Hardlopen is gezond, op voorwaarde dat het met mate gebeurt. Lopen in Vlaanderen piekt, getuige het aantal joggers langs de straat en de grote populariteit van wedstrijden en stadslopen. Dit dossier wil u aansporen om nog meer te bewegen, want wie regelmatig beweegt, doet zijn sterfterisico dalen met een kwart!

De inschrijvingen voor de 20 km door Brussel liepen ook dit jaar zeer vlot binnen. Met zo’n 35.000 staan we op zondagmorgen 26 mei aan de start. Wedstrijdlopers, fanatieke joggers, maar vooral: de al wat gevorderde recreant die houdt van een uitdaging. Op de dag van de eerste ‘gewone’ inschrijvingen klikten om 9.00 uur al 500 mensen in de eerste seconde op de inschrijvingsknop. Ter plaatse inschrijven kon ook, de eerste kandidaat stond al om 5.30 uur op de stoep voor de deuren van de organisatie in de Brusselse Kapellestraat.

Lopen blijft een van de populairste sporten in Vlaanderen, en per uitbreiding ook over de hele wereld. De marathon van Berlijn van 2013 was na 3,5 uur compleet uitverkocht. In de VS liepen in 2011 50 miljoen mensen minstens één keer. Een jaar eerder waren ze met 13 miljoen om een wedstrijd uit te lopen. Opvallend is het stijgende aantal vrouwen in wedstrijden: 55 procent. In 1990 was dat nog 25 procent. Wedstrijden zijn er in overvloed. Sla er de kalenders maar op na, op paasmaandag kon u op acht plaatsen lopen. Wie er al eens eentje organiseerde, kent de rompslomp. Ze zijn dus populair, anders zouden organisatoren zich de moeite snel ontzien.

Start to run heeft veel mensen aan het lopen gebracht. Nog steeds. Het gemak is de relatieve eenvoud. Een goed paar schoenen en wat lichte kledij volstaan zodra de temperatuur boven de twaalf à veertien graden uitkomt. Lager/kouder houdt in dat u beter wat gespecialiseerde kledij koopt. U krijgt het ook sneller warm dan uw vriend de fietser, die al direct veel duurder materiaal moet kopen, én het neemt minder tijd in beslag. Wie zo’n 30 tot 45 minuutjes loopt in een matig tempo, is gezond bezig geweest. Een fietser heeft net dan de indruk dat hij amper warm is gereden.

Is al dat lopen wel gezond? Toen we zelf een keer – o testosteron – in de laatste kilometers in Brussel zo zwaar in het rood gingen om een clubmaat te kloppen dat ons lijf alleen nog oncontroleerbaar gekreun kon uitstoten, flitste dat door het hoofd. Ja, bezweren mensen van Bodytalk. Tenminste: als u ‘matig’sport. Dat blijkt uit twee recente studies. Een ervan volgde 52.600 mensen dertig jaar lang. Het sterfterisico van de 14.000 lopers in deze studie lag in het algemeen ongeveer 19 procent lager dan dat van niet-lopers. Het betekent dat lopers 19 procent minder kans maken om te sterven dan niet-lopers van dezelfde leeftijd. Maar dat gold niet voor wie meer liep dan 32 kilometer per week. Bij hen viel het voordeel terug op nul. Wie wekelijks 8 tot 32 kilometer liep, boekte echter een bonus van 25 procent. Lopers die gemiddeld een tempo tussen 9 en 11 kilometer per uur aanhielden, plukten het grootste voordeel. Wie sneller liep, was even slecht af als niet-lopers. De ideale frequentie bleek tussen twee tot vijf dagen per week te schommelen.

De Copenhagen City Heart Study, die 20.000 Denen volgt sinds 1976, levert opmerkelijk vergelijkbare resultaten op. Joggers leven zes (sic) jaar langer dan niet-lopers en vertonen een lager sterfterisico van gemiddeld 44 procent. Opnieuw plukken de matige lopers de grootste vruchten: een rustig tot matig tempo, gedurende tweeënhalf uur per week, gespreid over twee tot drie loopjes.

Waar wacht u op?

DOOR PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content