Wie denkt dat er een samenwerking bestaat tussen Standard, STVV en Ujpest, vergist zich. Bij alle drie de clubs is één man de baas en die werkt niet samen, tenzij met zichzelf. Roland Duchâtelets geniale masterplan bestaat uit immobiliënprojecten waarin voetbal een bijzaak is die zo weinig mogelijk mag kosten. Van sportieve ambities ligt hij niet wakker.

Laten we om te beginnen hierover geen misverstand laten bestaan: Roland Duchâtelet (66) kent niets van voetbal. In negen jaar voorzitterschap versleet hij zowat een dozijn trainers. Ooit verbaasde hij zich erover hoe zo’n man erin slaagt zich in een kolkend stadion verstaanbaar te maken voor zijn spelers. Zijn advies toen aan zijn verbouwereerde trainer: schrijf je aanwijzingen op grote borden en steek ze in de lucht. Dat aanvallers en vooral middenvelders de grootste afstanden afleggen en bijgevolg sneller vermoeid raken dan verdedigers, was nieuw voor hem. Zijn voorstel, even simpel als geniaal: draai alles om tijdens de rust. Aanvallers naar achteren en verdedigers in de aanval. Weer een andere coach kreeg tijdens een sollicitatiegesprek de vraag in welke hoek een speler zich moet plooien om bij een inworp de bal zo ver mogelijk te werpen. Hij werd niet aangeworven. Een speler zag een transfer door de neus geboord omdat hij geen vierkantswortel kon trekken.

Voetbal voor Roland Duchâtelet is business. Stayen, het immobiliëncomplex waar zijn vorige club STVV haar thuiswedstrijden afwerkt, draait om appartementen, horeca, bedrijfsruimte en winkels. Het project staat op naam van zijn vrouw Marieke Höfte, met wie hij twee kinderen heeft, maar met wie hij niet is gehuwd. De investering – 70 miljoen euro, wordt gezegd – zou haar erfdeel zijn uit de nalatenschap van haar elf jaar oudere man. De nog steeds in aanbouw zijnde site is controversieel van bij de opstart, maar presenteert zich inmiddels als een eigentijdse poort van Haspengouw, opgetrokken met het privékapitaal van een man die nog altijd tot de twintig rijkste Belgen wordt gerekend.

Veertig kilometer verderop, in de Luikse buitenwijk Sclessin, voltrekt zich vandaag precies hetzelfde scenario. Daar aan de boorden van de Maas ligt het Stade Maurice Dufrasne, de thuisbasis van Standard. Duchâtelet kocht de club twee jaar geleden voor een bedrag tussen 30 en 35 miljoen euro, maar dacht toen al verder dan voetbal. Van het aanpalende vierkant tussen terril, Maas en rue de Souvret verwierf hij inmiddels alle onbebouwde percelen, goed voor zo’n 15.000 vierkante meter. De bewoners van de paar tientallen rijhuizen in de omringende straten zijn al benaderd om ook hun eigendom te verkopen. Hetzelfde architectenbureau uit Sint-Truiden dat de plannen voor Stayen uittekende, is ook nu door Duchâtelet aangezocht. Hij wil op Sclessin een pretpark à la Disneyland laten verrijzen, maar ook een zwembad en een concerthal die Vorst Nationaal naar de kroon moet steken. Het buurtcomité volgt de ontwikkelingen op de voet, maar is ze niet ongenegen. Iedereen met een plan om de verpauperde wijk op te waarderen, wordt met open armen ontvangen. Ook Duchâtelet, van wie men voorlopig alleen het gebrek aan openheid betreurt over wat hij precies van plan is.

Stakende vedette

Zowel in Sint-Truiden als in Luik ontplooit Duchâtelet met eigen middelen activiteiten waarvan hijzelf, maar zeker ook de stad en haar inwoners beter worden. Knap, zeker waar. Maar geldt dat ook voor het voetbal? Sinds hij STVV achterliet met een schuld die een veelvoud is van die waarmee hij het overnam, ging het de club ook sportief niet voor de wind. Ze degradeerde en slaagde er het afgelopen seizoen niet in om ondanks een financiële rugzak (1,25 miljoen euro tv-geld) onmiddellijk weer naar de Jupiler Pro League te promoveren. De vraag is of dat ook de bedoeling was.

Terug naar een jaar geleden. De relatie tussen STVV en Reza Ghoochannejhad is helemaal verzuurd. De Iraanse international leek in de winterstop op weg naar Standard, maar is tot zijn grote frustratie toch in Sint-Truiden moeten blijven. Van sympathieke publiekslieveling verandert hij in een grillige vedette, die zijn oude niveau niet meer haalt en vaker geblesseerd toekijkt dan dat hij nog in actie komt. Diezelfde Reza is nog altijd van STVV wanneer dat als uitgesproken titelfavoriet in tweede klasse de trainingen hervat. Met zijn hoofd echter is hij er niet meer bij. Bij Standard ligt nu officieel een contract van vier jaar voor hem klaar. Wanneer op 22 augustus 2012 de eerste speeldag is aangebroken, laat Reza zijn trainer weten dat hij zich mentaal niet meer kan opladen. Guido Brepoels heeft geen andere keus dan zijn enige aanvaller aan de kant te laten. Toch zet hij het kampioenschap winnend in: titelconcurrent KV Oostende wordt met 3-1 naar de kust teruggestuurd.

Reza houdt STVV nu gegijzeld en de sfeer in de kleedkamer is om te snijden. Negen dagen resten er de Limburgers om een vervanger te vinden. Donny de Groot is 1m85 en al 33, maar past in het gezochte profiel. Bovendien is Willem II bereid hem transfervrij te laten gaan. De onderhandelingen monden snel uit in een akkoord. Tot Roland Duchâtelet er lucht van krijgt en sportief directeur Jan-Pieter Martens wordt gedwongen het voorstel onmiddellijk in te trekken.

Verborgen agenda

De Truiense technisch directeur vraagt zich stilaan af in welke film hij terecht is gekomen. In de lente van 2012 – hij is dan pas twee maanden in dienst – was het al tot een eerste confrontatie gekomen met de man die vanuit Luik als zijn schaduwbaas blijkt te opereren. Wanneer Davino Verhulst op het punt staat zijn contract te verlengen, is het Duchâtelet die zich verzet. Hij wil STVV Laurent Henkinet opdringen. De jonge doelman heeft de Limburgers het jaar voordien ingeruild voor Standard, maar komt daar niet aan de bak. Verhulst krijgt zijn contract uiteindelijk toch, maar in makelaarskringen ontstaat het beeld van een TD die niets te zeggen heeft. In augustus 2012 wordt hem ook de jonge linksachter Axel Bonemme van Standard opgedrongen. Net als Guy Dufour wegens een nog drieënhalf jaar doorlopend contract bij Standard, waar hij nooit speelde en nu overbodig is.

STVV-voorzitter Bart Lammens speelt van meet af aan een dubbelzinnige rol. Bij Martens’ aanwerving is STVV nog een eersteklasser met een spelersbudget van 4 miljoen euro. Bij degradatie naar tweede klasse zou daar tien procent van af gaan. De trainingen moeten nog beginnen als al maar meer sprake is van 2,4 miljoen euro. De tering naar de nering zetten, luidt de uitleg van Lammens, die voor het seizoen 2013/14 uiteindelijk zelfs naar 1,2 miljoen wil, een bedrag waarmee je volgens wat hij van andere clubs zegt te hebben gehoord nog altijd kampioen kan spelen in tweede.

Hoe hard Martens ook probeert om met steeds beperktere middelen een selectie samen te stellen die beantwoordt aan de ambities waarmee hijzelf en Guido Brepoels zijn gestrikt, tegen de verborgen agenda van Lammens en Duchâtelet kan hij niet op. Zo komt ook Yannick Nulens over van de beloften van Anderlecht. Hij is het neefje van bestuurslid Gilbert Nulens, die enkele zakelijke belangen deelt met Roland Duchâtelet en onder meer de appartementen verkoopt die op de site van Stayen moeten verrijzen. Eén keer toch is Lammens Duchâtelet te snel af. Met de unanieme steun van de Truiense raad van bestuur drukt hij de komst van Joeri Dequévy door, de speler van de vierkantswortel. Het late vertrek van Alessandro Iandoli naar FC Ujpest – waar Duchâtelets zoon Roderick sinds oktober 2011 voorzitter en eigenaar is – past in de promotie van Bonemme.

Zuid-Amerikaanse jackpot

Terug naar Donny de Groot. Wanneer Martens hem dus aanbrengt, komt het opnieuw tot een aanvaring met Duchâtelet. Die moet niet weten van de oude Nederlander en al gauw wordt duidelijk waarom: de volgende ochtend staat Ivan Bulos voor de poorten van Stayen. Een negentienjarige spits uit Peru, die kort voordien voor drie jaar onder contract is genomen door Standard. Een grote jongen ook, maar onervaren en niet het soort speler met wie je je snel kampioen rekent. Samen met de Uruguayaan Mendez Aguilera en de Braziliaan Luiz Pheyllype vormt hij een trio Zuid-Amerikaanse tieners met wie Duchâtelet denkt de jackpot te hebben getrokken. Niemand op Sclessin die de spelers vooraf aan het werk heeft gezien, maar Duchâtelet vaart blind op spelersmakelaar Jorge Vidal, een in het Luikse wonende Spanjaard, en Dirk De Vriese.

Bulos moet de nieuwe Truiense speerpunt worden. In het hoofd van Guido Brepoels begint het nu te spoken. De emotionele trainer heeft in het voorjaar een aanbieding van Fortuna Sittard afgeslagen omdat hem werd gezegd dat hij geen kampioen mocht spelen. Bij STVV vond hij wel de titelambities die passen bij zijn karakter, maar dat was nog toen hem een valabele selectie was beloofd. Zonder spits ziet hij het somber in. Op 31 augustus 2012, de laatste dag van de transferperiode, wachten De Groot en zijn makelaar op het verlossende telefoontje. In Sint-Truiden en omstreken turen spelers tot lang na middernacht met slaperige ogen naar hun laptop in de hoop de naam van hun nieuwste ploegmaat te vernemen. Niets wijzer geworden zoeken ze hun bed op. De volgende ochtend hangt er een begrafenisstemming over het trainingsveld. Brepoels en zijn assistent Danny Boffin zitten in zak en as. De ontgoocheling staat op hun gezichten te lezen en slaat over op de spelersgroep.

Een schrale één op twaalf is het gevolg. Daaronder een 0-2-nederlaag thuis tegen WS Woluwe. Het is de eerste wedstrijd van Bulos in het geel-blauwe shirt. ’s Anderendaags meldt de targetspits zich geblesseerd op de uitlooptraining. Oorzaak is een kleine breuk in de voet. Een oude blessure, zo ontdekt men bij STVV, waarmee hij ongezien vanuit Peru naar België is gekomen. De geste van Duchâtelet draait uit op een vergiftigd geschenk. Niet alleen sportief, maar ook financieel, want de Standardeigenaar heeft Bulos op de Truiense payroll gezet. Een truc die hij vandaag, een jaar later, ook met Iandoli toepast. In tweede klasse zijn clubs niet verplicht groepsverzekering te betalen voor hun spelers, wat dertig procent scheelt op een loon. Dubbele pech dus voor STVV. Bulos zal tot februari 2013 niet meer in actie komen.

Vallende maskers

Het water staat STVV aan de lippen en onrust maakt zich meester van Stayen. Brepoels en zijn manschappen presteren met een schamele veertiende plaats ver onder de verwachtingen. Uit acht wedstrijden puurt de ploeg acht punten. De fans morren. Bulos is geblesseerd en Reza behalve ongemotiveerd ook vaak weg met interlandverplichtingen. Begin oktober gaat Duchâtelet overstag: Donny de Groot wordt alsnog aangetrokken. De Nederlander heeft zich als amateur laten inschrijven bij Willem II en kan hierdoor te allen tijde worden getransfereerd. Zijn komst zorgt voor de ommekeer. STVV boekt onmiddellijk vier opeenvolgende zeges. Tot de winterstop zal het met De Groot in de basis zes van zijn negen wedstrijden winnen. Statistieken zijn het die de koele cijferaar Duchâtelet en de vijfde kolonne het zwijgen opleggen. Zeker wanneer Reza weigert in te vallen op Brussels en Brepoels het helemaal heeft gehad met zijn pseudovedette.

Kort na Nieuwjaar vallen de maskers definitief af. De selectie van STVV wordt helemaal ontmanteld. Vier van de meest ervaren (en duurste) spelers krijgen te horen dat ze per direct weg moeten. Als officiële verklaring worden de drie verloren uitmatchen in december tegen de rechtstreekse concurrenten Oostende, Antwerp en Westerlo aangehaald. Volgens Lammens mogen de titelambities worden opgeborgen en moet de club zich financieel voorbereiden op een verlengd verblijf in tweede klasse. In een verbijsterend studio-interview met TV Limburg haalt Duchâtelet schaamteloos uit naar het sportieve beleid van STVV, waar de Standardhuurlingen Bonemme en Bulos naar zijn mening te weinig spelen. Lammens krijgt weerwoord een week later, maar verdedigt zich nauwelijks. Ook bij de laatste twijfelaars vallen de schellen nu van de ogen: Lammens hangt bij Duchâtelet aan de touwtjes en STVV is weinig meer dan Standard B.

Vanuit Hongarije strijken in de winterstop plots ook Thamas Egerszegi en David Barczi neer op Stayen. Twee jonge twintigers van Ujpest die al eens eerder aan een lagere club waren uitgeleend. Tijdens hun eerste ontspannen loopje op zondagochtend met Danny Boffin blijkt al meteen waarom. De 47-jarige assistent-trainer geeft hen op kousenvoeten het nakijken. Op hetzelfde moment moet bij Standard ineens de door STVV aan Ujpest uitgeleende Iandoli meetrainen. Mircea Rednic gelooft zijn ogen niet en Iandoli, ooit met een riant vijfjarig contract door Duchâtelet bij Eupen weggehaald om andere dan louter sportieve redenen, keert met de staart tussen de benen naar Boedapest terug. Het plan om Giel Deferm naar Ujpest te versassen valt zo in het water, maar Bonemme moet spelen in Sint-Truiden en dus wordt Deferm bij Beerschot gestald. De dans der linksachters komt voorlopig tot stilstand.

Israëlisch dreigement

Dat Lammens via AGOST (het Autonoom Gemeentebedrijf voor de Ontwikkeling van Sint-Truiden) zowel professioneel als financieel afhankelijk is van Duchâtelet, is geen geheim. Duchâtelet zette hem ook op de voorzittersstoel bij STVV om de club te saneren en budgettair voor te bereiden op tweede klasse, maar zonder daar naar de supporters en de buitenwereld open kaart over te spelen. Tussen Luik, Sint-Truiden en Boedapest is de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan een treintje. Spelers worden door de drie clubs gesluisd. De opzet is simpel: idealiter wil Duchâtelet met Standard jonge spelers aantrekken en opleiden, hen rond hun 18e bij STVV plaatsen, vandaar rond hun 20e naar Ujpest overhevelen, en ze dan rond hun 22e terughalen naar Standard vanwaar ze vervolgens te gelde worden gemaakt. Bij elk van de beoogde stappen wordt de waarde van de spelers al dan niet kunstmatig opgedreven.

Van dat masterplan hebben Martens en Brepoels aanvankelijk geen flauw benul, net zomin als Rednic en eerder José Riga in Luik. Gaandeweg wordt hen alles duidelijk. Van zijn laatste vijf competitiewedstrijden verliest STVV er drie. Uitgerekend in de periode dat de Israëlische spelersmakelaar Dudu Dahan zijn intrek neemt in Hotel Stayen. Dahan, die eerder Maor Buzaglo, Rami Gershon en Dudu Biton binnen loodste bij Standard, spelt zijn Belgische vrienden de les omdat zijn speler Yadin Zaris nauwelijks speelt bij STVV. Zaris heeft in juli een vierjarig contract getekend in Luik, is vervolgens onmiddellijk uitgeleend aan Ujpest (waar hij tekortschiet) en stond een half jaar later plots in Sint-Truiden (waar hij evenmin overtuigt). Lammens en zijn onafscheidelijke schaduw Duchâtelet roepen Brepoels op het matje. Ze doen dat in het bijzijn van Dahan en Guy Luzon, de trainer van de Israëlische U21 die is meegereisd. De conclusie van het pittige onderhoud is duidelijk: Zaris moet spelen.

Het dreigement mist zijn uitwerking niet en Brepoels gehoorzaamt. Hij zet Zaris in de ploeg. Trots is hij er niet op, maar het heilige vuur is dan al lang gedoofd. Sinds de sportieve ontmanteling tijdens de winterstop voelt hij zich meer een veredelde jeugdtrainer dan de kampioenscoach die hij dacht te kunnen zijn. Lamgeslagen is hij door de bemoeienissen van zijn voorzitter. Zoals na het met 3-0 gewonnen duel tegen Eendracht Aalst, waarin Ivo Rossen, zijn 31-jarige aanvoerder, de score opent vanop de penaltystip. Lammens is not amused. Strafschoppen horen door de jongste speler te worden getrapt, niet door een veteraan zonder marktwaarde. Een omgezette strafschop op een cv voert iemands transferprijs op en dat is wat telt. Niet winnen of verliezen.

Pijnlijke spagaat

Brepoels heeft zijn buik stilaan vol van de hypocrisie. Terwijl hij staat te coachen, mag Luzon vanuit de tribune zijn wedstrijden doorlichten. Omdat die laatste een goede video-analist schijnt te zijn, wordt hij zelfs uitgenodigd voor een presentatie in aanwezigheid van woordvoerder Alain Coninx en de halve raad van bestuur. Wanneer Brepoels te horen krijgt dat Luzon als mental coach aan zijn staf zal worden toegevoegd mocht STVV de eindronde halen, reageert hij bijzonder emotioneel. Die Israëliër als raadgever? No way! Lammens en Duchâtelet voelen zich beledigd en de coach valt definitief in ongenade. Op geen enkel moment zal met hem worden onderhandeld over een nieuw contract. Martens krijgt wel nog een voorstel, maar hij moet bijna de helft inleveren. Ondertussen blijft de voorzitter solo slim spelen met spelers en makelaars zonder zijn TD hierbij te betrekken.

Achter de schermen gaat het ‘gearrangeer’ gewoon door. Ongeveer gelijktijdig met de komst van Dahan en Luzon vindt een vergadering plaats met de beleidsmakers van Standard, STVV, Ujpest én Tubeke over met welke spelers er tussen de verschillende clubs zal worden geschoven. Tubeke is in het verhaal gesukkeld via zijn sportief directeur Philippe Saint-Jean nadat die was benaderd door Roland Duchâtelet voor de opvolging van de ontslagen Ron Jans. Saint-Jean weigert, maar Duchâtelet is blijvend van hem gecharmeerd. Wanneer Tubeke naast de licentie dreigt te grijpen, schiet de Standardbaas de club met zo’n 420.000 euro te hulp. Vandaag is de relatie tussen beide partijen echter bekoeld. Tijdens de bewuste vergadering wordt van alle aanwezigen openheid van spelerscontracten gevraagd, maar Saint-Jean vindt dat te ver gaan. Hij beseft dat zijn club ten dode is opgeschreven zonder Duchâtelet, maar is tegelijk te veel sportman om in een van elke sportieve logica gespeend verhaal mee poppenkast te spelen. De vraag is hoelang hij die spagaat volhoudt.

Een andere vraag is welke de werkelijke sportieve ambities van STVV waren het afgelopen seizoen. En wat ze, gezien het geheime overleg met drie andere clubs, volgend seizoen zullen zijn. Belangrijk hierbij is dat Standard, zolang STVV in tweede klasse speelt, onbeperkt spelers kan stallen op Stayen. Tussen twee eersteklassers kan dat niet. Dan geldt er een beperking van drie huurspelers. Dat er in tweede klasse geen groepsverzekering moet worden betaald (zie Bulos en Iandoli), is ook meegenomen. Bovendien voelen het Grand Café en Hotel Stayen – sinds kort allebei volledig in handen van Duchâtelets bedrijf Staprix, dat STVV’er Luc Withofs uitkocht – het verschil tussen eerste en tweede klasse niet. Zo bekeken heeft Duchâtelet er dus geen enkel belang bij dat STVV weer naar eerste promoveert. Of het zou de hogere huurprijs moeten zijn die hij de club – via zijn vrouw Marieke Höfte – dan kan aanrekenen voor het gebruik van Stayen. Maar wat hij daarmee misloopt, weegt niet op tegen de meerwaarde die hij via zijn treintje op spelers tracht te realiseren.

Allergisch voor loonlast

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Even recapituleren. Roland Duchâtelet kocht Standard in juni 2011 voor een dikke dertig miljoen euro. Al tijdens zijn wittebroodsweken als eigenaar cashte hij op de verkoop van Mehdi Carcela, Steven Defour, Axel Witsel en Eliaquim Mangala. Samen goed voor dertig miljoen euro aan transferinkomsten, te verdelen onder Duchâtelet en Luciano D’Onofrio. Twee weken geleden keerde hij twintig miljoen euro uit als dividend aan de aandeelhouders, zijnde voor 99,8 procent me, myself and I. Geen toevallige timing, want op 1 juli 2013 wordt de belasting op dividenden verhoogd. Het moest dus even snel gaan. Daarmee is de aankoop van Standard al na minder dan twee jaar een nuloperatie voor Duchâtelet. Kan het mooier?

Jawel, het kan nog mooier. Dat hij zichzelf op twintig miljoen trakteerde na pas de populaire Mircea Rednic te hebben bedankt, kwam Duchâtelet vorige week op een stevige supportersopstand te staan. Om de Luikse achterban te paaien verklaarde hij zich bereid een overnemer voor de club te zoeken als Standard volgend seizoen niet binnen de top drie speelt. Moedig zo op het eerste gezicht, maar niet op het tweede. Nu al weet Duchâtelet dat elke euro uit zo’n verkoop pure winst voor hem is. Bovendien houdt hij Standard ook daarna nog in zijn greep, want ook al verkoopt hij de club, het patrimonium (stadion, gronden, academie) zal hij niet van de hand doen. Dat doet hij ook niet in Sint-Truiden. Zoals STVV zal ook Standard na een eventuele verkoop van zijn goodwill blijven afhangen.

Duchâtelets modus operandi draagt een herkenbaar stempel: hij koopt een club die in de problemen zit, wijst de stad erop dat hij hun club heeft gered, en dwingt vervolgens als tegenprestatie af dat hij de gronden rond het stadion goedkoop kan verwerven. Op die manier koopt hij een immobiliënproject waarin toevallig ook een voetbalclub speelt. Met die club probeert hij niet eens winst te maken. Break-even draaien is al lang goed. Daarom is het spelersverloop ook zo groot: omdat hij allergisch is voor loonlast. Daarom ook moesten Rednic en Brepoels wijken voor de nog goedkopere Luzon en Yannick Ferrera. Sportieve ambities zeggen Duchâtelet niets.

Champions League

Op één zaak verkeek hij zich wel. Met FC Ujpest dacht hij de kortste weg naar de Champions League – altijd goed voor de marktwaarde van een speler – te hebben gevonden. Club met traditie, zwak voetballand, weinig kosten: dat kon niet missen. En toch. Twee jaar op rij nu al werd in de rechterkolom gespeeld, ver van de prijzen. Een kleine tegenvaller, maar ook niet meer dan dat. Vanaf volgende maand geeft Roderick Duchâtelet zijn pendelbestaan tussen Boedapest en Antwerpen op en vestigt hij zich met vrouw en kinderen permanent in de Hongaarse hoofdstad. Want ondanks het sportieve gekwakkel blijft de overname commercieel een potentiële goudmijn. Het Szusza Ferencstadion ligt in een buitenwijk van Boedapest waar de prijzen van de gronden nog hoog gaan. En zoals we ondertussen weten, is het de Duchâtelets vooral daarom te doen.

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Duchâtelet heeft er geen enkel belang bij dat STVV weer naar eerste promoveert.

De aankoop van Standard is al na minder dan twee jaar een nuloperatie voor Duchâtelet.

Brepoels is lamgeslagen door de bemoeienissen van voorzitter Lammens.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content