Zaterdag speelden Marek Spilar en Sergiy Serebrennikov hun tweede halve wedstrijd voor Club Brugge. ‘Wat die twee ons vooral kunnen bijbrengen, is meer ervaring.’

Komt Club Brugge op bezoek bij een vierdeklasser, dan is dat een gebeurtenis. Letout Gistel was zaterdag dan ook uitgelopen om het plaatselijke Koninklijk Eendracht Genootschap Club Brugge partij te zien geven. Benieuwd als ook zij waren naar onder andere Marek Spilar en Sergiy Serebrennikov, Brugges enige aanwinsten totnogtoe. Want in de prestatie van de plaatselijke elf is in zo’n geval doorgaans amper iemand geïnteresseerd. Dat geldt eigenlijk evenzeer voor de met de nodige egards behandelde eersteklasser, die in dit geval middels de stadionomroeper vooraf liet weten voor en na de rust met een verschillend elftal in het veld te treden. Hoe de partij verloopt, is daarom alleen interessant in het licht van een kennismaking met de nieuwkomers. Dat het na amper twee dagen trainen in de eerste oefenwedstrijd van Club, op FC Knokke, 1-7 was geworden en dat het hier wel eens eenzelfde vernedering kon worden, is bijkomstig. Ook voor de twee blauwe baseball-petjes die achter ons in de kantine de pas op gang gefloten partij volgen….

…” zie je ook utgedroogd ?“…

… ondertussen nog een pint drinken en tikkend op het raam een paar vrienden op hun aanwezigheid attenderen. Ook met baseball-petjes, natuurlijk. Dat spreekt.

Maar, even opletten heren, het is wel Gistel dat in de vierde minuut al gevaarlijk wordt via zijn nummer 10, genaamd KurtBataille. Zijn schot vanop links wordt door DanyVerlinden in extremis in corner geduwd, want de linkerkant lag open en Spilar, centraal-rechts in de viermansverdediging naast Clement, haastte zich in het gat, maar zijn tackle kwam net te laat. Spilar komt door zijn gestalte, behalve in aanvallend opzicht op stilstaande fasen, ook zoals nu bij de corner…

…” moa vent toh“…

… van pas in de verdediging. En niet alleen op stilstaande fasen, want de superlatieven die hem als centraal verdediger voorafgingen, het zijn er nogal wat. Spilar heet zeer goed in de dekking te zijn, het spel goed te lezen, keihard in duel te gaan, kopbalsterk uit de hoek te komen, hij zou zich rustig en intelligent gedragen, teren op een knap positiespel en daardoor weinig hoeven te tackelen. Bovendien, werd gezegd, heeft hij présence en stijl, speelt hij goed in, waardoor hij geen problemen heeft met het spelen in een viermans-zoneverdediging. Zelfs als verdedigende middenvelder kan hij daardoor ook worden uitgespeeld.

Maar zijn snelheid is dan weer veeleer aan de normale kant, en rechts trappen zou hij ook beter kunnen dan links. In niets van dit alles valt de ook al als snel denkend omschreven Slovaak tegen KEG Gistel door de mand. Zelfs niet als hij in de vijfendertigste minuut een slechte pass geeft, want op dat moment is Spilar inmiddels een zeldzame keer via een één-twee tot in het strafschopgebied van de tegenstander opgerukt. Op geen moment evenwel wordt hij als verdediger onder druk gezet.

Wel nadrukkelijker in het spel aanwezig blijkt al gauw Sergiy Serebrennikov, die zich als offensieve centraal-rechtse middenvelder veel vaker laat terugzakken en tackelt dan Spilar oprukt of een beslissende lange pass geeft. Slag om slinger tikt of verdedigt de als polyvalent aangekondigde Rus. Hij bewijst zijn enorme actieradius, snelheid en overschakelen van verdediging naar aanval, goeie passing en slimme recuperatie. Of het nu met een dribbel is waarmee hij Smolders alleen…

… ” Moar zie ne kier rustig veur die goal“….

… waarmee hij Smolders dus alleen voor doel brengt, of via een met een overtreding bestrafte tackle in het strafschopgebied van de tegenstander, of via een met Mendoza ingestudeerd nummertje voor een vrije trap : Serebrennikov is van de partij.

Na vijfenveertig minuten is het 0-3 en mag een tweede elftal Brugse spelers zijn opwachting maken. Spilar en Serebrennikov krijgen net als de rest rust en zien het vanop hun stoeltje…

…” Goa je gie achter de match mee in Oostende deurzakken en met de ersten trên noar hus ?“…

… na negentig minuten 0-7 staan.

Wat valt, hoewel het nog vroeg in de voorbereiding is, voor een sportieve staf toch al te leren uit vijf dagen trainen en een, na de wedstrijd op Knokke, tweede eerste helft met de nieuwkomers Spilar en Serebrennikov ?

Trainer Trond Sollied : “Hun integratie zal lukken. We trainen op collectieve bewegingen en zij moeten er gewoon ín vallen. Verder merk ik niks speciaals. Serebrennikov heeft vista. Ik weet nog niet of hij een middenvelder of een aanvaller wordt, maar ik zie hem zeker als een soort van tweede spits. Hij kan ook offensieve middenvelder spelen, of aanvallend op de kanten en naar binnen komen. Spilar stond centraal in de verdediging, maar kan ook verdedigende middenvelder spelen, al zie ik in hem meer een centrale verdediger.

“Je ziet dat we in de collectieve beweging nog niet ver staan, maar je ziet wel dat het ons niet zoveel werk meer gaat kosten omdat we maar twee nieuwe spelers moeten inpassen. Wat die twee ons vooral kunnen bijbrengen, is meer ervaring. En op het middenveld zullen we nu andere combinaties kunnen uitproberen om meer balans te krijgen dan vorig seizoen. Maar elk seizoen is anders, natuurlijk. Ik hoop vooral dat we achterin veel met dezelfde vier kunnen spelen en niet te veel moeten veranderen door blessures.”

Assistent Chris Van Puyvelde : “Je ziet dat ze voorlopig nog wat stil zijn, niet te veel zeggen. Maar ze krijgen Engelse les en ze begrijpen het nu al goed genoeg – dat is het belangrijkste. Je merkt daaraan dat ze uit een ander regime komen. In Kiev ( ex-club van Serebrennikov, nvdr) was alles heel strikt. Als je daar één slechte wedstrijd speelde, zei Lobanovksi gewoon : ‘Wil jij in het derde gaan voetballen ?’ Tja, ze hadden daar zeventig man lopen, hé. Spilar is gewoon van in een zoneverdediging met vier te spelen. Het enige waar we nog wat aan zouden moeten werken, zijn de looplijnen van Serebrennikov. Het is dikwijls spelen-kaatsen, spelen-kaatsen. Hij beweegt heel veel naar de bal toe, dribbelt op de korte ruimte, maar hij moet nog meer diepgang zoeken. Dat hij zich veel laat terugzakken, is typisch : in Rusland moeten ze op drie, vier posities kunnen spelen. En er is altijd een wervelwind rond de bal, als ik het zo mag noemen. Kaatsen, tik, tik en dàn pas diep. Algemeen beschouwd hebben we straks meer mogelijkheden omdat er zich ook een aantal zeer goeie jonge spelers aandienen. Roelandts, een typisch Brugge-product, groot en sterk, Hermans, die veel recupereert… Plus de gevestigde waarden onder de jongeren, zeg maar, die al een jaar aanpassing achter de rug hebben, zoals VandeVen, Smolders, Geraerts, Cornelis… Je krijgt veel meer mogelijkheden.”

Kortom, te onthouden na zaterdag is dus vooral dat Brugge over meer zekerheid achterin en meer creativiteit voorin zou moeten beschikken, en daardoor straks op een groter aantal combinaties en mogelijkheden kan terugvallen. En dat baseball-petjes cool zijn in Gistel, natuurlijk. Dat spreekt.

door Raoul De Groote

‘We moeten maar twee nieuwe spelers inpassen. Dat zal ons niet zoveel werk vragen.’ (Trond Sollied)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content