Weet jij of een lege broodzak bij het oud papier moet of in de vuilnisbak?

‘Ik denk: bij het oud papier.’

Helaas.

Tja, ik heb nooit broodzakken in huis.’s Morgens hebben wij thuis niet veel boterhammen nodig, gewoon enkele voor mijn vrouw en om in de brooddoos te steken van ons dochtertje van drie, Giulia. Ik ontbijt op de club. Vandaar dat het bij ons wel even duurt eer een brood op is. Om niet elke keer veel te moeten weggooien, vriezen we altijd de helft in. Daarom steekt de bakker ons brood in plastic zakjes.’

Als een hotel geen wifi aanbiedt, is dat voor jou dan een reden om er niet voor te kiezen?

‘Eigenlijk wel, ja. Als ik op vakantie vertrek, is play-off 1 meestal nog bezig. Die wil ik dan toch volgen. Ik blijf graag op de hoogte, ook van transfers bijvoorbeeld.

‘Dit jaar trokken we met de kinderen naar een hotel in Turkije voor een zwembadvakantie. Daarna ging ik met Stefanie en drie andere koppels ook nog eens naar Ibiza, zonder de kinderen. Dat is een fantastisch eiland waar je zo veel meer kunt doen dan uitgaan. Overdag zaten we in de strandbars en ’s avonds gingen we iets eten. We doken maar één keer het nachtleven in, omdat ik David Guetta toch een keer aan het werk wilde zien.’

Wat is de meest gênante plaats waar je ooit in slaap viel?

‘Vroeger moest ik elke dag de trein van Oostende naar Welkenraedt nemen om naar mijn school in Brugge te gaan. Op een keer werd ik ergens in Eupen wakker (lacht). Het was een maandag na een zwaarder weekend. Toen ik nog bij de jeugd van KV Oostende speelde, ging ik op zaterdagavond weleens op stap met vrienden. Als ik dan op zondag niet goed had kunnen uitslapen, miste ik ’s maandags soms mijn trein of dommelde ik in. Nu gebeurt het niet zo vaak meer dat ik te pas en te onpas in slaap val. Ik probeer voldoende te rusten. Als we enkel ’s ochtends een training hebben, doe ik’s middags een dutje op de sofa, zeker als de wedstrijd dichterbij komt. Ik had dat nog meer nodig toen ons zoontje, Ayméric, jonger was. Nu hij twee wordt, slaapt hij ’s nachts door, maar in het eerste anderhalve jaar was hij een moeilijke slaper.’

Als jij vier op een rij speelt met een ventje van zeven, laat je dat kind dan winnen?

‘Tien jaar geleden zou ik het daar nog moeilijk mee gehad hebben, maar nu, op mijn 29e, is de rijpheid er. Als ik met mijn dochter domino speel, probeer ik haar af en toe eens met verlies te leren omgaan, maar laat ik haar toch meestal winnen. Anders is ze boos. Dat heeft ze dus van mij. Ik was thuis de jongste van vier. Als ik tegen mijn broers of zus tenniste, verloor ik vaak en dan klakte ik mijn racket al eens op de grond. Maar het had ook veel voordelen om de jongste te zijn. Ik werd verwend, zeker door mijn ma. Mijn pa ging altijd met mijn twee broers naar de training en mijn ma reed met mij van Oostende naar Cercle Brugge. We waren dus vaak samen. Dat creëerde een speciale band.’

Als er een gat in je sok zit, is dat dan een reden om die niet meer aan te trekken?

‘Dan kieper ik die de vuilnisbak in. Aan de andere kant ben ik niet overhaast als ik qua kledij iets nieuws voor mezelf wil kopen. Dan ga ik meestal eerst eens met Stefanie kijken. Ik heb toch graag haar goedkeurend oog en zij wil er dan weer zeker van zijn dat ik niks koop wat te opvallend is; ze loopt niet graag naast een clown. Stefanie heeft trouwens goede smaak; het zou onnozel zijn om daar geen gebruik van te maken.

‘Voor de kinderen durf ik wel op mijn eentje kledij te kopen. En dan stuurt Stefanie me er meestal niet mee terug (lacht). Als ik op haar moet wachten om te gaan winkelen, duurt het altijd tot het weekend en dan hang ik liever niet in de stad rond. Op de dag van of voor een wedstrijd kom ik meestal niet buiten.’

DOOR KRISTOF DE RYCK – FOTO BELGAIMAGE

‘Op een keer werd ik ergens in Eupen wakker.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content