoeg was; mensen rondom mij zeiden dat.”

Film uit 1950

Dat Dario Smoje terugkeerde uit revalidatie noemde Trond Sollied belangrijk – al was het maar voor zijn impact op de spelers uit de Balkan. Waarom eigenlijk?

“Hij is de speler die het langst in Gent is, dus hij ként de club. Maar voor je kan leiden, moet je in de ploeg staan en in vorm zijn. Het vergde veel tijd voor hij weer het veld op kon. Wij dachten eerst dat hij er klaar voor was en hij dacht dat ook, maar we dachten verkeerd. Dus hij moest eerst weer een stap terug zetten. Bovendien word je niet als leider geboren – alleen Napoleon dacht dat, maar ook hij had het verkeerd. Maar misschien wil Dario geen leider zijn – niet iedereen draagt graag verantwoordelijkheid.”

Ook Bernd Thijs werd geacht het te worden, maar is het niet.

“Hij heeft potentieel. Maar ook híj kende, zoals ik al zei, geen voorbereiding. Als je jezelf al niet goed voelt, moet je een héél sterke persoonlijkheid hebben om anderen te kunnen leiden.”

Zoals Fadiga.

“Ja, hij is een beetje speciaal en hij heeft veel meer meegemaakt dan alle anderen. Hij weet waarover hij het heeft. Hij is opgegroeid in Parijs, en niet op de Champs Elysées. Dan weet je genoeg. Daar praat je niet zoveel, maar dóé je het.”

Dat Fadiga het uurwerk van de scheidsrechter, die te lang liet overspelen, misschien had laten verdwijnen, was niet Sollieds meest tactvolle grap na de wedstrijd op Standard. “Ik wil niet meer stilstaan bij een film uit 1950, ook al was het een goeie.”

De reden dat Gent hem eerst liever niet zag komen, was dat hij geen 90 minuten kon spelen.

“Dat was makkelijk te zien, maar hij heeft óók 90 minuten gespeeld. Hij heeft Gent techniek en ambiance bijgebracht. Mensen willen hem bezig zien. De laatste tijd heeft hij wel te veel technische fouten gemaakt. Hij was niet zo fit als hij had moeten zijn. We weten wat hij kan, maar het ging wat neerwaarts. Maar we weten ook: één seconde van hem kan een wedstrijd beslissen, ook al speelt hij niet goed. Je hoopte altijd op zijn magic touch.”

Dat de ploeg ondertussen met een halve man minder voetbalde, laat Sollied zich niet aanleunen: “Het is niet hoevéél je loopt, maar wáár je loopt. Je kan niet alleen maar lopers in een ploeg hebben, anders verlies je de bal.”

Dat wilde wel eens problemen geven afgelopen seizoen: verdedigend stond Gent driekwart van de competitie zwak te voetballen. “Als je de hele tijd je ploeg moet veranderen, krijgen spelers geen gevoel van vertrouwen.”

Ruiz ontbolsterde onder Sollied, terwijl hij onder Georges Leekens maar nauwelijks van de bank kwam.

“Leekens zal er zijn redenen voor gehad hebben. Bovendien heb ik Ruiz niet laten ontbolsteren, dat heeft Ruiz zelf gedaan. Als je denkt dat trainers voetballers leren voetballen, dan ken je niks van voetbal. Ik leer spelers samenspelen, niet voetballen.”

Hoe goed vindt hij Ruiz?

“Dat moet je aan hem vragen. Vertrouw nooit wat een trainer over spelers zegt. Hij zou er te veel belang bij kunnen hebben voor zijn eigen zaak. Ik niet per se. Maar Ruiz weet het beter dan ik.”

Rijbewijs controleren

Gent kende een periode van 2 op 21. Trond Sollied zou Trond Sollied niet zijn als hij er geen sterkte in zag. “In diezelfde periode haalden we de bekerfinale. Dus slecht waren we niet. Standard had nog zijn beste ploeg mogen opstellen in die terugmatch, ze hadden geen kans gemaakt.”

Dat is, achteraf, gemakkelijk gezegd, natuurlijk.

“Maar wij zijn de enige ploeg – en we hebben vier keer tegen hen gespeeld – die ze niet konden verslaan.”

Verzachtende omstandigheden zijn er in de verschillende veldbezettingen waarin Gent noodgedwongen moest spelen, maar als Trond Sollied eerlijk is met zichzelf zal ook hij tot de conclusie komen dat het niet zijn meest gedreven seizoen was. Er lag ook al wat stof op zijn quotes – “Je moet niet te veel horen of je oren vallen eraf” – en over shadowgame, eindeloze herhalingen of het bijzondere van zijn aanpak hoorde je niemand nog praten. Na de nederlaag op Kortrijk is Sollied niet boos geworden op zijn spelersgroep. Vreemd. “Ik heb niets gezegd. Maar ik heb ze ook geen hand gegeven. En dat is níét gewoon. Wees gerust, ik ben geen trainer die spelers zonder rijbewijs de straat op stuurt. I check the licence.

“Als ik tijdens of na wedstrijden emotioneel zou zijn, dan zouden mijn beslissingen fout zijn, dus ik ben geconcentreerd, gefocust. Mijn emoties hebben niets van doen met voetbal. Maar daar hebben de mensen geen zaken mee. Ik ben gewoon geen supporter en ook geen trainer die iedereen kust omdat we met 2-1 gewonnen hebben. Voor mij is het normaal om te winnen.”

Vond hij het verstandig van Cedomir Janevski om in de pers zo emotioneel uit te halen naar AA Gent – “Ze hebben theater gespeeld” – omdat ze zijn contract niet verlengden?

“Hij doet met zijn leven wat hij wil en dat respecteer ik.”

Cedo Janevski werkte met Trond Sollied bij Club Brugge, Olympiacos en AA Gent, maar gaat niet mee naar Heerenveen. “Omdat ik maar één assistent kon meenemen. Ze hadden er al een andere en dat kan ik begrijpen.”

Hij had zijn trouwe luitenant graag als zijn opvolger gezien bij Gent.

“Hij weet veel, heeft op een hoog niveau gespeeld, is jong en ambitieus, won met Club Brugge een prijs vanuit een moeilijke situatie, kan druk aan én Gent wint één jaar. Nu staan ze terug bij af.”

Hooligan

Michel Louwagie vond Trond Sollied even koppig als vroeger, terwijl hij juist meer flexibiliteit had verwacht. Iets meer aanpassen aan de tegenstander en Gent was beter af geweest, hoor je.

“Ik ben nochtans héél flexibel. Maar hij weet niet wat ík weet. Daarom ben ik trainer en is hij manager. Anders zouden we van plaats wisselen. Als hij zijn spel had gespeeld, dan lagen we eruit. Mijn verstandhouding met hem is heel goed. We kennen elkaar. Hij moet alleen niet zo teleurgesteld zijn als we verliezen. Maar je moet nooit zo teleurgesteld raken dat je vergeet wat je geleerd hebt. Michel is Michel. Als je hem tijdens de wedstrijd bezig ziet, is het een hoo- ligan. Calm down. Een tijdje na de wedstrijd denkt hij weer meer normaal. Maar zij denken heel anders dan ik als trainer. En ik ben een speler geweest, dus ik denk mét de spelers. Thát Michel don’t know. Dat is het grote verschil tussen Michel en mij. Van begin tot eind ben ik het niet eens met wat hij probeerde uit te leggen omdat ik een heel andere ervaring heb. Zet mij als manager en hem als trainer en ik weet hoe snel hij zijn stoel zal moeten verlaten. Hij zou net hetzelfde doen als alle anderen.”

Volgens het nieuwe profiel moet de volgende trainer van Gent iemand zijn die nog niet volgevreten is, die nog honger heeft naar een prijs. Dat impliceert dat Sollied in de ogen van AA Gent wel tekortschoot: hij heeft een jaartje op automatische piloot gewerkt. Het is een snipperseizoen geworden. De illusie dat hij nog eens een ploeg kon smeden zoals in zijn eerste passage bij Gent heeft hij nooit kunnen wekken. Het heilige vuur leek weg.

“Dan moeten ze maar iemand nemen die nog nooit iets heeft gewonnen. Ik hoef mijzelf niet te verdedigen. Ik heb veel prijzen gewonnen en ik zal er nog veel winnen. Als je geen prijzen wil winnen, moet je mij niet als trainer nemen, anders moet je misschien te veel premies betalen.”

Wat blijft er over van het seizoen als je de bekerfinale buiten beschouwing laat?

“( droog) Niet zoveel, maar UEFA Cup is ook al iets, iets wat ze niet hadden sinds ik hier de vorige keer was.”

Volgend seizoen gaat hij aan de slag bij het Nederlandse Heerenveen. Wat heeft Heerenveen Sollied meer te bieden dan AA Gent?

“Dat hoef ik niet publiekelijk te zeggen. Maar het is óók een nieuwe competitie. Nederlanders zijn offensiever in denken en doen. Doen vooral. Ze hebben een infrastructuur die België niet heeft. Het enige voordeel dat België heeft, is dat de afstand tussen de clubs kleiner is.”

Zijn appartement in Gent behoudt hij.

“Ik heb geen geruchten gehoord dat Gent verplaatst zal worden, dus ik zal nog naar hier komen. Ik woon hier al sinds ik Noorwegen verlaten heb. Het is beter dat ik nu nog verhuis als trainer dan wanneer ik 65 ben.”

Wat op zijn palmares nog ontbreekt, is een echt grote club. “Ik wil winnen in om het even welke competitie. Dan ben ik tevreden. Waar het is, daar geef ik niet om. Als ik maar goed voetbal en warm weer heb. En soms kan je het niet alle twee hebben.”

Welke plaats zal dit seizoen bij Gent in zijn carrière hebben betekend?

Just another year, bijna zoals Johnny Logan zong. Just another year.” S

door raoul de groote – beelden reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content