‘Dat had ik beter niet gezegd tegen jou.’ Jacob Rinne (23), de nieuwe doelman van AA Gent, mag dan wel een koele Zweed zijn, eerlijk is hij ook. Kennismaking met de opvolger van Matz Sels.

‘Jullie zijn een boek aan het schrijven, zeker?’, grapt Emir Kujovic, de nieuwe Zweedse spits van AA Gent, wanneer hij onze tafel passeert. Een klein uurtje zitten we daar ondertussen met zijn landgenoot Jacob Rinne, de vervanger van de naar Newcastle vertrokken Matz Sels in het doel van de Buffalo’s. Een kennismakingsgesprek waarin Rinne zich het prototype van de koele Zweed toont. Helemaal anders dan Kujovic, die van geen ophouden weet. ‘Wacht, ik weet het al: hij is je aan het vertellen over alle meisjes die hij veroverd heeft. Dat duurt inderdaad wel even.’ Met een vette grijns die door zijn weelderige baard priemt, wandelt de bonkige spits de cafetaria van het oefencomplex uit. Rinne vertrekt aanvankelijk geen spier, om na enkele tellen dan toch te riposteren: ‘Drie! Drie liefjes heb ik gehad. Dat is een pak minder dan jij, vriend.’

Al vier jaar leeft Jacob Rinne (23) ondertussen samen met zijn vriendin Jennie. ‘Na twee weken in Gent miste ik haar al’, zegt hij. Begin augustus komt de bevallige blondine naar België, zodra het koppel een eigen appartement kan betrekken. Tot dan verblijft Rinne in een hotel vlak bij het oefencomplex van AA Gent. Niet zo erg, want veel tijd om iets anders te doen dan eten en slapen was er toch niet tijdens zijn eerste weken hier. De intensiteit op training lag zo hoog dat Rinne zelfs met overbelastingverschijnselen te maken kreeg en enkele oefenwedstrijden miste. ‘In Zweden duurt de voorbereiding drie maanden, hier zes weken, daardoor ligt het volume veel hoger. In mijn eerste week had ik tien trainingen op vier dagen. Nooit eerder meegemaakt’, puft de doelman nog na.

Op de eerste zondag van de Gentse Feesten is hij toch even met maatje Kujovic de omgeving gaan verkennen. Zijn eerste indrukken: ‘Mooie stad, al kan niets op tegen Stockholm.’ Veel verschil met het leven in Zweden merkt hij niet. Of toch. Eén ding valt hem op: ‘De gevels zijn hier soms behoorlijk vuil. Ik snap niet dat de gemeenschap niets doet aan het aftakelen van sommige van die prachtige, oude gebouwen. Zoiets is ondenkbaar in Zweden. Elke inwoner zorgt er daar voor dat zijn straat, tuin of huis er piekfijn uitziet. Nu goed, er zijn veel slechtere plekken om te belanden, hé… Ik denk dat mijn vriendin een verhuizing naar Rusland veel minder zou zien zitten.’ Er verschijnt een glimlach rond zijn mondhoeken, hij strijkt eens door de lange blonde haren. Een handeling die je hem wel vaker ziet doen. ‘Mijn vrienden lachen me daarmee uit, maar ik kan het niet helpen, het is een onbewuste reflex’, heeft hij even daarvoor aan onze fotograaf toevertrouwd.

Hij is ijdel, dat blijkt uit de manier waarop hij professioneel voor de lens van de fotograaf – onder de indruk van zo veel flair – poseert. Maar de trotse Zweed kan zichzelf ook relativeren, want met een fijn gevoel voor compliciteit gaat hij in op het voorstel van diezelfde fotograaf om zijn posterboylook te etaleren en eens ‘voor de fun’ met de hand door de haren te glijden. Voorbijgangers aan het oefencomplex in de Warmoezeniersweg kijken belangstellend toe, Rinne zet zijn modellenwerk onverstoord verder.

ROCKABILLY

Met eenzelfde cool staat Jacob Rinne in doel. Hij kickt zelfs op dat psychologische spel tussen spelers en publiek, bekent hij. Hoe heter de adem van het volk in zijn rug, hoe beter. ‘Voor de aftrap ga ik dikwijls even een slok nemen uit mijn drinkbus, een moment dat ik gebruik om het publiek achter mijn doel te bestuderen. Wie zit er allemaal achter mij? Wat roepen ze? Ik vind het amusant om te horen hoe ze me op allerlei manieren proberen te provoceren. Het doet me helemaal niets, zelfs niet wanneer ze mijn familie beledigen. Ze roepen maar.’

Die stugge mentaliteit zat al vroeg in hem. Rinne: ‘Als tiener was ik lijnrechter bij de wedstrijden van mijn vier jaar oudere broer Pontus. Ik deed dat zeer graag, als referee heb je toch behoorlijk wat invloed op een wedstrijd. En die supporters vlak achter je? Ach, dat hoort bij de beleving.’ Zijn broer had talent, zegt hij, maar bezat niet de volharding om alles op de sport te zetten. Dat had Jacob wel, al begon hij pas op zijn twaalfde in clubverband te voetballen. Niet als doelman, maar als linksbuiten. Rinne: ‘Ik scoorde graag. Maar omdat er voor een toernooi een keepersprobleem ontstond, liet ik me door mijn jeugdcoach overtuigen om doelman te worden. Blijkbaar had ik daar toch het talent voor geërfd van mijn vader, die zelf ook ooit nog keepte in de Zweedse eerste klasse bij Örebro.’

Het was een beslissende periode in zijn jeugd. Rinne ruilde toen het kleine Laxa, een plattelandsdorpje van 7000 inwoners, in voor universiteitsstad Örebro. Rinne: ‘Laxa staat geboekstaafd als het armste dorp van Zweden, al snap ik niet waarom. Het is niet arm, gewoon heel erg ruraal. Denk aan typische rockabillyscènes en oude roestige Amerikaanse wagens. Leuk om zien, maar niet mijn ding.’ In Örebro studeerde hij aan de topsportschool en werd er opgemerkt door een docent die ook hoofdtrainer was van derdeklasser Örebro BK Forward, bekend om zijn jeugdopleiding. Na drie jaar derde klasse ondertekende Rinne in 2013 zijn eerste profcontract bij de stadsrivalen van SK Örebro, een jaar later vierde hij zijn debuut als prof in de Allsvenskan. ‘Pas bij Örebro BK Forward kon ik voor het eerst met een keeperstrainer werken’, vertelt de laatbloeier. ‘Ik kende weinig aanpassingsmoeilijkheden, maar technisch viel er natuurlijk bij te schaven. Zo had ik aanvankelijk veel moeite met het duiken naar mijn rechterkant. Motorisch klopte het niet om af te zetten met mijn rechterbeen. Gelukkig is dat probleem opgelost geraakt.’

Door die late omschakeling naar het keepersvak maakte Rinne ook nooit deel uit van de nationale jeugdselecties. Pas bij de nationale U21 werd hij voor het eerst geselecteerd voor zijn land. ‘Dat debuut zal ik nooit vergeten, ik raakte een terugspeelbal verkeerd en via de verdediger ging de bal in mijn doel. Een owngoal om mee starten, maar nadien heb ik nog een goede partij gekeept. Daar heb ik heel veel uit geleerd: namelijk dat ik zo een tegenslag kan overwinnen. Sindsdien keep ik zonder stress. Wat is het ergste dat kan gebeuren? Een flater, ja, maar dat overkomt zelfs de beste keepers.’

In de zomer van 2015 mocht Rinne mee naar het EK U21 in Tsjechië, waar Zweden uiteindelijk in de finale na strafschoppen won van… Portugal. Bij de Portugese U21 stonden drie spelers in de basis die op het recente EK in Frankrijk ook meededen: Raphaël Guerreiro, João Mario en William Carvalho. De uitblinkersrol was echter weggelegd voor Patrik Carlgren, doelman van AIK Stockholm en de gedoodverfde opvolger van de afscheidnemende Andreas Isaksson (34) in het doel van de Zweedse nationale ploeg. Voor Rinne bleef het toernooi beperkt tot een rol als bankzitter, maar zijn naam werd genoteerd door (ondertussen ex-)bondscoach Erik Hamrén. In januari van dit jaar pakte hij zijn eerste cap voor het A-elftal, in een met 3-0 gewonnen oefenwedstrijd tegen Finland mocht hij een halfuurtje opdraven. Een experimentele ploeg waarin ook Kujovic aan de bak kwam… en scoorde.

VIJFTIG KANDIDATEN

Rinne is geen uitzonderlijk grote doelman (1m88), maar stevig gebouwd, beschikkend over snelle reflexen en een meer dan degelijk voetenspel. Daarmee benadert hij de kwaliteiten van zijn voorganger Matz Sels. Geen toeval, legt keeperstrainer Francky Vandendriessche uit: ‘We zochten iemand die de ruimte in de rug van een verdediging kan bespelen en die sterk is in het uitvoetballen, dat zijn absolute vereisten in onze manier van spelen. Jacob is jong en heeft eigenlijk nog niet zo veel ervaring op het hoogste niveau, maar dat had Matz ook niet. Daarvoor zijn wij er, om met hem aan de slag te gaan. Veel hangt dan af van de bereidwilligheid om onze aanwijzingen op te pikken.’

‘Spijtig genoeg werd hij tijdens deze voorbereiding afgeremd door kleine blessures’, gaat Vandendriessche verder. ‘Jacob is het niet gewoon om met onze intensiteit te trainen en we willen hem niet verbranden, daarom deed hij het wat rustiger aan. Zo miste hij een deel van onze stage in Nederland. En in de twee helften die hij keepte tegen Cercle Brugge en Olympiacos werd hij ook niet echt getest.’ Een tussentijdse beoordeling is dus moeilijk, zowel voor pers, publiek als technische staf. Maar twijfel is er niet, beweert de keeperstrainer. ‘Helemaal niet’, klinkt Vandendriessche vastberaden, ‘Jacob heeft alle kwaliteiten om hier nummer een te zijn.’

Dat mag geen evidentie heten. In een recent verleden bleek het huwelijk tussen Zweedse spelers en Belgische topclubs geen onverdeeld succes. Denk aan Erik Johansson en Magnus Eriksson bij AA Gent, of de bij Club Brugge weggehoonde Michael Almebäck. Die laatste was bij SK Örebro ploegmaat van Rinne. ‘En ook Astrit Ajdarevic, ex-Standard, zat bij mij in de ploeg’, vult de goalie aan. ‘Ondanks hun mindere persoonlijke balans waren ze zeer lovend over de Belgische competitie en zeker over AA Gent. Want om eerlijk te zijn: ik wist helemaal niets van de Belgische competitie. Enkel Gent had ik in de Champions League opgemerkt, ja.’

Zijn transfer kwam er zonder ook maar één gesprek gevoerd te hebben met Hein Vanhaezebrouck. Was een motie van vertrouwen vanwege de hoofdtrainer niet wenselijk? Rinne: ‘Neen. Francky (Vandendriessche, nvdr) vertelde me dat ze mij hebben gekozen uit een lijst van vijftig kandidaten om Matz op te volgen. Dat zegt voldoende over het vertrouwen dat de technische staf in mij heeft. Ik ben niet het type dat veel uitleg vraagt. Maar als ik me onheus behandeld voel, zal ik wel aankloppen, wees gerust.’

Zijn voorbeeld als doelman is Gianluigi Buffon. ‘Rustig maar toch passioneel. Ervaren. De manier waarop hij zijn verdediging leidt en met zijn verdedigers praat. Dat is hoe een doelman volgens mij hoort te zijn.’ Voor Manuel Neuer, door de meeste kenners toch beschouwd als de beste keeper ter wereld, heeft Rinne minder bewondering: ‘Ik hou niet zo van de manier waarop hij risico’s neemt als vliegende keeper. Ik ben zelf iemand die heel veel waarde hecht aan de meevoetballende kwaliteiten van een doelman – een van de redenen waarom ik voor Gent koos, een ploeg die van achteruit wil opbouwen – maar Neuer overdrijft soms.’

EEN MENTALE KWESTIE

Een specialiteit van Rinne is het stoppen van strafschoppen. Een kwestie van timing én voorbereiding, verklapt de Scandinaviër. ‘In Zweden heeft elke profvoetballer een account op Wyscout, daarin kan je data en beelden opvragen van voetbalwedstrijden over heel de wereld. Voor een wedstrijd zoek ik altijd informatie op over de komende tegenstander. Met bijzondere aandacht voor de manier waarop de penalty’s getrapt worden.’ Ook in België beroept hij zich op die informatiebron. ‘Ik zocht al een aantal zaken op over KV Kortrijk, onze tegenstander op de eerste speeldag’, zegt Rinne. Om er na enige seconden van reflectie aan toe te voegen: ‘Dat had ik eigenlijk beter niet gezegd tegen jou.’

Een werkpunt is het uitkomen op hoge ballen. Soms kruipt daar nog te veel aarzeling in zijn optredens. Rinne: ‘Vooral een mentale kwestie. Dat hangt samen met vertrouwen. Hoe meer je speelt, hoe meer je durft. Weet je wat vreemd is? Bij de jeugdploegen waren die hoge ballen net mijn sterke punt. Met mijn timing en inschattingsvermogen is niets verkeerds, ik ben er zeker van dat het hier wel zal loslopen. Sowieso speelt Gent het liefst uit het duel.’

Niet zoals in Engeland, de competitie waar zowat elke Scandinavische voetballer van droomt. Rinne is daarop geen uitzondering. In 2013 ging hij al eens enkele weken testen bij Everton en in 2014 bij Bournemouth. Tweemaal draaide het op niets uit. ‘Het zou ook te vroeg geweest zijn om die stap te zetten, ‘ beseft Rinne nu. ‘Al heb ik toch even gevloekt toen Bournemouth vlak na mijn proefperiode promoveerde naar de Premier League. Een ploeg die goed voetbal bracht bovendien. Maar goed, het voorbije jaar heb ik mijn kans gekregen bij Örebro SK, mede door een blessure van mijn concurrent. AA Gent is de ideale volgende stap in mijn carrière.’

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO KOEN BAUTERS

‘Ik moet toegeven: ik wist helemaal niets van de Belgische competitie.’ – JACOB RINNE

‘Ik had geen gesprek met de trainer voor ik hier tekende. Dat hoeft niet: dat ze mij kozen uit vijftig kandidaten om Matz Sels op te volgen zegt voldoende.’ – JACOB RINNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content