Hoe lang ben je al omroepster?

“Dit moet het achtste seizoen zijn als omroepster van KV Mechelen. Voor ik bij de Maneblussers aan de slag ging, zong ik samen met mijn echt-genoot George Alain in ons orkest. Oud-voorzitter Willy Van den Wijngaert vroeg of ik niet de nieuwe omroepster van zijn club wou worden. Zijn redenering was dat een vrouw die zo kon zingen, het niet slecht zou doen in die functie.”

Job?

“Ik werk in de cafetaria van de manege van mijn dochter in Putte.”

Favoriete speler?

“Op die vraag antwoord ik niet graag. Het is heel moeilijk om één speler te kiezen. Het zijn allemaal sympathieke jongens. Als ik er toch eentje moet uitpikken, neem dan maar verdediger Kenny Van Hoevelen. Hij is een geboren Mechelaar en ik ken hem en zijn vrouw persoonlijk. Met Kenny heb ik het meeste contact. Nu hoop ik dat de andere jongens zich niet beledigd voelen.”

Lievelingsnummer om te draaien voor of na een wedstrijd?

“Mijn man neemt als beroepsmuzikant de muziek voor zijn rekening. Voor de match laten we altijd de voetbalklassieker You’ll never walk alone horen. Weliswaar de versie van Gunther Neefs, maar het blijft toch een echte sfeermaker. Sportief directeur Fi Vanhoof is dol op het nummer. Hij hamert erop dat we het nooit mogen vergeten. Al is dat wel een keer gebeurd, maar Malinwa won toch die wedstrijd.”

Als jouw club scoort…

“Dan legt mijn echtgenoot zijn eigen melodie op ( neuriet het deuntje, nvdr). Het liedje dat wij bij een doelpunt draaien, is dus op geen enkel ander veld te horen. Na iedere Mechelse goal verhef ik mijn stem, roep ik het rugnummer en de naam van de doelpuntenmaker, gevolgd door de sponsor. Die laatste moet ik vernoemen van de club.”

Wat moet een goede stadion-omroep(st)er kunnen volgens jou?

“Het belangrijkste is dat je traag en duidelijk spreekt. Zodat je verstaanbaar bent voor de toeschouwers. Voor sommige meegereisde Waalse supporters doe ik een extra inspanning. Omdat wij in Charleroi en Bergen in het Vlaams worden verwelkomd, begroet ik hen in het Veoliastadion ook in hun eigen taal. Maar dat wordt dan meteen door de Mechelse supporters met luid gefluit overstemd.”

Welke anekdote zal je nooit vergeten?

“De eerste keer dat ik naar het stadion vertrok, kreeg ik een lift van mijn zus. We wisten niet waar het veld zich bevond en vroegen aan iemand de weg. We dachten een bruisend stadion van 12.000 zitjes te zien, maar die voorbijganger stuurde ons de verkeerde richting uit. We arriveerden niet Achter de Kazerne, maar wel op het terrein van die andere Mechelse ploeg… U weet wel over welke club ik het heb. We hebben er later eens goed om gelachen. Nu hoop ik dat onze supporters, als ze dit lezen, het mij kunnen vergeven.” S

Volgende week: Meyfroot Stephane (RAEC Bergen)

FRANCESCO VAN TRAPPEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content