Vergeet persoonlijke ambities. ‘Ik zie mijn taak als een belangrijke bijdrage aan de maatschappij’, zegt Jos Vaessen, voorzitter van RC Genk.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders en in zijn inspanningen om van RC Genk de club te maken die hij voor ogen heeft, is Jos Vaessen daarbij vorige week Paul Heylen kwijtgeraakt. Op de grens van moeten en willen besloot de algemeen directeur zelf op te stappen “wegens blijvende meningsverschillen omtrent de nieuwe taakverdeling op directieniveau.” Daarin zou Paul Heylen, die er op dit moment de voorkeur aan geeft geen verklaringen af te leggen, alleen nog instaan voor de organisatie en de sfeer in Genk en dat vond de algemeen directeur zijn mogelijkheden onrecht aandoen.

Vijfentwintig jaar geleden kwam Heylen bij de club waar hij zich sindsdien had opgewerkt tot de algemeen directeur die hij de voorbije negen jaar was. Zijn onverdroten werklust en constante aanwezigheid in het Fenixstadion gaven Heylen een zekere invloed, zijn leiding over het netwerk van medewerkers bood hem bovendien een draagvlak. Intern is Heylen daarom ook nooit een man zonder mening gebleven. Gesteund door zijn ervaring mocht hij die graag ventileren, waardoor hij al eens in de wind van anderen kwam zeilen. Want Heylens functie heeft in de afgelopen jaren steeds meer aan inhoud ingeboet : tussen de praktische werking en de hiërarchische structuur was zo een discrepantie gegroeid.

In 2001 was het dat Edgard Troonbeeckx de baan moest ruimen als voorzitter. Luc Rijckalts, Guido Van Aenrode en Jean Biesmans waren hem in het vertrek voorgegaan of gevolgd, wat Paul Heylen tot de ontboezeming bracht dat hij tijdens de wedstrijd “een beetje verweesd” in de tribune zat. Niet geheel toevallig wellicht liet Jos Vaessen, die destijds Troonbeeckx’ opvolger werd, zich nu uitspraken ontvallen als “dit dossier loopt al jaren” en “ik vraag de raad van bestuur de toestemming om een blad om te draaien.”

Tijden waren het, begin 2001, waarin Vaessen zei de Nol Hendrikx van RC Genk te willen worden en zich vooral druk maakte om het geld dat te veel aan de vingers van “managers en andere louche figuren” bleef kleven. Heylen was onder Troonbeeckx nog de man die ruime bevoegdheden had en onder andere mee het transferbeleid kon bepalen, maar met de opkomst van Vaessen toen al aan verantwoordelijkheden moest inboeten. Desondanks bleef hij loyaal aan de club, maar vier jaar later kan je je niet van de indruk ontdoen dat het vertrek van Heylen Vaessens coup de grâce is voor het ancien régime. Ook al zitten er met pakweg Albert Bijnens, Jean-Claude Van Rode en Leo Panis nog oud-gedienden in de club en ook al laat de voorzitter de algemeen directeur in zijn waarde : “Ik heb er veel energie in gestoken om te proberen hem voor de club te behouden. Maar onze club is de laatste vijf, zes jaar gigantisch gegroeid in de ruimste zin van het woord. We komen uit een periode waarin één directeur bijna alles deed en die taken zijn nu verdeeld over verschillende mensen. Want ons budget was 5 miljoen en is nu 16 à 17 miljoen, dat is zo in volume toegenomen, dat die taken wel verdeeld moésten worden.”

Veel energie

Ondertussen weet de voorzitter, die binnen de club ook altijd met een colonne ter promotie van de eigen jeugd rekening blijft houden, zich omringd met Filip Aerden als financieel directeur, Stephan Poelmans voor het commerciële en benoemde hij Ariël Jacobs eind vorig seizoen tot sportief directeur, wat zijn hervormingen formaliseerde. Jaknikkers, zullen zijn tegenstanders willen doen geloven ; gelijkgezinden is hoe medestanders het zullen noemen. Vaessen heeft hoe dan ook zijn zaakjes op orde. “Neen,” zegt de voorzitter, “want Paul is vertrokken en als we er niet in slagen zijn werk, dat belangrijk was, onder de anderen te verdelen, dan hebben we een nieuw probleem. Want de kans dat er iemand komt om zijn positie in te vullen is nul.”

In elk geval is de organisatorische structuur van RC Genk er de voorbije jaren onder Jos Vaessen slagvaardiger en doorzichtiger op geworden. Despotischer misschien ook wel. Maar wie bij de voorzitter een ijzeren hand in een fluwelen handschoen vermoedt en zegt dat hij nu meer macht kan uitoefenen, heeft een stap te ver gezet. “Een lelijke uitspraak”, noemt Vaessen het namelijk. “Meer macht ? Ik ? Ik ben niet op macht of controle uit, al is het in een vzw als de onze, met een budget van 16 à 17 miljoen euro, natuurlijk nogal evident dat je ook de verantwoordelijkheid neemt om controle uit te oefenen. Maar ik ben misschien in mijn bedrijven een machtswellusteling, maar ieder initiatief dat ik hier neem, wordt getoetst bij een aantal mensen. Betitelingen als solo slim of eenzaat zijn daarom een affront aan mijn adres.

“Ik sta onmiddellijk mijn plaats af aan iemand die het wil overnemen, dat zeg ik wel vaker, ja, maar het ís zo. Maar zolang ik bij Genk ben, heeft zich nog niemand aangeboden. Integendeel, ik heb zelf mijn positie al tevergeefs aan anderen aangeboden. Ik wil alleen gelukkig leven, minder werken, niet met die vele confrontaties moeten leven en meer plezier beleven, maar dat laatste is duidelijk afwezig. Het voetbal in Genk kost mij ongelooflijk veel energie en rust. Een voorzitter stelt zich ter beschikking van de maatschappij en doet belangrijke inspanningen voor die maatschappij via activiteiten waarmee hij zich kan identificeren. Ik zie mijn taak als een belangrijke bijdrage aan de maatschappij en ik denk dat ik daarmee niet de enige voorzitter ben in België.”

Iedereen zal het moeten geloven. l

RAOUL DE GROOTE

‘Als we het werk niet kunnen verdelen, hebben we een nieuw probleem.’ Jos Vaessen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content