Waar heb je Jeannick leren kennen ?

“In Maaseik, acht jaar geleden. Wij hadden gemeenschappelijke vrienden, maar ik kende haar niet. Tot we met de hele vriendengroep gingen schaatsen. Omdat ik lang op voorhand wist dat we naar de schaatsbaan zouden trekken, ben ik vooraf gaan oefenen zodat ik mijn vrienden kon verrassen. Toen we uiteindelijk op de schaatsbaan kwamen, keek iedereen raar op dat ik ineens zo goed was. Vooruit, achteruit, pirouettes, het maakte niet uit.”

Ga je nu nog vaak schaatsen ?

“Neen, ik heb enkele jaren geleden last gekregen van mijn knieën, ik moet daar dus extra voorzichtig mee zijn. Ik heb wel nog een tijdje in-lineskating gedaan, daar zelfs af en toe les in gegeven.”

Heb je een diploma ?

“Ja, ik ben regent Lichamelijke Opvoeding. Alles wat met sport of het lichaam te maken heeft, boeit me. Anatomie was een van mijn lievelingsvakken op de hogeschool.”

Je hebt nog een jaar lesgegeven ?

“Ja, in het Buitengewoon Secundair Onderwijs. Ik vond het eigenlijk wel fijn, die kinderen zijn doorgaans heel rechtuit. Voor hen is alles competitie, alles wat met kracht en snelheid te maken heeft, doen ze graag. Als ik in de kleedkamer met hen over auto’s praatte, had ik ze meteen mee.”

Hoe ziet de wedstrijddag er voor jou uit ?

“Ik sta rond 11 uur op, dan ontbijt ik snel, daarna rijden we apart naar mijn ouders om te gaan middageten, zodat Jeannick na het eten kan doen wat zij wil en ik kan terugkeren naar huis. Hier leg ik mij dan twee uurtjes in bed en vlak voor de wedstrijd rijd ik naar het kerkske van Heppeneert. Ik heb het nodig om mij daar een half uurtje te bezinnen en tot rust te komen. In de wagen zet ik meestal de cd op van Janse Bagge Band, een groepje uit Maastricht dat in het typische Limburgse dialect zingt. Een soort carnavalsmuziek.”

Is de gitaar die in de woonkamer staat louter decoratief ?

“Nee. Vier jaar geleden, toen ik net bij Westerlo getekend had, kocht ik deze akoestische gitaar. Ik was een paar maanden als profvoetballer bezig en het ambeteerde mij dat ik louter fysieke inspanningen deed. Jeannick en ik woonden toen op een klein appartement in Hasselt en als ik thuiskwam van training lag ik voor de televisie of speelde ik op de Playstation. Ik had het gevoel dat mijn verstand afstompte. Dus begon ik gitaar te spelen. Ik ben volledig autodidact, ik haalde akkoorden van het internet en speelde die na. ‘Het is een nacht’ van Guus Meeuwis was het eerste liedje dat ik kon.”

Welke muziek hoor je graag ?

“Eigenlijk alles. Kleinkunst, zoals Boudewijn De Groot, maar ik luister evenzeer naar een streepje hardrock of housemuziek. In mijn auto ligt tegenwoordig ook een cd van John Denver. Af en toe pik ik een concertje mee, vorig jaar nog de Counting Crows in Brussel.”

Nog andere hobby’s buiten muziek ?

“Daar is nu niet veel tijd meer voor. We zijn net verhuisd naar dit huis, waar vroeger mijn grootmoeder woonde, en hier valt altijd wel iets te doen. Jeannick en ik kochten een bouwgrond in de buurt, maar we zijn niet gehaast.”

Je woont op de grens met Nederland. Belgen en Nederlanders leven hier door elkaar ?

“Mijn vader is Nederlander en ik was dat tot mijn veertiende ook. Toen heb ik de Belgische nationaliteit verkregen. In feite is er weinig verschil tussen een Nederlandse en een Belgische Limburger. Ik heb ook geen roots in Nederland, ik supporter wel voor hun nationale ploeg.”

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content