MARC HENDRIKX

© BELGAIMAGE

Hoe het gaat met Marc Hendrikx? Druk, druk, druk! De gewezen flankspeler combineert tegenwoordig liefst vier jobs. Het voetbal volgt hij nog op de voet. ‘Negen van de tien matchen die ik bekijk, zijn saai.’

Marc Hendrikx (42) debuteerde in 1992 op achttienjarige leeftijd bij neo-eersteklasser Lommel als prof. Vijfentwintig jaar later en op zo’n twintig kilometer van de Gestelsedijk bouwt de sympathieke Limburger zijn tweede carrière uit. In een fraai gerenoveerd gebouw in Ham coördineert hij IT-bedrijven GOit en GOdevelop en is hij bezig met de elektrische fietsen van Jools e-bikes. Nochtans probeerde Hendrikx het meteen na zijn voetbalpensioen in de wereld waarin hij jaren vertoefd had. Als zaakwaarnemer transfereerde de Limburger Eupenspelers Jerôme Colinet en Alessandro Iandoli naar respectievelijk Lommel en STVV. ‘Ik heb er even van geproefd, maar als je het spel in die job niet bikkelhard wil spelen, stop je er beter mee.’

En dus gooide Hendrikx het over een compleet andere boeg, al was de stap naar de IT-wereld logisch voor de man die ingenieursstudies deed: ‘IT is al sinds mijn jeugd een van mijn hobby’s. Jools e-bikes is een ander verhaal. Ik deed vroeger wel veel aan mountainbike, maar Jools was vooral een opportuniteit: de vraag naar elektrische fietsen in ons land is enorm. In mijn bedrijf stuur ik voornamelijk aan: ik zoek wat de markt nodig heeft en zorg ervoor dat mijn twintig werknemers met veel goesting komen werken.’ De oud-speler van onder meer Genk en Anderlecht ziet op dat vlak parallellen met de voetbalwereld: ‘De werkvloer beschouw ik als een voetbalkleedkamer. Ik ben de kapitein die voelt welke sfeer er hangt en waar ik moet bijsturen opdat het geheel goed functioneert.’

Als zaakvoerder heeft de vijftienvoudige Rode Duivel bijna nooit contact met mensen uit de voetbalwereld, al komt daar ooit misschien verandering in. ‘Wij automatiseren en optimaliseren processen en kunnen dus in diverse sectoren van nut zijn. Dankzij een eenvoudig programma losten we bijvoorbeeld het parkeerkaartprobleem bij basketbalclub Limburg United op. En binnenkort lanceren we PUUNTO, onze eigen businesssoftware’, vertelt Hendrikx trots.

TOPPERS

Hendrikx haalt aan dat bijna al zijn klanten hem kennen als voetballer: ‘Dat breekt het ijs wat sneller, al opent mijn naam geen extra deuren.’ Maar dat die naam bij velen een belletje doet rinkelen, is logisch. De Limburger won bij Genk twee bekers en een titel en speelde met Anderlecht in de Champions League en werd er ook een keer kampioen. Zijn ogen fonkelen als die glorieperiode ter sprake komt. ‘Ik koester die momenten. Ik zeg altijd dat het mooiste schilderij aan mijn muur er eentje van mijn voetbalcarrière is.’

Hendrikx beleefde veel topmomenten, maar voor hem springt er geen enkel uit. ‘De hele periode bij Genk én Anderlecht was geweldig’, lacht hij. Bij de Limburgers maakte hij deel uit van de legendarische ploeg van coach Aimé Anthuenis, met onder meer Branko Strupar en Souleymane Oulare. ‘Toen ik er in 1996 arriveerde, speelden we in het verouderde Thyl Gheyselinckstadion. Vijf jaar later verliet ik een mooie voetbaltempel (de huidige Luminus Arena, toen Fenixstadion, nvdr). Daarin hadden de spelers een groot aandeel, want in een club draait alles om wat er tussen de vier lijnen gebeurt. Dat lijken veel clubs ondertussen vergeten te zijn.’

Het brengt ons bij de vierde job van de gewezen stoomtrein: huisanalist van Het Belang van Limburg. De loftrompet heeft hij voor die functie weinig nodig: ‘Negen van de tien matchen die ik bekijk, zijn saai. Het publiek beleeft er geen plezier aan. Elke eersteklasser zou de wedstrijden moeten bekijken die Genk eind jaren 90 speelde. Wij kropen na negentig minuten van het veld. De mentaliteit en overgave waarmee wij matchen wonnen, zie ik nu nog zelden.’ Al beweert Hendrikx niet dat het voetbal destijds per definitie beter was: ‘Maar het publiek had wel altijd iets gezien. Kijk naar de Premier League: Burnley en Hull City serveren geen champagnevoetbal, maar die spelers geven constant vol gas en boeien zo de fans.’

WANDELTRAINING

Op het cv van de sympathieke Limburger prijken niet alleen titels en bekers. Er waren ook eerder anonieme passages bij Lokeren en Germinal Beerschot en Hendrikx degradeerde zelfs tweemaal: met STVV en – in zijn laatste profseizoen – Eupen. De Oostkantonners wisselden in 2010/11 drie keer van coach, maar dat hielp niet. Eziolino Capuano was een van hen. De flamboyante Italiaan was nog geen maand T1 aan de Kehrweg, maar bleef Hendrikx wel bij: ‘Zijn oefenstof druiste compleet in tegen het medische aspect. Hij gaf veel wandeltrainingen. Lopen is voor tijdens de match, zei hij. Maar al snel raakte iedereen geblesseerd, behalve degenen die zoals ik individueel extra trainden. Boslopen doen, bijvoorbeeld.’

Een gebrek aan trainingsarbeid doet de Limburger ook terugdenken aan enkele oud-collega’s. ‘Als er ex-ploegmaten ter sprake komen, flitsen altijd namen door mijn hoofd van spelers die veel te weinig deden met hun gigantische talent. Alin Stoica, Walter Baseggio, … Allicht vinden ze het nu zeer jammer dat ze niet altijd even professioneel waren. (stopt even) Enfin, eigenlijk hoop ik dat ze dat niet beseffen, want anders weten ze wat ze hadden kunnen bereiken. Da’s veel erger.’

Het is een bedenking die Hendrikx niet maakt over zijn eigen carrière. Ook niet over het WK van 2002, toen hij in laatste instantie afviel vooraleer de Duivels naar Zuid-Korea en Japan trokken. ‘Ik kon mij vinden in de uitleg van bondscoach Robert Waseige, al had ik natuurlijk graag op dat WK gestaan. Maar twee jaar eerder speelde ik op het EK in eigen land. Da’s toch ook mooi, niet?’

DOOR PHILIPPE CROLS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘De werkvloer beschouw ik als een voetbalkleedkamer. Ik ben de kapitein die bijstuurt waar nodig.’ MARC HENDRIKX

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content