De kenners zijn het er over eens. Wie zondag Mario De Clercq klopt, wordt Belgisch kampioen veldrijden.

Een Belgisch kampioenschap veldrijden winnen, is de laatste jaren even moeilijk geworden dan een wereldkampioenschap. De Belgische, zeg maar Vlaamse top, maakt ook de wereldtop uit. De tricolore en de regenboogtrui gingen de voorbije twee seizoenen ook telkens naar dezelfde man. De ondertussen zesendertigjarige – hij is daarmee veruit de oudste renner van het lot – Mario De Clercq is ook ditmaal dé topfavoriet als het pak zondag in Wielsbeke van het tapijt het veld induikt. Daar zijn bondscoach Rudy De Bie, concurrent Ewin Vervecken en Marc Janssens, gewezen ploegmaat van De Clercq en nu co-commentator bij VTM, het roerend over eens.

Rudy De Bie : ‘Hij verteert het grote aantal crossen beter’

“Mario is dé man van de kampioenschappen. Hij werkt toe naar een piekperiode en het lukt hem dit jaar blijkwaar opnieuw om de topvorm te pakken op het moment dat hij het nodig acht. Dat is de ervaring. Hij verteert ook heel goed het grote aantal wedstrijden dat er momenteel voor de crossers op het programma staat. Mario overleeft die opeenvolging veel beter dan de anderen, die daar nog te jong voor zijn. Hij heeft het zelfs nodig om veel te crossen. Hij beschouwt het als een kleine ronde, een meerdaagse op de weg. Je ziet ook dat veel wegrenners in betere conditie uit een etappewedstrijd komen en dat principe past Mario ook toe.

“Ik denk niet dat hij zich in het begin van het seizoen bewust spaart. Het is dan gewoon een kwestie van niet beter kunnen. Hij heeft nood aan een inrijperiode. Een nadeel de laatste weken voor het kampioenschap betekenden wel de zware omlopen. Elke dag de modder in combinatie met de koude : dat vreet aan het gestel, vormt een groot gevaar om ziek te worden. Maar dat geldt uiteraard niet alleen voor Mario De Clercq.

“Voor mij blijft Mario de favoriet voor de Belgische titel. Maar de manier waarop Sven Nijs rondreed en -sprong in Loenhout en Baal, maakt van hem een kwade klant. Een nadeel voor Sven vormt dat hij altijd veel energie, vooral mentale, steekt in de klassementen voor de wereldbeker en de superprestige. Als ze de truien uitdelen, denkt Sven toch ook : shit, volgend jaar komt die andere er toch maar weer mee aan de start . Terwijl hij, op één keer na, altijd met zijn merkentrui bleef rondrijden. Het heeft toch niet dezelfde uitstraling. Sven Nijs wordt door velen beschouwd als de beste crosser, maar hij kan er niet mee naar buiten komen, want hij kan die status niet presenteren met een trui.

“Op een kampioenschap wordt altijd net iets anders gereden. De renners komen met een ander gevoel aan de start. In die wedstrijd telt maar één plaats. In andere crossen is de tweede en de derde vaak ook nog tevreden, in een kampioenschap meestal niet.

“Er is veel te doen geweest over het parcours, maar de weersomstandigheden de laatste dagen voor en de dag van het kampioenschap kunnen een rol spelen. De regenval van vorige week maakte alvast dat de omloop, die gedeeltelijk vlak naast een vijver ligt, er erg drassig bijlag. Maar het mag erbij liggen zoals het wil, Mario zal het altijd aankunnen. Mocht het vriezen, dan is het parcours supersnel en lijkt hij bijna onklopbaar.”

Erwin Vervecken : ‘Een kwestie van zelfvertrouwen’

“Ik ben zelf wat ze noemen een kampioenschapsrenner, omdat ik me ook altijd kan focussen op die wedstrijden. Die vlieger gaat ook op voor Mario De Clercq. Als hij zich concentreert op een bepaalde cross en zich kan vastbijten in een wiel, is hij heel moeilijk te kloppen. Op een kampioenschap haalt hij een beter niveau dan in andere wedstrijden, terwijl zijn grootste concurrenten, en dan denk ik in de eerste plaats aan Sven Nijs, dan vaak last hebben van faalangst. Het gaat er niet zozeer om je seizoen in te delen – dat is een kwestie van bioritme – maar om zelfvertrouwen.

“Veel rijden, is volgens mij nooit een voordeel. Mario kan er blijkbaar tegen en het brengt goed op, hé. Ik heb noodgedwongen gesnoeid in mijn programma, omdat ik niet anders kon door de problemen met mijn gezondheid. Anders zou ik ook meer wedstrijden afhaspelen, hoor. Maar je moet het kunnen, niet alléén fysiek, ook mentaal.

“Wat ik van mezelf verwacht ? Tja, wat kan ik ervan zeggen. Ik recupereer niet goed en krijg het de laatste twee, drie rondes heel lastig. Ik hoop vooral dat ik via een goeie prestatie in Wielsbeke een WK-ticket kan behalen. Ik heb al dertien WK’s gereden, er nog geen enkel gemist. Ik vond het al pijnlijk genoeg dat ik de selectie voor de wereldbekerwedstrijd vorige week zondag niet haalde.

“De gebruikelijke namen zullen ook nu weer de dienst uitmaken : Bart Wellens, Ben Berden, die momenteel goed is, en Sven Nijs zullen de grootste concurrenten worden van Mario De Clercq. Sven Nijs rijdt altijd goed, maar – laat ons eerlijk zijn – zijn palmares op kampioenschappen oogt mager in vergelijking met het grote aantal overwinningen dat hij al boekte in wereldbeker -en superprestigecrossen. Hij werd één keer Belgisch kampioen. En dan nog omdat ik in de laatste 100 meter viel ( grijnst).

Marc Janssens : ‘Wielsbeke als extra stimulans’

“Als je Mario De Clercq de laatste weken bezig zag, weet je genoeg. Hij heeft veel ervaring op de weg, heeft zelfs de Tour gereden, wat er volgens mij voor zal zorgen dat hij het beste uit de voorbije drukke weken zal komen. Een kampioenschap in Wielsbeke, een beetje in zijn buurt, in de buurt van de sponsors : het kan alleen maar een extra stimulans betekenen voor Mario. De weersomstandigheden kunnen het parcours een heel andere dimensie geven. Maar hoe het parcours er zal bijliggen, is voor Mario, denk ik, momenteel de minste zorg. In het begin van het seizoen moest hij, als gevolg van zijn leeftijd, nog op toeren komen. Sommigen schreven hem toen al af, maar dat bleek te vroeg. Nu zit hij in topvorm.

“Mario is, in één woord, keihard. Zo moet een topsporter ook zijn : niet kunnen weggeven en alles voor jezelf pakken. Het komt egoïstisch over, maar een crosser heeft maar een korte carrière. Daarin komt het erop aan zoveel mogelijk bij elkaar te halen. Mario beschikt ook over het karakter om door te bijten, om af te zien tot de laatste snik. Op dat vlak kan niemand met hem concurreren. Als het op een sprint aankomt, klop je hem evenmin. Het is mij één keer gelukt, in Soumagne, maar dat was met het nodige geluk. Ik zette heel vroeg de sprint aan, gewoon om het podium te halen en verraste de rest, Mario in de eerste plaats.

“Het klopt dat hij met Tom Vannoppen een goeie renner als ploegmaat heeft, maar in de cross is dat relatief. In Diegem zeiden een aantal volgers dat Vannoppen afstopte, maar ik had vooral de indruk dat de anderen niet beter konden en dat het daarom zo léék. Net als zovele anderen is Tom momenteel gedoemd om aan te klampen. Hij kan alleen maar overpakken en het tempo eventueel drukken als de anderen even temporiseren. In Wielsbeke zal het er zo niet aan toe gaan, op een kampioenschap wordt er gereden tot de laatste minuut.

“De andere kanshebbers ? In de eerste plaats Sven Nijs. Ik vrees dat hij er andermaal zal naast vallen. Hij mist altijd dat tikkeltje extra dat je nodig hebt om kampioen te worden. Komt het door de zenuwen ? Het kan. Overwinningen voor de wereldbeker en de superprestige zijn mooi, maar na het WK is het Belgisch kampioenschap toch de belangrijkste cross van het jaar. Een trui wordt het hele jaar betaald, ook al draai je een minder seizoen. Bart Wellens kreeg de voorbije weken de weerbots van zijn ziekte. Ook toen hij ziek was, ging hij van bij de start voluit, zoals in Kalmthout. Ben je niet honderd procent, dan is dat dodelijk. Ik hoop voor hem dat hij tijdig herstelt en Mario het vuur aan de schenen kan leggen… Maar ik vrees ervoor.”

door Roel Van den broeck

‘Mario is zoals een topsporter moet zijn : keihard.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content