Zondag speelde Marcin Wasilewski op Club mogelijk zijn laatste play-offwedstrijd voor Anderlecht. Tot dan was hij de meest besproken man bij paars-wit. Portret van een ruwe bonk die niemand onberoerd laat.

Anderlecht koopt een rechtsachter van het type Club Brugge’, luidt op 17 januari 2007 de opmerkelijke titel van een voetbalbericht. De naam Marcin Wasilewski is op dat moment amper bekend in België. Op 15 november 2006 zakt het Poolse elftal voor de laatste EK-kwalificatiewedstrijd naar België af en klopt er de Rode Duivels in eigen huis (0-1). Het was niet die avond dat Anderlecht Wasilewski opmerkte, zal manager Herman Van Holsbeeck benadrukken, maar voorzitter Roger Vanden Stock raakte in het Koning Boudewijnstadion wél flink onder de indruk van de speler over wie zijn club al tien scoutingrapporten had opgemaakt.

Anderlecht kwam Wasilewski op het spoor via een tip van Michel Thiry, de manager van Wasilewski. “Ik kende Van Holsbeeck niet,” zegt Thiry vanuit Polen, “maar ik las dat Anderlecht een rechtsachter zocht en nam contact met hem op.”

Thiry leerde Wasilewski kennen toen hij in 2000 manager van de Poolse tweedeklasser Slask Wroclaw was. Een paar jaar eerder, bij de junioren, was Wasilewski omgevormd van spits tot rechtsachter. Aan zijn jeugdige ervaringen in de voorhoede zal hij zijn drang naar voren overhouden. De Wasilewski van toen verschilde in zijn aanpak op het veld niet veel van de voetballer die hij nu nog steeds is, zegt Thiry: een die voor elke bal ging en al een sterke persoonlijkheid was.

Dankzij Zitka

Het seizoen 2006/07 start Anderlecht met Anthony Vanden Borre als rechtsachter, maar dat is geen succes, ook al omdat Vanden Borre tegen zijn zin op die positie speelt. Vooral in de Champions League ziet Anderlecht lacunes in de verdediging.

Anderlecht lijkt dan een Portugese rechtsachter te gaan halen. Van Holsbeeck: “Eerst wilden we Filipe, die qua profiel het best bij Anderlecht paste.” Maar Filipe is duur, Wasilewski is een pak goedkoper: minder dan één miljoen euro moet hij kosten. De doorslag geeft Wasilewski’s antwoord op een vraag van de Anderlechtmanager, zegt Thiry: “Van Holsbeeck vroeg of de speler bereid was om mee te gaan op het oefenkamp in La Manga, en voegde eraan toe dat hij het zou begrijpen als Wasilewski neen zou zeggen, want tenslotte was hij al twaalf keer international. Maar Marcin wilde graag mee. Dat overtuigde de mensen van Anderlecht.”

Op La Manga schrikt men als blijkt dat de verdediger alleen Pools spreekt. Gelukkig is er Daniel Zitka, die Pools kent en die Wasilewski voorbeeldig opvangt. Wasilewski zal er Zitka altijd dankbaar voor blijven.

Een ander probleem is de fysieke conditie van de speler, die al meer dan een maand niets meer gedaan heeft omdat de Poolse competitie vanaf begin december stilligt. Maar in het rood gaan doet Wasilewski zonder probleem. Zijn inzet is voorbeeldig en wanneer hij in een oefenmatch tegen Kaiserslautern start, verbaast hij iedereen door zijn tomeloze overgave. Na het trainingskamp tekent hij een contract voor drie jaar.

Uit Poolse hoek komen alleen maar complimenten.

Wlodek Lubanski, speler van de eeuw in Polen en op dat moment hulptrainer bij Lokeren, zegt: “Het is geen verfijnde speler, maar een vechterstype: goed in de rechtstreekse duels, kopbalsterk. In de CL kan hij meedraaien, zonder de uitblinker te zijn. Hij speelt altijd in dienst van de ploeg.”

Volgens toenmalig bondscoach van Polen Leo Beenhakker, die Wasilewski een plaats als titularis bezorgt, haalt Anderlecht “een fantastische teamspeler, met inzet en humor, ambitieus en leergierig, een die op vrije trappen geregeld scoort met het hoofd.”

Laatbloeier

Wanneer hij naar Brussel komt, is Wasilewski al 26, een laatbloeier. Dat komt niet omdat buitenlandse clubs hem tot dan over het hoofd hebben gezien, maar omdat hij tevoren onvoldoende ervaring had om de stap te zetten, zegt Thiry: “Hij heeft zich stap voor stap omhoog gewerkt: van tweede naar eerste klasse, later naar een Poolse topclub. Op zijn 21e heb ik eens gezegd dat ik hem een grote toekomst voorspelde. Dat zorgde meteen voor vette krantenkoppen en daar kwamen een aantal agenten op af die dachten dat er misschien een interessante transfer in zat. Maar daar was Wasilewski toen nog niet klaar voor. Anderlecht kwam precies op het juiste moment.”

Wat altijd helpt om de twijfelaars te overtuigen, is een sterk debuut. In die eerste competitiewedstrijden toont de Pool meteen alles wat zijn nieuwe club van hem verwacht: strijd in de duels en scorend vermogen op stilstaande fasen. Op het Kiel zorgt hij in de slotminuten voor een beslissende kopbalgoal op een vrije trap. Een week later maakt hij thuis tegen Westerlo de enige goal. In plaats van te lachen met zijn weinig verfijnde speelstijl klappen de opgeluchte Anderlechtfans dankbaar in de handen.

Een maand na zijn debuut troont dit blad Wasilewski mee naar Le Chapeau Blanc, een gezellige Anderlechtse brasserie. Wasilewski is in zijn nopjes, niet alleen omdat hij het eten lekker vindt, maar ook omdat de grote Lubanski mee aan tafel zit. Dat Lubanski Pools praat en dat meteen omzet in correct Nederlands, is dan weer een troef voor de reporters.

Op het veld maakt zijn tomeloze inzet hem populair bij de eigen aanhang, maar de buitenwacht én de clubleiding ergeren zich aan de vele spectaculaire overtredingen die hij begaat en de indrukwekkende kaartenlast die hij torst. Wasilewski wordt intern op het probleem aangesproken.

Mentale kracht

Bij de start van het seizoen 2009/10 lijken de problemen opgelost. In dit blad gaat Wasilewski tijdens een interview van ruim een uur (met behulp van een Poolse tolk) geen vraag uit de weg, ook niet over zijn omstreden steelstijl.

“In Polen speelde ik niet anders en toch had ik er geen slechte naam. Als ik zware fouten maak, doe ik dat niet opzettelijk. Ze zijn het gevolg van honderd procent inzet. Misschien speel ik fysieker dan anderen, het zit gewoon in mij, maar het is nooit mijn bedoeling iemand kwaad te doen of te blesseren. Weet u: ik heb niets cadeau gekregen in mijn loopbaan. Ik heb voor elke stap die ik hoger kon zetten, hard moeten werken.”

Eigen roem zoekt hij in Brussel niet: “Ik snap wel dat het geheel sterker wordt door individueel talent, maar zelf uitblinken interesseert me niet. Ik cijfer mezelf weg voor de ploeg. Anderlecht wist dat ik geen balvirtuoos was, maar iemand met een fysieke stijl.”

Het interview vindt plaats net na de interland die Polen op 12 augustus met 2-0 won van Griekenland, ruim twee weken voor Wasilewski aan het incident met Axel Witsel een dubbele beenbreuk overhoudt. Tijdens die interland was de verdediger op zijn sterkst, zegt Michel Thiry. “Die blessure heeft zijn ontwikkeling gestopt. Dat hij zou terugkeren, daar heb ik nooit in geloofd. Ik heb hem gezien in het ziekenhuis. Dat hij toch terugkwam, toont hoeveel fysieke en mentale kracht die man heeft. Dat is vooral zijn verdienste.”

Tijdens zijn revalidatie verbaast Wasilewski iedereen door telkens zijn pijngrens te verleggen. Niemand die gelooft dat hij ooit nog op het hoogste niveau zal voetballen. Wanneer hij op 8 mei 2010 tien minuten mag invallen tegen STVV lijkt dat een mooi afscheidsgeschenk aan het topvoetbal, zeker wanneer hij een paar maanden later, op 24 juli, voor de zesde keer onder het mes moet. Maar op 7 oktober start hij al een helft in een vriendschappelijke wedstrijd op Diegem, eind november valt hij in de slotfase van de thuismatch tegen Charleroi onder luid gejuich in en op 7 december speelt hij zijn eerste negentig minuten op het veld van Zulte Waregem.

Vandaag is Anderlecht maar wat blij dat het hem in de meest uitzichtloze dagen een contractverlenging tot 2013 gaf. Dat het tijdens de play-offs in beroep ging tegen een mogelijke schorsing is niet alleen uit principieel oogpunt, maar ook omdat de Pool op het veld nog steeds heel belangrijk is.

Persboycot

De persboycot die zijn ploegmaats tijdens de verplaatsing naar Standard afkondigen, toont – wat men er ook van denkt – nog eens hoe goed de Pool in de groep ligt. Club en technische staf hebben hun vraagtekens bij de actie, maar als er – terecht of niet – ook maar een vinger naar Wasyl wordt uitgestoken, veren zijn ploegmaats recht. Dat heeft te maken met het trauma dat de spelers die het drama met Witsel hebben meegemaakt opliepen, maar ook met de figuur van de Pool zelf, geen man van grote woorden, maar altijd in voor een practical joke.

“Marcin is een grappenmaker”, zegt Michel Thiry. Op de vraag hoe toenmalig ploegmaat Jonathan Legear reageerde toen Wasilewski en co zijn Smartautootje in een container stopten, kijkt de verdediger bij het interview in 2009 alsof hij het in Keulen hoort donderen. “Heb ik dat gedaan?” Wanneer de Anderlechtspelers gaan karten, heeft Guillaume Gillet – een fervent karter – zijn eigen helm meegenomen in een hoes. Tot Wasilewski opmerkt dat in de ontvangsthal enorme bolle kaarsen staan en prompt Gillets helm in de hoes vervangt door zo’n kaars. En als Gella Vandecaveye een judotraining geeft en nadien iemand zoekt die eens mag proberen om uit haar houdgreep te raken, schreeuwt de hele groep: ” Allee, Wasyl!” Maar ook Wasyl raakt niet op tijd los.

“Zonder woorden, dat zou een mooie titel zijn van een portret over hem”, zegt David Steegen, communicatiedirecteur bij Anderlecht. “Het is een modelprof, aan Wasyl zit geen afval. Die doet wat hem gevraagd wordt, het is een man uit één stuk.”

Een attente man ook. Toen de communicatieafdeling een mooie foto waarop hij juicht met ontbloot bovenlijf uitvergroot en aan hem schenkt, zegt hij gewoon dank u. Twee weken later stapt hij na de ereronde tegen Lokomotiv Moskou op Steegen af en geeft hem zijn wedstrijdtruitje. De volgende dag staat in het kantoor van de communicatieafdeling een fles Poolse likeur. Wasilewski ten voeten uit. Wanneer de Pool na zijn elleboogstoot tegen Peter Delorge intern op het matje geroepen wordt, protesteert hij niet. Hij beseft dat hij in de fout is gegaan en aanvaardt de gevolgen.

Uiteindelijk zit de man met het Club Bruggeprofiel al bijna zes jaar bij Anderlecht, onthoudt Michel Thiry bij alle commotie van de laatste weken. ” Thissen, Van Binst of De Groote waren toch ook geen typische Anderlechtspelers, maar zijn wél verdienstelijk geweest voor de club. De feiten zijn dat Anderlecht altijd naar vervangers voor hem heeft uitgekeken, maar dat hij altijd de strijd heeft gewonnen. Een jaar na zijn komst werd over Michal Zewlakov, die hem als rechtsback voorafging, niet meer gesproken. Later haalde men Rnic om het beter te doen, maar dat duel heeft Marcin gewonnen. Vervolgens was Gillet de nieuwe rechtsback, dit jaar werd Odoi gehaald, maar ik stel vast dat Marcin nog steeds speelt.”

Wasilewski won niet alleen de strijd tegen al zijn concurrenten, hij heeft ook belangrijke goals gemaakt, benadrukt zijn manager. In de 121 matchen die hij in zes jaar voor paars-wit speelde, scoorde hij als verdediger toch 20 keer. “Daarom verdient hij zijn plaats in de geschiedenis van deze club. Hij heeft zijn bijdrage geleverd, met zijn goeie kanten en met zijn gebreken, maar altijd vol overgave, met het teambelang voor ogen.”

Wlodek Lubanski: “Je kunt geen succes hebben met alleen maar mooie, technische voetballers in je ploeg. Je hebt ook karakterspelers nodig. Met allemaal Lubanski’s red je het niet.”

DOOR GEERT FOUTRÉ – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Met allemaal Lubanski’s in je ploeg red je het niet.” Wlodek Lubanski

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content