Voor het eerst in tien jaar wordt er bij T-Mobile niet over de eindzege in de Tour gepraat. Imago is belangrijker dan winnen en daar wil kersvers manager Bob Stapleton heel ver in gaan.

De Ronde van Lombardije is voor de meeste wielerprofs het eindpunt van een lang en slopend seizoen, de wedstrijd waarna de fiets een paar weken aan de kant kan en ze ongestoord wat tijd met vrouw en kind kunnen doorbrengen. Niet zo voor de renners die volgend jaar in de magenta outfit van T-Mobile rondrijden. Bij de Duitse ploeg moest er meteen na de laatste Pro Tourwedstrijd van het seizoen aan teambuilding gedaan worden. Vier dagen lang werd er in het Zwitserse Lugano met touwen gesjord, over rotsen geklommen, geworkshopt rond sportvoeding en gediscussieerd over trainings- en wedstrijdschema’s.

Met de extreem vroege timing van de bijeenkomst wilde Bob Stapleton, de nieuwe algemeen manager van de wielerploeg, de neuzen binnen T-Mobile weer in dezelfde richting krijgen na het Ullrichdebacle en de paleisrevolutie die daarop volgde. Nog tijdens de Tour kregen Oscar Sevilla, Jan Ullrich en Rudy Pevenage de bons wegens hun vermoedelijke betrokkenheid in de zaak- Fuentes. Vlak na de Tour volgde dan de defenestratie van algemeen manager Olaf Ludwig, die pas op 1 januari 2006 de Pro Tourlicentie en structuur van T-Mobile had overgenomen van Walter Godefroot. “Radicaal verschillende meningen over de toekomstige strategie van T-Mobile en de afhandeling van het dopingprobleem”, zo luidde de officiële uitleg in de hoofdzetel in Bonn.

Volgens Der Spiegel lag het gebrek aan organisatietalent van Ludwig aan de basis van zijn ontslag. De renners zouden na het voorjaar een brief geschreven hebben naar de sponsor waarin ze de leiderschapsstijl van Ludwig hekelden. Ze beklaagden zich over het feit dat ze lange verplaatsingen met de wagen moesten doen in plaats van met het vliegtuig, waardoor ze vermoeid aan de start van wedstrijden verschenen. De verantwoordelijken bij T-Mobile zouden toen al geprobeerd hebben om Bob Stapleton in het team te manoeuvreren, maar Ludwig weigerde alle samenwerking met de man. Toen Ludwig tijdens de dramatische onthullingen vlak voor en tijdens de Tour op twee gedachten bleef hinken en Ullrich niet resoluut de deur wees, was zijn doodvonnis volgens Der Spiegel getekend.

Voormalig T-Mobilemanager Walter Godefroot etaleert in Sport/Wielermagazine een lichtjes andere visie. “Olaf Ludwig heeft nooit een kans gekregen. Zijn lot was al bezegeld voor hij goed en wel in die job stapte. De machtsgreep was toen al begonnen.” In het zog van Olaf Ludwig vloog ook sportdirecteur Mario Kummer aan de deur. Kummer, jarenlang de rechterhand van Walter Godefroot, zou tijdens de Tour slechte tactische beslissingen hebben genomen, waardoor Andreas Klöden naar eigen zeggen de Tour verloor.

Californische ochtendzon

Begin augustus nam Bob Stapleton het roer van het zinkende schip genaamd T-Mobile in handen. De 48-jarige Amerikaan leidde sinds 2005 het vrouwenteam van T-Mobile en kwam geregeld met vips naar de Tour. Puur als hobby, want voor het geld hoeft Stapleton het al lang niet meer te doen. Als een van de pioniers van de mobiele telefonie in de VS richtte hij jaren geleden Voicestream Wireless op. In mei 2001 kocht T-Mobile het bedrijf voor 35 miljard euro en werd Stapleton op slag multimiljonair.

Stapleton is een zakenman die pas zeven jaar geleden gebeten werd door de wielermicrobe. Aan zijn engagement valt niet te twijfelen – tijdens het wielerseizoen zal Stapleton zijn ruime woonst en drie kinderen in Californië verruilen voor een krap appartement in Bonn – maar de geplogenheden van het wereldje gaan vooralsnog aan hem voorbij. Daarom laat hij zich bijstaan door Rolf Aldag, die de sportieve leiding van T-Mobile op zich zal nemen. Tijdens zijn vijftien jaar lange carrière, waarvan dertien jaar bij Telekom en later T-Mobile, reed Aldag voornamelijk in dienst van renners als Ullrich en Zabel.

De nu 37-jarige Aldag moet de ziel van het nieuwe T-Mobileproject worden, terwijl Stapleton het hoofd is. Uren per dag telefoneerden de twee de afgelopen maanden met elkaar, de een in de Californische ochtendzon, de ander in de Duitse avondschemering omwille van het tijdsverschil. Aan gespreksonderwerpen geen gebrek. Eerst en vooral moest het compleet onthoofde en door mekaar geschudde team heropgebouwd worden. Stapleton en Aldag beslisten om de meeste verzorgers, mecaniciens en logistieke krachten te behouden om toch enige continuïteit te verzekeren. Ploegleider Frans Van Looy moest vertrekken, Valerio Piva en Brian Holm mochten blijven. “Ik ken Brian Holm persoonlijk”, zegt Stapleton. “Ik heb veel vertrouwen in hem. Het is een harde. Hij overwon kanker, dus hij heeft een brede visie op het leven. Zijn tussenkomsten kunnen heftig zijn, maar hij steunt zijn renners altijd. Voor Valerio Piva heb ik veel respect. Hij is gepassioneerd en erg ervaren.” Sportdirecteur Jan Schaffrath keert na een jaartje bij Team Milram terug naar T-Mobile. Om de ploegleiding te vervolledigen werd de nog tamelijk onervaren Alan Peiper weggehaald bij Davitamon-Lotto en kwam Tristan Hoffman van CSC.

Mindere goden

Het duo Stapleton-Aldag ging ook met de grove borstel door het rennersbestand. In het zog van Jan Ullrich moesten ook Matthias Kessler en Steffen Wesemann opkrassen. Zij maakten er geen geheim van dat ze nog regelmatig contact hadden met Ullrich en uitten publiek hun ongenoegen over de manier waarop hun vriend door T-Mobile behandeld was. De tijd van de vedetten en bijbehorende privileges is definitief voorbij, zoveel is duidelijk. Waar Jan Ullrich het ooit bestond een privésportdirecteur (Rudy Pevenage), een privéverzorger ( Birgit Krohm) en een privémecanicien (zijn broer Stefan) te eisen, is vanaf nu iedereen gelijk voor de wet bij T-Mobile.

Ook wie ooit van ver of dichtbij met doping te maken had, mocht beschikken. Zo Jörg Ludewig, die acht jaar geleden de fout maakte een brief te schrijven waarin hij informeerde naar de aankoop van dopingproducten. Hoewel achteraf nooit bewezen werd dat hij ooit doping gebruikte, was de brief voor T-Mobile nu plots reden genoeg om hem na de Tour niet meer op te stellen en zijn contract niet te verlengen. Ook Eddy Mazzoleni, die in 2004 kort door Saeco werd geschorst na een inval in de Giro, kon op zoek naar een andere werkgever. Pikant detail overigens : Mazzoleni trouwt binnenkort met de zus van Ivan Basso.

Aan Andreas Klöden, nochtans ook goed bevriend met Jan Ullrich, deden Aldag en Stapleton wél een genereus contractvoorstel, maar hij wilde of kon de druk van het kopmanschap niet dragen en koos voor een rol in de schaduw van Alexandre Vinokourov bij Astana. Al zal de keuze van Klöden mede bepaald zijn door het feit dat hij bij Astana sowieso meer dan een miljoen euro per jaar opstrijkt, terwijl T-Mobile hem een prestatiegericht contract wilde doen tekenen. Niet echt in de kaart van de wisselvallige Klöden.

In de afgelopen twee maanden gingen Stapleton en Aldag naarstig op zoek naar renners om de gaten in hun T-Mobileteam nieuwe stijl op te vullen. Dat bleek geen eenvoudige klus. Het duo sprak met meer dan honderd renners, en deed concrete voorstellen aan vijftig á zestig onder hen. Dertien nieuwe namen vervoegden uiteindelijk de gelederen. Onder hen Servais Knaven, die weg wou bij Quick-Step nadat hij de Tour en de Ronde van Vlaanderen aan zich zag voorbijgaan, en de Italiaanse kampioen tijdrijden van 2005 Marco Pinotti. Nadat Erik Zabel twee jaar geleden vertrok wegens onvoldoende steun, trekt T-Mobile opnieuw twee spurttalenten aan : beloftewereldkampioen Gerald Ciolek en de Oostenrijker Bernhard Eisel van Française des Jeux. Ex-Phonakkers Bert Grabsch en Axel Merckx kregen onderdak. Van CSC kwam hardrijder Jacob Piil over, van Discovery Channel Michael Barry en Roger Hammond.

Wie de nieuwe namen leest, kan er moeilijk omheen : T-Mobile zal het volgend jaar met veel mindere goden moeten doen dan het afgelopen decennium. Het team bestaat uit een bont allegaartje van veertien verschillende nationaliteiten waar geen echte lijn in terug te vinden is. Voor de grote eendagswedstrijden beschikt het over weinig echte afwerkers en door het vertrek van Klöden heeft T-Mobile voor het eerst in een decennium geen kandidaat-Tourwinnaar in de rangen. Michael Rogers is hoogstens goed genoeg voor een podiumplaats, Patrik Sinkewitz en Linus Gerdeman zijn wissels op de toekomst, maar moeten nog groeien.

Gevraagd naar de doelen die hij met de nieuwe ploeg wil bereiken, blijft Stapleton bijzonder vaag : “We moeten op zo veel mogelijk vlakken competitief zijn. Veel mensen focussen zich op de Tour, maar er is ook veel publieke interesse voor de volledige kalender. Ik denk dat het belangrijk is om een heel seizoen competitief te zijn. We willen een heel seizoen belangrijk zijn en we willen rijden in alle wedstrijden in de landen waar T-Mobile zaken doet. We hebben een goed team voor de klassiekers, veel beter dan iedereen denkt. Los daarvan willen we ook een rol spelen in de Tour en de andere grote rondes.” Gaan ze daar dan voor ritzeges of voor de eindoverwinning ? “Je kiest je kaarten zorgvuldig en kan in iedere richting gaan”, klinkt het cryptisch.

Veel concreter wordt Stapleton wanneer hem gevraagd wordt waarom hij geen nieuwe grote naam binnenhaalde met het oog op de Tour. “Ik zie geen zuivere kandidaat-Tourwinnaar op de markt”, zegt de Amerikaan in de Süddeutsche Zeitung. Als hij echt gewild had, had hij Alejandro Valverde kunnen binnenhalen, maar “ook rond hem doen er veel geruchten de ronde.” De boodschap is duidelijk : liever helemaal geen overwinningen dan overwinningen met een geurtje. Imago is alles, winnen slechts bijzaak.

Prikjes in het oor

T-Mobile kiest met deze drastische koerswijziging niet voor de weg van de minste weerstand. Veel gemakkelijker was het geweest om het team volledig op te doeken – de Pro Tourlicentie, en daarmee ook de meeste contracten, liep immers af in 2006. Toch vroeg en kreeg het bedrijf een licentie tot 2010. Woordvoerder Christian Frommert legt uit waarom : “Wij engageren ons als bedrijf voor veilig fietsverkeer, bijvoorbeeld voor kinderhelmen. We sponsoren wedstrijden voor amateurfietsers, we hebben een mountainbiketeam en een vrouwenploeg. Ons profteam is het topje van een hele piramide. We brengen ieder jaar zevenhonderd gasten naar de Tour. In vijftien jaar tijd is de wielersport vergroeid met het bedrijf, Telekom heeft wielrennen in Duitsland groot gemaakt. Alles hangt samen, dat kan je niet zomaar opgeven. Niet zonder minstens geprobeerd te hebben het anders te doen.”

En daar komt Bob Stapleton weer in beeld. Zijn visie op doping in de wielrennerij is duidelijk. “Ik vertrouw niemand voor honderd procent”, zegt hij in de Süddeutsche Zeitung, “en de mensen die ik vertrouw, zijn op één hand te tellen.” En dan slaat hij de nagel pal op de kop : “De wielersport heeft haar eigen realiteit, ze leeft in een soort parallelwereld. Renners geloven dat ze niks verkeerds doen, want ze raken vermoeid en horen dat kennelijk iedereen toch hetzelfde doet.”

De enige manier om doping uit je team te weren is verregaande controle. En dat is precies wat Stapleton van plan is. T-Mobile zal voortaan een beroep doen op een hele rist externe specialisten. Zo is er sportwetenschapper Sebastian Weber, die alle trainingsgegevens van de renners zal controleren aan de hand van de software TrainingPeaks. Daarmee zetten de renners alle gegevens uit hun fietscomputer rechtstreeks op een (gesloten) website, waardoor hun vorderingen en prestaties permanent gecontroleerd kunnen worden. Wie wil, krijgt dagelijks trainingsschema’s en advies van de ploeg. Renners mogen zich nog steeds door een persoonlijke trainer laten begeleiden, op voorwaarde dat de ploeg rechtstreeks contact kan hebben met die persoon. Trainers met een twijfelachtige reputatie worden geweerd, zo mochten Sinkewitz en Rogers al ondervinden, die beiden hun samenwerking met Michele Ferrari moesten stopzetten.

Elk lid van T-Mobile moet zich op regelmatige basis laten testen bij professor Walter Schmidt van de universiteit van Bayreuth, die een methode heeft ontwikkeld om autogene bloedtransfusies op te sporen. Via een ademtest en bloedprikjes in het oor wordt het exacte bloedvolume van een renner bepaald. Indien in de loop van het seizoen het volume te veel schommelt, wijst dit op transfusies met eigen bloed. Een dergelijke test kan niet door de UCI gebruikt worden omdat het om indirect bewijs gaat en dit kan worden aangevochten in de rechtbank, maar wie binnen T-Mobile faalt voor deze test, gaat eruit.

Als stok achter de deur werd er in ieder contract een cashback-clausule opgenomen. De redenering is even simpel als effectief : renners die zich doperen, moeten een deel van hun verdiende loon terugbetalen. Het zit de heren bij T-Mobile namelijk erg hoog dat Jan Ullrich jarenlang miljoenen opstreek en dat hij die allemaal mag houden terwijl zij met een beschadigd imago achterblijven.

Nog uit het verleden met Jan Ullrich, die op den duur nog amper contact had met de ploegleiding, trok Stapleton de les dat een persoonlijke omgang met de renners belangrijk is. Daarom kreeg iedere ploegleider een aantal renners toegewezen die hij persoonlijk begeleidt. Met iedere renner werd in Lugano een persoonlijk wedstrijd- en trainingsprogramma opgesteld, aangepast aan hun eigen doelen en objectieven.

Bob Stapleton heeft zichzelf twee jaar de tijd gegeven om de naam van T-Mobile te zuiveren en het drama Ullrich te doen vergeten. Twee jaar om zichzelf terug te vinden in een gewijzigd wielerlandschap. Áls het wielerwereldje verandert, tenminste. Wat als alles blijft zoals voorheen ? “Wanneer alles zoals vroeger blijft,” zucht Stapleton, “dan wordt het voor ons zeer moeilijk.”

LOES GEUENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content