Geboorteplaats en -datum?

Bornem, 20 juni 1965.

Welke sporten beoefen je zelf?

Ik ga occasioneel joggen, maar dat is puur met het oog op mijn belangrijkste sportieve hobby. Ik wil namelijk zo veel mogelijk kilo’s kwijt zijn vooraleer ik ga klimmen. Op mijn palmares staan onder meer expedities naar de Elbroes, de hoogste berg van Europa, en de Aconcagua, de hoogste top buiten de Himalaya. Terwijl je aan het klimmen bent, maak je je hoofd echt volledig leeg. Het leven op grote hoogte is namelijk heel eenvoudig, want er is maar één iets waaraan je moet denken: zorgen dat je niet naar beneden valt. Ik klim intussen een tiental jaren. Eigenlijk ben ik erin gerold door Tsjechische vrienden van mij die ook fervente klimmers zijn. Om me voor te bereiden ging ik vroeger zelfs in een oude vleugel van het ziekenhuis de trappen op en af met een gepakte rugzak. ( lacht)

Welke sporten volg je passief?

Voor de belangrijke koersen zoals Parijs-Roubaix en de Ronde ga ik zeker in mijn zetel zitten en ook een leuke voetbalwedstrijd kan mij boeien. Vanuit nostalgische overwegingen heb ik nog steeds een boontje voor derdeklasser Rupel-Boom. Toen Boom in de jaren zeventig van eerste klasse mocht proeven, ging ik met mijn vader en broer kijken. Ik heb er onvergetelijke wedstrijden tegen Anderlecht en Standard gezien. Niet te vergelijken met de sfeer die je vandaag ervaart als je in de loges, en dus achter glas, naar een wedstrijd van bijvoorbeeld Anderlecht gaat kijken.

Had je vroeger of nu sportidolen?

Wilfried Van Moer, waarschijnlijk omdat hij net als ik niet van de grootste is. ( lacht) En zoals iedereen keek ik op naar Eddy Merckx. Je zette de tv aan en negen van de tien keer reed hij voorop in de koers.

Is de ruzie met Michel D’Hooghe al bijgelegd?

Ik draag meneer D’Hooghe zeker geen kwaad hart toe. Hij doet waarin hij gelooft. Ik kan me inbeelden dat een dokter die al zijn hele leven in de voetbalwereld meedraait, een andere kijk heeft op bepaalde dingen. In mijn eerste reactie was ik ontstemd dat een aantal spelers van topclubs het vaccin hadden gekregen, terwijl de risicogroepen eigenlijk nog voorrang hadden. Maar achteraf bekeken is dat wel de beste reclame voor vaccinatie geweest. Veel mensen zullen gedacht hebben dat het eigenlijk wel héél goede vaccins geweest moeten zijn als voetbalploegen bedrog plegen om ze te pakken te krijgen …

Bregt Vermeulen