De oudste van de Mpenzabroers velt een hard oordeel over zijn ex-club Anderlecht.

Anderlecht dat op de derde plaats eindigt. Wat concludeer jij daaruit?

Mbo Mpenza: “De voorbije jaren is Sporting altijd eerste of tweede geworden. Dat is ook logisch voor een club met het grootste budget. Als Anderlecht derde wordt, betekent dat dat er op alle niveaus slecht gewerkt is. Er valt heel wat te zeggen over de verschillende onderdelen van de club: spelers die niet brachten wat ze moesten brengen, een trainer die geen lijn kreeg in het spel, en bestuursleden die het vertrek van enkele sterkhouders slecht hebben ingeschat. Jelle Van Damme en Jan Polák weg, dat is al de moeite, en wat dan gezegd van de transfer van Mbark Boussoufa? Die was goed voor vijftig procent van de offensieve acties van paars-wit. Hoe kun je nu zo iemand van de hand doen wanneer je de laatste rechte lijn in gaat? Dat is onbegrijpelijk. Op die manier zakt Anderlecht onherroepelijk in de hiërarchie. Elk jaar verliezen ze wat van hun aanzien. Van een koninklijke club zijn ze een alledaagse club geworden. Weet je dat ik de laatste speler ben die voor Anderlecht op verplaatsing heeft gescoord in de Champions League? Op 26 november 2006 maakte ik de beide goals in de 2-2 op Lille. Vijf jaar, dat is een eeuwigheid voor zo’n grote club. En ik verwacht niet direct een ommekeer: wanneer de drie genoemde spelers voor 14 miljoen verkocht worden en je vervangt ze door jongens die tien keer minder kosten, dan verzwak je jezelf. Dat is een wiskundige wetmatigheid. Daar kan de beste scout ter wereld niets aan verhelpen.”

Je hebt zelf eventjes deel uitgemaakt van de scoutingcel. Hoe werkte die?

“Europa werd onderverdeeld in vier regio’s. Ik hield me bezig met de regio Nederland-Frankrijk-Portugal. Elke week was ik ergens in die landen aan de slag. Ik bekeek een of meerdere matchen en maakte dan een gedetailleerd verslag op als er een speler was die me beviel. Ik hield daarbij altijd de financiën in het oog. Het had geen zin om terug te keren met een suggestie als de Marseillais Mamadou Niang bijvoorbeeld. Maar ik heb dat niet lang gedaan: van de ene trein in het andere vliegtuig springen was uiteindelijk erger voor mijn rug dan voetballen.”

Je bent vervolgens de jeugd van Anderlecht gaan trainen.

“Ik werkte samen met Ludo Kums, de vader van Sven, bij de U13. Maar na twee weken moest ik het al opgeven vanwege mijn slechte rug. In die korte tijd heb ik nochtans dé toekomstige crack van het Belgisch voetbal aan het werk gezien: Junior, de zoon van Charly Musonda. Zoals die speelt, dat is een streling voor het oog. Als hij nog twee koppen groeit en twintig kilo verzwaart, is hij klaar voor het eerste elftal. Hij is drie keer zo sterk als zijn vader, dat wil al wat zeggen!

Hij wordt begeerd door Arsenal. Wat zou jij doen in de plaats van Charly?

“Ik denk dat ik voor het avontuur zou kiezen, maar ik heb in mijn carrière dan ook heel wat rondgezworven. Als je kind de beste van zijn leeftijd is in België, waarom hem dan niet wat extra bagage meegeven? Axel Witsel en Steven Defour zeggen dat ze hier niks meer kunnen leren, maar dat geldt evengoed voor de beste jeugdspelers. Om zich verder te ontwikkelen is een nieuwe omgeving vaak heilzaam.”

DOOR BRUNO GOVERS

“Anderlecht heeft op alle niveaus slecht gewerkt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content